Bedoeld is: antroposofie in de media. Maar ook: in de persbak van de wijngaard, met voeten getreden. Want antroposofie verwacht uitgewrongen te worden om tot haar werkelijke vrucht door te dringen. Deze weblog proeft de in de media verschijnende antroposofie op haar, veelal heerlijke, smaak, maar laat problemen en controverses niet onbesproken.

zaterdag 13 september 2008

Misverstand

We kijken hier bijna frontaal naar het kantoorgebouw van telecombedrijf KPN. We zagen het al van opzij op 26 augustus.

Er schijnen nogal wat misverstanden te bestaan over de aard van antroposofie. Dat merk ik aan wat Paul Heldens te berde brengt inzake wat hij hier gelezen heeft over Floris Schreve. Antroposofie heeft de ambitie een geesteswetenschap te zijn. Als zij werkelijk een wetenschap is, dan hoeft men zich geen zorgen te maken wat deze of gene van de onderzoeksresultaten vindt. Die kunnen hooguit worden aangepast en bijgesteld, en eventueel ook bevestigd, vervangen of verworpen. Maar de wetenschap zelf wordt daarmee niet minder. Integendeel, iedereen werkt er zo aan mee om deze te vergroten en te vervolmaken. Die is niet afhankelijk van de sympathie of antipathie van wie dan ook voor de bevindingen ervan. Wat telt is de onomstotelijke waarheid van die wetenschap, die zo objectief mogelijk wordt weergegeven.

Bij antroposofie lijkt dit opeens niet meer te gelden. Waarom dan toch niet, vraag ik me af. Hebben antroposofen zelf wel voldoende notie van het feit dat antroposofie een geesteswetenschap is? Of voelen ze zich aangevallen als iemand de bevindingen ervan ter discussie stelt? Dan gaat het toch meer op een leer lijken. En dat is heel iets anders. Antroposofen en niemand anders zijn verantwoordelijk voor welke status antroposofie in de wereld heeft of krijgt. Het stemt niet erg hoopvol, als je kijkt hoe er bijvoorbeeld met het thema ‘racisme’ wordt omgegaan. Veelvuldig kun je een ontwijken en duiken waarnemen, maar weinig een staan voor antroposofie als wetenschap en in die zin het debat aangaan. Het zou veel verhelderends moeten kunnen brengen in recente debatten. Denk bijvoorbeeld aan het allochtonenvraagstuk. Ooit iemand als antroposoof hierin stelling zien nemen en voor zijn standpunt uitkomen? Geen wonder dat het ‘racismevraagstuk’ de antroposofie blijft achtervolgen. Men kent in de publieke opinie wat dit betreft weinig tot geen andere uitingen, dan de uitlatingen die door critici worden gedaan.

Terwijl ik dit aan het schrijven ben, plaatst Paul Heldens een nieuwe reactie op het bericht in de rubriek AntroBoulevard op AntroVista. Gisteren heb ik de eerste twee reacties hierop, van hem en van mij, weergegeven. Sindsdien zijn er vier nieuwe bijgekomen. Namelijk deze:

Ik kom er net weer achter dat een mens ook een vat vol ‘ad hominem’ kan zijn. Reactie van Ramon De Jonghe

Geachte heer Gastkemper, het spijt me als u bij mij slechts ‘denigrerende opmerkingen’ waarneemt. Ik ben niet geïnteresseerd in het beledigen of kwetsen van u of anderen en schrik van uw reactie. Ik weiger echter pertinent om in het openbaar een inhoudelijke discussie aan te gaan die alle argumenten slechts in één richting waardeert: de publieke bekentenis dat Steiner een racist was. Dat is m.i. de reactionaire kant van zo’n enorm eerlijke discussie. In China is de ‘culturele revolutie’ godzijdank voorbij, nu in antroposofenland nog, zeg ik maar. Héél kort samengevat: ‘antroposofisch racisme’ is een contradictio in termini. Reactie van Paul Heldens

Beste Paul Heldens,
We spreken hier over een geesteswetenschap. Iemand heeft een publicatie hiervan bestudeerd en stelt daar indringende vragen bij. Misschien is zijn kennis van deze wetenschap te beperkt, waardoor hij deze onjuist beoordeelt. Maar ook dan mag hij een goed antwoord verwachten. Volgens mij gaat het er juist ‘om in het openbaar een inhoudelijke discussie aan te gaan die alle argumenten NIET slechts in één richting waardeert’, maar op de juiste waarde schat. Dus niet alleen maar stellige beweringen doen, in welke richting dan ook, maar zelf tot eigen argumenten komen en deze afwegen, om zo meer inzicht te krijgen. Daar is mijn weblog op gericht. Of moet je hier bang voor zijn? Reactie van Michel Gastkemper

Beste Michiel Gastkemper,
Ik stel voor dat u zelf in uw weblog aan Floris Schreve uitlegt hoe dat zit met Steiners boek over de volkszielen en de Eindrapportage van de z.g. Commissie van Baarda. Dat vergt weliswaar veel studie vooraf, maar ik twijfel er niet aan dat het resultaat de moeite waard zal zijn. Ik zal uw antwoorden aan Floris met genoegen lezen! Reactie van Paul Heldens

Helaas bevestigt dit volledig wat ik aan het schrijven was. (Zou er dan toch sprake zijn van een zekere blindheid? Die vraag ga ik me toch stellen als ik zie met welke hardnekkigheid ik Michiel genoemd blijf worden... Of is dat tegen beter weten in?)

Typisch ook in dit opzicht is hoe het Opus Magnum van Helmut Zander, dat ruim een jaar geleden uitkwam, is ontvangen, speciaal in Nederland. Ik kan me niet heugen dat daar serieus aandacht is geschonken. In het ‘nieuwarchief’ op de website van de Antroposofische Vereniging in Nederland is alleen dit te vinden (een heel eind naar beneden scrollen, tot ongeveer halverwege, bij de datum van 14 oktober 2007):

‘In Duitsland is, vooral onder antroposofen veel te doen om het boek van historicus Helmut Zander “Anthroposophie in Deutschland. Theosophische Weltanschauung und Praxis 1884-1945”. Het is een omvangrijk werk in twee banden waarin Zander in 1800 pagina’s Rudolf Steiner en de antroposofie scherp tegen het licht houdt.

Zander plaatst Rudolf Steiner en zijn ideeën op kritische wijze in hun tijd en historische context. Steiners “geestelijke wereld” houdt Zander voor een onwetenschappelijke kennisbron en hij meent te kunnen aantonen dat Steiner alles heeft ontleend aan schriftelijke bronnen. Een andere basiskritiek van het boek is dat antroposofen te weinig kritisch zijn ten aanzien van Rudolf Steiner en zijn leer. Ze beschouwen hem te veel als een heilige. Zander hoopt dat zijn werk de antroposofen zal helpen om een kritischer houding te ontwikkelen ten aanzien van hun traditie en dat zij het goede van de antroposofie zullen behouden.’

Er worden drie links bijgevoegd, eentje naar een aankondiging op de website van het Duitse maandblad Info3, eentje naar een (slechte, alleen met Internet Explorer te openen) scan van twee artikelen uit het Zwitserse weekblad ‘Das Goetheanum’ en eentje naar dit pdf-document (Engelstalig): ‘In het laatste nummer van Anthroposophy Worldwide staat een artikel waarin Robin Schmidt en Bodo von Plato met elkaar in discussie gaan over Zanders boek.’ De eerste twee respectievelijk geschreven door Johannes Kiersch en Andreas Neider, bij de laatste (het interview op blz. 8 en 9) staat geen auteur vermeld. Ze zijn zeer verschillend van karakter.

Ik wil hier graag enkele uitspraken van Robin Schmidt aanhalen (‘from the Goetheanum’s research group on the cultural impulse’) omdat ik me daar het meest in kan vinden.

‘Helmut Zander writes about anthroposophy as a non-anthroposophist. He is interested in it as a purely historical phenomenon. (...) I find it quite challenging, for instance, to speak or write in a language that does justice to anthroposophy – makes clear what is important to me today – and is appropriate for current academic discourse at the same time.’

Wanneer Bodo von Plato deze stellige uitspraak doet: ‘anthroposophy is open, is public – or it is not anthroposophy’, reageert Robin Schmidt met:

‘Doesn’t openness also have an inner, esoteric aspect? There is no freedom if I entrench myself in my criticism or if I am caught up by enthusiastically and naively identifying myself with something. But avoiding these is not so easy. Openness is really a question of development.

Perhaps Rudolf Steiner has something to teach us here if we understand how he lived in his own time, and then see how anthroposophy might succeed today. In my view, Rudolf Steiner worked quite intensively with his own time and lived into its spirit. He tries to find the future-oriented, Michaelic impulses of his time and surround them with warmth so that people can find a connection to them.

The best way to recognize Rudolf Steiner historically might be found by looking at how he transformed his own time. There are always two levels for examining what we generally perceive today as the whole of anthroposophy: how it is colored by its own time, and what we find as Rudolf Steiner’s creative approach in taking things up and transforming them.’

Bodo von Plato noemt dit uitgangspunt extreem belangrijk:

‘The central question in this whole argument is: What is my relationship to the existence of the real spirit. The decision is made by whether I understand that the spirit is not just something I imagine – it has an active, present nature. It is a creative power, not simply an image.’

Resumerend zegt Robin Schmidt:

‘Helmut Zander goes against the grain. This reveals things that may seem uncomfortable. Much of what arises from his approach in interpretation is selective and it is also colored by his intentions. Even a quick reading will show that a lot is simply wrong, too. But that is an unavoidable part of academic life, and can’t be changed so quickly, even if we are conscious of it.

We know there will be another book on this theme. For instance, through this study I found that the influence of theosophy in the modern anthroposophical movement has remained largely unexplored. Anthroposophists are not the first to try approaching the theme of Christianity from a spiritual-scientific perspective. Nor are they the first who attempted to found schools based on a spiritual pedagogy, or to produce Mystery dramas on the stage. There are areas of theosophy that offered Rudolf Steiner a lot, things that he took up in his own way.

But that certainly does not mean anthroposophy is really theosophy under another name, as Helmut Zander assumes from the first page. If we think of anthroposophy as the core, then there is a context into which Rudolf Steiner stepped actively. Along with the theosophical context there were also the esoteric movements at the turn of the century – the Rosicrucians or Freemasons, for instance. And then there is a third circle where there was a great deal of activity – the infallibility dogma, the Kulturkampf [clash of cultures], and then there were the natural living movements for example, or the social problems at the turn of the century. It is really quite valuable to look at the origins of anthroposophy from these standpoints.’

Dit lijkt me het meest vruchtbare uitgangspunt om met antroposofie verder te komen.


Ik kreeg net een reactie van Ramon De Jonghe per mail. Hij legt zelf uit waarom. Ik laat deze reactie hier graag als een update (14.40 uur) van het bericht van vandaag volgen:

Ik heb drie keer geprobeerd om op je artikel ‘Idioten’ van 12 september een reactie te geven, maar blijkbaar wordt de reactie niet weergegeven. Het zou kunnen dat dat aan de lengte van de reactie ligt (is nogal lang) of omdat er zich een link in bevond. Ik stuur je daarom via deze weg de reactie.

Ik heb op mijn eigen website al aangegeven dat ik op het stuk van Schreve weinig tot niets kan afdingen. Ik heb de door jou geselecteerde fragmenten nog eens kritisch bekeken: volgens mij klopt Schreve zijn argumentatie. Bij één zinnetje twijfel ik echter of dat wel goed gekozen is: ‘het is een coherent onderdeel van een zeer uitgesproken racistisch vertoog’.

Naar mijn aanvoelen is het begrip ‘racistisch vertoog’ meer iets dat we aan bijvoorbeeld een ‘overkokende’ Hitler kunnen toeschrijven, omdat een racistisch vertoog volgens mij meestal gepaard gaat met haat spuien naar andere rassen. Bij Steiner kan ik me niet voorstellen dat zijn rassenleer zou zijn ontstaan uit haat jegens andere rassen. Zelf zou ik gekozen hebben voor: ‘Het is een coherent onderdeel van een uitgesproken visie waarin het maken van onderscheid tussen rassen, waarbij het ene ras hoger wordt geplaatst, meer aanzien krijgt dan het andere, essentieel is.’

Over je hier weergegeven reactie op Antrovista wil ik iets zeggen: ‘Beste Paul Heldens, We spreken hier over een geesteswetenschap. Iemand heeft een publicatie hiervan bestudeerd en stelt daar indringende vragen bij. Misschien is zijn kennis van deze wetenschap te beperkt, waardoor hij deze onjuist beoordeelt. Maar ook dan mag hij een goed antwoord verwachten. Volgens mij gaat het er juist ‘om in het openbaar een inhoudelijke discussie aan te gaan die alle argumenten NIET slechts in één richting waardeert’, maar op de juiste waarde schat. Dus niet alleen maar stellige beweringen doen, in welke richting dan ook, maar zelf tot eigen argumenten komen en deze afwegen, om zo meer inzicht te krijgen. Daar is mijn weblog op gericht. Of moet je hier bang voor zijn? Reactie van Michel Gastkemper’

Ik kan me helemaal in je reactie vinden. Als ik het goed heb begrepen ben jij voor voortgaand onderzoek, zelfs als dat een bevinding van Steiner zou kunnen weerleggen? Lijkt me in ieder geval een betere manier om aan waarheidsvinding te doen dan er bij voorbaat van uit te gaan dat elk woord van Steiner sowieso een niet tijdsgebonden waarheid uitdrukt die dan ook niet meer hoeft te worden bijgewerkt om in een ander tijdsbestek te passen. Maar, laten blijken de waarheid in pacht te hebben trekt mensen aan die zich de moeite getroosten om dat ofwel hard te maken, of te ontkrachten. In die context begrijp ik eigenlijk de kritiek op Steiner en de antroposofie.

De racismekritiek op Steiner en de antroposofie is volgens mij dan ook slechts een voorwendsel om iets dat dieper zit naar boven te halen. Ik vermoed namelijk dat de aanhoudende kritiek op de antroposofische beweging veel te maken heeft met de verafgoding van Rudolf Steiner en de daaruit voortkomende afzondering van wat niet strookt met dat waar Steiner van overtuigd was. Nu is die afzondering op zich niet echt een probleem, want het hebben van een van het gangbare afwijkende visie en die standvastig proberen hard te maken is ook een vorm van afzondering. Het wordt wel een probleem wanneer die visie door haar aanhangers als superieur en zaligmakend wordt uitgedragen, waardoor mensen die die visie niet delen al vlug als onwetend, zelfs minderwaardig worden beschouwd. Er ontstaan twee kampen: de wetende en de onwetende mensen (of de goeden en de slechten, zo je wilt). Dan krijg je toestanden zoals onder andere niet ernstig willen discussiëren met iemand die zich bijvoorbeeld atheïst noemt (kan een atheïst niet helder denken?) of iemand die er een totaal andere visie op nahoudt.

Mij verwondert het dan ook niet dat er mensen opdagen die antroposofen, om verschillende redenen, met Steiners eigen boeken om de oren slaan. En wat overtuigt dan het meest? Dat is ondertussen al 25 jaar duidelijk; de grove uitspraken over andere rassen. ‘Zo heilig en alwetend was hij toch ook niet, wel?’ hoor ik zogenaamd onwetenden al roepen. En als we een aantal van die uitspraken eens onbevangen bekijken, zonder te beginnen over context of tijdsgeest of wat dan ook, dan lijkt me toch duidelijk dat die ‘not done’ zijn? Ze maken echter van Steiner nog geen racist, wat eigenlijk een andere discussie is dan die waarbij er commentaar op zijn uitspraken wordt gegeven. (Paul Heldens maakt dit onderscheid tussen de man en enkele van zijn uitspraken in zijn betoog op Antrovista blijkbaar niet.)

Toemaat: Strikt genomen is het zich in groep afzonderen van de rest van de samenleving op basis van afwijkende ideeën die men als superieur ervaart, waardoor men zich als groep gaat beschouwen als verheven boven rest van de wereld, sektarisme. Ik merk dat dit in de antroposofische beweging sterk aanwezig is, alhoewel er tal van antroposofische organisaties maatschappelijk actief zijn. Mentaal bevinden ze zich volgens mij in een glazen stolp. Er is in de maatschappij een hoge tolerantie voor sektarisme, in die zin dat geprobeerd wordt het woord sekte te vervangen door het begrip ‘Nieuwe religieuze beweging’. Volgens Wikipedia valt de antroposofie daaronder. http://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_religies#Mystiek.


8 opmerkingen:

Anoniem zei

Het wetenschapplijk onderzoek van Helmut Zander naar de antroposofie, hoe goed of slecht dat onderzoek ook mag zijn, geeft de antroposofische beweging een enorme mogelijkheid: zich kritisch met zichzelf uiteen te zetten.

Doet de beweging dat niet en laat ze het onderzoek aan zich voorbijgaan, ziet het er niet goed uit: Zanders werk zal dan op academisch en maatschappelijk vlak namelijk als belangrijkste wetenschappelijke bron het beeld van de beweging gaan bepalen.

Iets om over na te denken.

Anoniem zei

Bericht voor Paul Heldens,

Geachte heer Heldens,

Toch dank voor het uitvoerige commentaar, al zijn we het (voorlopig) niet eens. Een opmerking, mijn naam is echt Floris Schreve (inderdaad van 'Floris ende Blanchefleur') en niet Felix Schreve. Felix is mijn neefje van bijna een jaar oud en die heeft hier werkelijk niets mee te maken. Dus als u dat zou willen corrigeren, ook in uw bijdrage op antrovista, heel graag.

bij voorbaat dank en uitvoerige reactie volgt,

vriendelijke groet,
Floris Schreve

PS er kon tot voor kort niet direct op mijn blog gereageerd worden. Ik heb het nu zo ingesteld dat dit wel kan. Dus voor commentaar, heel graag ook onder mijn blog.

Anoniem zei

We weten allemaal uit ervaring dat er op internet erg veel onzin te vinden is. Niet alles verdient een serieuze reactie. Een wetenschapper of anderszins deskundige zal heus niet in discussie gaan met iemand die overduidelijk weinig tot niets van het onderwerp heeft begrepen. Dat vinden we vanzelfsprekend. Hij zou dat om didaktische of therapeutische redenen toch kunnen doen, maar het is aan hemzelf om te beoordelen of hij daar tijd en energie in wil steken. Niemand zal willen beweren dat hij verplicht is om zich 'kritisch met zichzelf uiteen te zetten' enkel op grond van duidelijk ondeskundige meningen.
De vraag is dan: hoe staat het met het artikel van Floris Schreve in dit opzicht? Paul Heldens maakt duidelijk dat naar zijn inzicht het artikel niets toevoegt aan de bekende epistels van De Groot, Moerland, Jeurissen enz. enz. Hij beperkt zijn reactie door te verwijzen naar literatuur die hierover al in de tachtiger en negentiger jaren is gepubliceerd. Deze artikelen en opstellen zijn niet op internet te vinden en dat is jammer. Misschien moet daar iets aan gedaan worden. Maar een deel van de literatuur die Floris heeft gebruikt staat daar ook niet en die heeft hij desondanks gevonden. De reacties van antroposofische zijde heeft hij niet boven water gekregen (in ieder geval verwijst hij er niet naar) en dat lijkt me een nalatigheid zijnerzijds. Bij de bibliotheek van de Antroposofische Vereniging is dit allemaal te vinden.
Michel en Ramon lijken het een interessant en serieus artikel te vinden, maar gaan daar verder niet inhoudelijk op in.

Michel, ik heb de indruk dat je er vooral op hoopt dat er vanuit antro-kringen inhoudelijk op de kwestie ingegaan zal worden, maar dat je dat zelf niet zal gaan doen en je daarom inhoudelijk op de vlakte houdt. Ik ben bang dat er, behalve van bv. Paul Heldens en ondergetekende, niet veel zal komen. We kunnen speculeren over de redenen daarvoor. Feit is dat, anders dan Ramon op zijn eigen weblog suggereert, het rapport van de Commissie pas tot stand kwam nadat de kwestie de landelijke media haalde, niet naar aanleding van het schotschrift van Toos J.

Ik heb zelf het artikel van Floris, net als Paul, helemaal gelezen, inclusief de verwijzingen (al eerder, via een link op de Simpos-website) en ben tot de conclusie gekomen dat het een erg slecht artikel is. Niet alleen worden er helemaal geen argumenten voor de al in de ondertitel geformuleerde conclusie aangevoerd, het is eenzijdig, het staat vol onbewezen beweringen, onjuistheden en tendentieuze kwalificaties. Maar ik zal dit binnenkort op het weblog van Floris zelf toelichten.
Voor de goede orde: ik beweer niet dat ik aan de goede bedoelingen van Floris twijfel; ik beweer alleen dat zijn inspanningen helaas tot een erg slecht artikel hebben geleid.

groetjes, Herman

Michel Gastkemper zei

Beste Herman,
Dank je voor je reactie!
Op je vraag ingaand, zal ik proberen mijn beweegredenen te schetsen. In mijn weblog ben ik bezig om de antroposofie in Nederland in kaart te brengen, uiteraard vanuit mijn blikveld. Niet per se uitputtend, maar toch wel zo dat je een beetje een overzicht kunt krijgen. Verschillende thema’s zijn hierbij al aan bod gekomen. Andere wachten nog op behandeling. Vaak heeft dit te maken met de tijdrovende research die nodig is om een bepaald onderwerp enigszins tot zijn recht te laten komen. Soms ook is er geen directe aanleiding om er aandacht aan te besteden, en gaat er iets anders, actuelers voor.
Een van die tijdrovende onderwerpen is uiteraard ‘racisme en antroposofie’. Zoals je zelf al constateert is daarover een grote hoeveelheid op internet te vinden, maar uit een heel bepaalde hoek. Vanuit antroposofische zijde staat daar heel weinig tegenover. Voor zover ik weet in boekvorm alleen het hier al vaker genoemde ‘Antroposofie ter discussie’ uit 1985 en het commissierapport uit 2000.
In Duitsland (of de Duitstalige gebieden) is dit heel anders. Maar zij hebben dan ook geen officieel door de Antroposofische Vereniging ondersteund commissierapport, zoals wij in Nederland. Dat durven zij daar niet aan. In Nederland zie je verder wat dit onderwerp betreft ook een grote vermoeidheid. ‘Moet dat nou weer, wat levert het op, alleen maar gezeur en gekift’, hoor je antroposofen denken.
Nu naar Floris Schreve. Het gaat mij er niet om om uit te maken of zij artikel goed of slecht is. Dat is van secundair belang. Ieder bedrijf weet dat het na vijf of zeven jaar weer opnieuw naar zichzelf moet kijken: hoe zit het met de eigen identiteit, met het eigen functioneren, wat is er in de tussentijd veranderd, ook bij onszelf, bijvoorbeeld doordat er nieuwe medewerkers bij zijn gekomen, wat we ons nu bewust moeten worden en in ons bedrijfssysteem moeten incorpereren, willen we in de stroom van de tijd blijven staan. Floris Schreve heeft de moeite genomen om ‘De volkszielen’ grondig te lezen en komt daarin bevreemdende zaken tegen. Door wie hij zich daarbij laat assisteren of influisteren doet niet ter zake, het gaat erom dat hij tot bepaalde vragen komt.
Tussen haakjes, juister is om te zeggen dat hij ‘Die Mission einzelner Volksseelen’ ter hand heeft genomen, de originele Duitse uitgave. De reden daartoe vind ik ronduit schandalig. Uitgeverij Pentagon brengt controversiële boeken zoals deze en ‘Uit de Akasha-kroniek’ uit, die door haar in hun Nederlandstalige versie gecensureerd worden. Daarmee maak je naar mijn mening de zaken alleen maar erger.
Floris Schreve constateert in feite alleen in dit boek, want dit gebruikt hij als zijn enige primaire bron (al het overige dat hij aandraagt is voor mij secundair), dat er een rassenleer bestaat. Vraag 1: klopt de samenvatting die hij van dit boek geeft? Vraag 2: kloppen vervolgens ook de conclusies die hij hieruit trekt? Dat zijn voor mij vragen die na zo’n acht jaar best wel eens weer opnieuw gesteld mogen worden. Zeker als degene die ze aandraagt het commissierapport dat hierover gaat als onvoldoende kwalificeert. Is de maatschappij op zo’n manier verder ontwikkeld, dat ik bepaalde zaken opnieuw moet bezien, herzien zelfs? Is er een blinde vlek die ik nog niet eerder heb gezien, maar die nu zichtbaar wordt? Kortom, onbevooroordeeld het onderwerp opnieuw in ogenschouw nemen.
Ik wil wel zeker deze vragen inhoudelijk zelf nagaan. Een gedegen reactie heb ik niet paraat, die kost tijd. Maar misschien heeft iemand anders die wel. Daar was ik heel nieuwsgierig naar. Er moeten in Nederland toch een paar antroposofen rondlopen die hier gefundeerd op kunnen antwoorden. Anders ben je als antroposofische beweging geen knip voor je neus waard. Of blijft het alleen bij afwachten en bij onraad in een hoekje duiken?
Het artikel van Floris Schreve is hiervoor de actuele aanleiding. Anders was ik in een later stadium zeker op dit onderwerp ingegaan. Nu ontbreekt mij afdoende voorbereiding. De vraag voor mij is ook of ik alleen sta. Of dat het leidt tot een categorische afwijzing, in de zin van: dat is toch allemaal al uitgemaakte zaak. Zo wordt er vaak ook op gereageerd.
Paul Heldens schrijft dat Floris Schreve vijfendertig is. Dat is Robin Schmidt ook, terwijl Rahel Uhlenhof negenentwintig jaar is (zij hebben allebei een in wezen positieve recensie van het boek van Helmut Zander geschreven). Dat zijn jonge mensen die wat hebben met antroposofie en voor een deel daar ook wat mee willen. Zij hebben er niks aan als iets al voor een uitgemaakte zaak wordt versleten. Voor hen geldt dat waarschijnlijk niet. Vermoedelijk willen zij deze zaken voor zichzelf uitzoeken. En wij dan niet, wij blijven lekker aan de kant staan? (Ik ben van jaargang 1960.) Daar voel ik dus niets voor.
Dat zijn zo mijn beweegredenen om het artikel van Floris Schreve als een soort casus aan te grijpen. Niets geen didactische of therapeutische redenen, of het zou om de Antroposofische Vereniging en antroposofische beweging zelf moeten gaan. Want daar ligt volgens mij het probleem.
Nu jij weer!
Met hartelijke groet,
Michel

Anoniem zei

@Michel,

Ik zie dat je mijn reactie op het artikel ‘Idioten’ toegevoegd hebt aan dit artikel. Je hebt trouwens goed ingeschat dat die reactie beter op zijn plaats is onder dat stuk. Waarvoor dank aan de redactie.

Ik ben benieuwd of en hoe er wordt gereageerd en mensen zoals onder andere Paul Heldens, die op Antrovista nu toch vrij nadrukkelijk wordt uitgenodigd om met een argument te komen, de discussie inhoudelijk willen aangaan.

Ik heb trouwens gemaild met Floris Schreve om hem de suggestie te doen, dat als hij een diepgaande discussie wil, hij beter zijn blog open kan stellen voor reacties of eventueel (en daar wil ik desnoods wel tijd in steken) een afzonderlijk platform te creëren om over de racismekwestie in de antroposofie te discussiëren.

Wanneer het over het stuk van Schreve gaat, is zijn blog de meest aangewezen plaats. Dat stuk zou echter, zoals jij dat hebt gedaan, een handvat kunnen zijn om de discussie ruimer aan te pakken, bijvoorbeeld om naast andere artikelen te plaatsen. (Ik laat hier gewoon mijn gedachten even de vrije loop, hoor)

Het verbaast me trouwens iedere keer weer om te zien met welke eenvoud je op je blog bepaalde zaken in het licht weet te plaatsen. Ik heb in die korte periode vanaf ik je blog ben beginnen lezen tot nu al een en ander van je opgestoken (wat je misschien al is op gevallen tijdens het lezen van mijn blog).

Het is voor mij een openbaring dat in het Nederlandse taalgebied iemand van de antroposofische beweging over antroposofie gaat schrijven zonder de dringende behoefte te voelen om in de verdediging te gaan. Dat mag binnen de beweging in Nederland als een gat in de markt worden gezien!

Vriendelijke groet

Ramon

@Herman


Ik schreef eerder al op mijn eigen weblog dat ik me om de racismediscussie op zich niet zo druk maak. Ik ben er momenteel bij betrokken, doordat Floris Schreve uitgebreide reacties op mijn weblog plaatste en ik nu eenmaal het type mens ben die wat op zijn weg komt de nodige aandacht geeft. Dat is uit interesse in de medemens en ik neem die mens en zijn stem inderdaad serieus, zelfs als die stem een geluid zou voortbrengen dat ik niet graag hoor. Maar ik stop dan zeker geen bijenwas in mijn oren.

Je opmerking dat ik niet inhoudelijk op het stuk van Schreve inga, klopt niet. Enkele uren voor je reactie update Michel het bovenstaande artikel en plaatste daarin een reactie van mij, waarin ik een citaat van Schreve in twijfel trek en er iets anders voor in de plaats zet.

Citaat: Bij één zinnetje twijfel ik echter of dat wel goed gekozen is:

'het is een coherent onderdeel van een zeer uitgesproken racistisch vertoog'

Naar mijn aanvoelen is het begrip 'racistisch vertoog' meer iets dat we aan bijvoorbeeld een ‘overkokende’ Hitler kunnen toeschrijven, omdat een racistisch vertoog volgens mij meestal gepaard gaat met haat spuien naar andere rassen. Bij Steiner kan ik me niet voorstellen dat zijn rassenleer zou zijn ontstaan uit haat jegens andere rassen.

Zelf zou ik gekozen hebben voor: 'Het is een coherent onderdeel van een uitgesproken visie waarin het maken van onderscheid tussen rassen, waarbij het ene ras hoger wordt geplaatst, meer aanzien krijgt dan het andere, essentieel is.'

Het is niet veel, maar ik gaf al aan dat ik niet veel kan afdingen op het stuk. Aan de hand van wat ik (weliswaar al een vijftal jaar geleden) heb gelezen rond racisme binnen de antroposofische beweging (o.a. rapport Van Baarda) klopt Schreves argumentatie volgens mij. Ik hoop eigenlijk onderbouwde tegenargumenten te horen van degenen die het met Schreves stuk niet eens zijn. Zelf ga ik niet op zoek naar iets dat er volgens mij niet is. But, please yourself and surprise me.

Iets uitgebreider ben ik door het lezen van het artikel van Schreve ingegaan op het onderwerp racisme. Zie mijn site voor de artikelen ‘Steiner hat gesagt’ en ‘Vraagstuk II’ en reacties daarop: http://antroposofie.wordpress.com/2008/01/08/antroposofie-geen-schadelijke-sekte/#comment-138.

Ik kan trouwens je vaststelling dat wetenschappers of deskundigen niet in discussie zullen gaan met iemand die van het onderwerp niets heeft begrepen, niet onderschrijven. In Vlaanderen bijvoorbeeld is het zo dat erin het onderwijs tot op het hoogste beleidsniveau ouders (officieel) mee mogen discussiëren. De tijd dat alleen priesters konden lezen en schrijven, dus deskundig waren, is al even voorbij. En als we het over deskundigheid in een gesprek over antroposofie gaan hebben…Nu ja, je bent al op mijn site geweest, hé.

Vriendelijke groet

Ramon

Anoniem zei

Beste Michel, Ramon en Herman (en wellicht Paul Heldens als hij dit leest),

Voor het eerst dat ik hier uitgebreid reageer. In mijn stuk verwijs ik er maar heel summier naar, maar dit is volgens mij een buitengewoon heldere en compacte analyse van waar het allemaal om gaat. Het is van een zeker Jana Husman Husmann-Kastein van de Berlijnse Humboldt Universiteit. Alle 'rasmodellen' worden hier buitengewoon compact samengevat en uitgelegd met bronvermelding. Afgaand op wat ik gelezen heb, heb ik toch het idee dat dit zo'n beetje klopt. Het is te lezen op onder de volgende link:

http://www.religio.de/dialog/106/29_22-29.htm

Zo effectief is het bij mijn weten in Nederland nog nooit samengevat, niet door de 'pro's' en niet door de 'contra's'. Maar mochten jullie geinteresseerd zijn, ben heel benieuwd naar jullie mening,

vriendelijke groet,

Floris Schreve

Michel Gastkemper zei

Beste Floris Schreve,
Dank voor je reactie.
Over de bijdrage van Jana Husmann-Kastein, waar jij naar verwijst, is in de Duitstalige antroposofische wereld heel wat te doen geweest. Er bestaat ook een uitgebreidere versie van, als voordrachtsmanuscript, zoals dit is voorgedragen op een congres op 21 juli 2006 in Berlijn: http://www2.hu-berlin.de/gkgeschlecht/downloads/veranstalt/2006/Husmann-Kastein%20Vortrag%20HU%20210706.pdf.
Van dit congres met de titel ‘Kritische Reflexionen zur Anthroposophie’ is een uitgebreid verslag gemaakt door Detlef Hardorp, ‘Bildungspolitischer Sprecher der Waldorfschulen in Berlin-Brandenburg’ en dienovereenkomstig gekleurd: http://www.waldorf.net/html/aktuell/humboldt/index.html.
Dezelfde Detlef Hardorp schreef mede naar aanleiding hiervan op 1 september 2006 een opiniërend artikel in het Zwitserse weekblad ‘Das Goetheanum’, dat wordt uitgegeven door de Algemene Antroposofische Vereniging. Het richt zich dus tot antroposofen; het is op de website ‘Themen der Zeit’ van Michael Mentzel te vinden: http://www.themen-der-zeit.de/content/Unzeitgemaesses_Vokabular.92.0.html.
Heel interessant is de bijdrage van 4 december 2006 op het weblog van Nerone, die zich ook over het manuscript van Husmann-Kastein gebogen heeft. Hij krijgt onmiddellijk bijval van Michael Eggert (Egoisten). Het oordeel van deze twee mensen weegt voor mij zwaar; ik heb ze niet voor niets op mijn blogroll staan.
Tot slot nogmaals Detlef Hardorp, die een jaar geleden inging op een heikele kwestie in Duitsland waarbij Jana Husmann-Kastein ook betrokken was: http://www.waldorf.net/html/aktuell/indexierungsverfahren.htm.
Je ziet aan dit alles wel dat het mij beter lukt om secundaire literatuur op te voeren en bij te houden, dan primaire bronnen te bestuderen. Ik probeer me te beperken tot het Nederlandse taalgebied om het nog een beetje doenlijk te houden, maar dat is bijna onmogelijk, omdat veel met elkaar samenhangt over de grenzen heen. Dus vanuit de verte volg ik de discussies in het buitenland wel zo goed als ik kan, maar er direct een gefundeerd oordeel over geven, zoals je vraag is, kan ik (nog) niet.
Met vriendelijke groet,
Michel Gastkemper

Michel Gastkemper zei

Aha, ik zie dat ik de link naar de bijdrage bij Nerone ben vergeten. Dat is natuurlijk niet erg handig. Hier komt-ie alsnog: http://nerone.wordpress.com/2006/12/04/schwarz-weis-konstruktion/.

Labels

Over mij

Mijn foto
(Hilversum, 1960) – – Vanaf 2016 hoofdredacteur van ‘Motief, antroposofie in Nederland’, uitgave van de Antroposofische Vereniging in Nederland (redacteur 1999-2005 en 2014-2015) – – Vanaf 2016 redacteur van Antroposofie Magazine – – Vanaf 2007 redacteur van de Stichting Rudolf Steiner Vertalingen, die de Werken en voordrachten van Rudolf Steiner in het Nederlands uitgeeft – – 2012-2014 bestuurslid van de Antroposofische Vereniging in Nederland – – 2009-2013 redacteur van ‘De Digitale Verbreding’, het door de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders (NVAZ) uitgegeven online tijdschrift – – 2010-2012 lid hoofdredactie van ‘Stroom’, het kwartaaltijdschrift van Antroposana, de landelijke patiëntenvereniging voor antroposofische gezondheidszorg – – 1995-2006 redacteur van het ‘Tijdschrift voor Antroposofische Geneeskunst’ – – 1989-2001 redacteur van ‘de Sampo’, het tijdschrift voor heilpedagogie en sociaaltherapie, uitgegeven door het Heilpedagogisch Verbond

Mijn Facebookpagina

Translate

Volgers

Totaal aantal pageviews vanaf juni 2009

Populairste berichten van de afgelopen maand

Blogarchief

Verwante en aan te raden blogs en websites

Zoeken in deze weblog

Laatste reacties

Get this Recent Comments Widget
End of code

Gezamenlijke antroposofische agenda (in samenwerking met AntroVista)