Opnieuw winterweer. De ANWB liet vanochtend weten, in ‘Drukke spits door sneeuw’:
‘Sneeuwval heeft woensdagochtend voor een drukke spits gezorgd. Om 08.30 uur stond er 380 kilometer file. Vooral in het westen en zuidwesten lagen de wegen er wit bij. Maar ook in het noorden werd het wit. Door de sneeuw stonden er al vroeg lange files rond Amsterdam en Rotterdam. Later ontstonden ook problemen rond Leeuwarden en Groningen en in West-Brabant.’
Vanavond is het nog niet voorbij, integendeel, blijkt uit ‘Sneeuwval zorgt voor ellenlange files’ (die stonden er om zeven uur nog met een totale lengte van 378 km):
‘Woensdag na het middaguur zorgen hevige sneeuwbuien voor veel overlast. Op veel wegen blijft de sneeuw liggen. Vooral in het midden en zuidwesten van het land staat het verkeer op diverse wegen muurvast. Dat geldt ondermeer voor de A1 Amsterdam-Amersfoort, de A12 Utrecht-Arnhem, de A27 Breda-Almere, de A28 Utrecht-Zwolle en de A58 Vlissingen-Breda.’
Even iets heel anders: niet alleen in het verkeer, ook op andere gebieden levert het koude winterweer problemen op. Daarover kunnen de boeren meepraten, zo blijkt uit het Odinnieuws. Op 29 januari stond daarin dit over ‘Groenten bewaren en bewaargroenten’:
‘Het is dit jaar door de extreme temperaturen voor veel telers niet makkelijk om hun producten te beschermen tegen het koude winterweer. Groenten die boven de grond groeien, bevriezen grotendeels als de temperaturen zo laag zijn. Onze preiteler moet bijvoorbeeld 60-70% van de bladeren van de prei afhalen om het goede gedeelte over te houden. De meeste groenten die onder de grond groeien, kunnen goed tegen de vorst en zullen niet bederven. Maar helaas kunnen die niet gerooid worden zolang het vriest; ze zitten vastgevroren in de grond. U vindt daarom in deze tijd vaker bewaargroenten in uw tas, zoals kolen, bieten, wortelen en uien. Bewaargroenten worden in het najaar geoogst en opgeslagen in schuren of koelcellen. Maar ook in een schuur is het erg lastig om bij extreem lage temperaturen te zorgen dat het niet te koud wordt. Ook onder de bewaargroenten is er dan ook veel uitval dit jaar. Kortom: een grote uitdaging voor onze collega die de inhoud van de tassen bepaalt en de producten inkoopt. We hopen dat u toch geniet van de groenten die de telers te bieden hebben!’
Maar het winterweer heeft natuurlijk ook zijn voordelen, dankzij echte wintergroenten. En soms zit er meer aan vast, zoals op 18 januari in het wetenswaardige ‘Zuurkool van A tot Z’ werd geschetst:
‘Bij een echte winter zoals deze passen echte wintergroenten. Boerenkool, winterwortelen, winterprei, witlof, spruiten, zuurkool. Lekker in stoofschotels, stamppotten of andere stevige gerechten. De meeste winterproducten in uw Odin-abonnement komen nu uit de schuur of koelcel, een deel wordt vers geoogst als het weer het toelaat (bijvoorbeeld winterprei en spruiten) of als het gewas onder een dak is geteeld (bijvoorbeeld witlof) en een deel komt vers van het land uit warmere streken in Europa. Met zuurkool werkt het allemaal iets anders. Zuurkool wordt bereid in een wat uitgebreider proces en u vindt het in uw abonnement in een zakje. Maar hoe wordt zuurkool nu eigenlijk gemaakt? Daar vertellen we u deze week graag meer over. De Demeter-zuurkool van Loverendale wordt gemaakt door G. Kramer & Zonen te Zuid-Scharwoude. Al sinds 1890, vier generaties lang, maken zij zuurkool. En ze zijn nog steeds heel enthousiast over hun product!
Toen de voorvader van de huidige Kramers, Gert Kramer, begon met het bereiden van zuurkool, deed hij de hele teelt en verwerking met de hand. Hij sneed de witte kool met de hand op een koolschaaf en maakte de gesneden kool in oxhoofden, vaten van 200 liter, in. Toen hij de vaten niet zoals gewoonlijk per zeilschip kon vervoeren door bevriezing van de rivieren, rolden hij en zijn werknemers de vaten vier kilometer over het ijs naar het spoorwegstation. Inmiddels is de vierde generatie Kramers net zo enthousiast bezig met de bereiding van zuurkool, maar wel met methodes aangepast aan de huidige tijd en wensen van de consument. Zo wordt de witte kool nu met machines gesneden en in hygiënische plastic fusten verpakt om te fermenteren. En het vervoer gebeurt niet meer per schip.
G. Kramer & Zonen maakt voor Loverendale zuurkool van biologisch-dynamisch geteelde witte kool. De buitenste bladeren worden van de witte kool afgehaald en de kool wordt gewassen en fijngesneden. In voorraadputten, luchtdicht afgesloten met plastic zakken gevuld met water, gaat de kool gisten tot het een aangename zure smaak heeft. Tijdens het fermenteren worden zetmeel en suiker door melkzuurbacteriën omgezet in melkzuur. Zuurkool is door deze omzetting veel lichter verteerbaar dan de oorspronkelijke witte kool en toch heel gezond. Het bevat heel veel vitamine C en is lang houdbaar. En dat was voor de zeevaarders lang geleden al erg handig. Op advies van hun dokters namen Columbus en James Cook zuurkool mee op lange reizen per schip, omdat het een probaat middel was tegen scheurbuik (een dodelijke ziekte veroorzaakt door een gebrek aan vitamine C).
Overigens was zuurkool al ver voor de tijd van de zeevaarders bekend. Er wordt verteld dat de Mongolen zuurkool ontdekt hebben toen ze gesneden witte kool in hun zadeltassen meenamen op hun reizen te paard. Door de warmte en het zweet van de paarden ging de witte kool fermenteren en de Mongolen vonden de friszure smaak van de kool erg lekker. Ook de Grieken en Romeinen aten zuurkool, dat blijkt uit een tekst van Plinius van 130 voor Christus en houten vaten die gevonden zijn. Een eeuwenoude en erg gezonde groente dus! De Kramers raden aan om de zuurkool niet af te spoelen voor gebruik. Dan spoel je alle vitamine C en aroma weg en dat is zonde. Heeft u de zuurkool graag wat minder zuur? Dan kunt u hem het beste koken in zoete witte wijn of een beetje honing toevoegen. Zo wordt de smaak zachter en blijft de voedingswaarde behouden. Lekker & gezond!’
Zoals u misschien ontdekt heeft, heb ik kortgeleden een nieuw item aan deze weblog toegevoegd: helemaal onderaan zijn nu de laatste tien reacties kort weergegeven. Daarbij staat ook deze van Frans Wuijts, bij ‘Literprijs’, op 30 januari 2010 22:58:
‘Hallo Michel,
Je citeert: “Afgelopen week hebben de Demeter-melkveehouders op Warmonderhof in Dronten een eerste ronde tafelgesprek georganiseerd met hun melkverwerkers, handelaren en winkeliers. Onderwerp van gesprek was de melkprijs in de keten van biologisch-dynamische boer tot consument”.Weet je misschien ook of er vertegenwoordigers van consumentenkringen bij dat overleg aanwezig zijn geweest en of dat eventueel verder ook de bedoeling is? Er is immers gesproken over de keten TOT consument. Bedoeld wordt denk ik TOT EN MET de consument. Het lijkt op associatief-achtig overleg, maar dan zouden consumentenvertegenwoordigers daar toch wel ook bij behoren te zijn, vind ik.’
Daar kwam ik de consument inderdaad niet tegen. Maar wel bij Koos Bakker van Odin. Die schreef namelijk expliciet aan de Odin-abonnees op 1 januari, in ‘2010, het jaar van veel initiatieven!’, over ‘Initiatieven om producenten en consumenten met elkaar te verbinden’:
‘Biologische boeren en consumenten die samenwerken, zorgen ervoor dat met respect en inachtneming van deze kwetsbare biosfeer kwalitatief voedsel wordt geproduceerd. Gezonde producten die de mensheid voeden zonder dat het leven in de verre toekomst onmogelijk wordt. Biologische boeren verzorgen groei- en levensprocessen en consumenten van biologische producten maken dat mogelijk. Steeds meer consumenten en producenten realiseren zich dit. Ze kiezen door biologische producten te kopen. Ze kopen die voeding tegen een juiste; voor een eerlijke prijs. Ze brengen zo een ander geldcircuit in beweging, waarmee deze landbouw mogelijk wordt en blijft. Ze vertrouwen op de levensprocessen en krachten die moeder natuur ons heeft geschonken, maar leveren er tegelijkertijd niet passief, maar actief en bewust gekozen een bijdrage aan.
Zo groeit een andere economie, een economie van broederschap. In het begin een zaadje en nu een stevige boom. Een economie waarbij het eigenbelang niet op de eerste plaats voorop staat, maar waarin behoeftes van de enkeling worden gediend en ingevuld door de bijdrage en de inspanning van de ander. Het Odin Groenteabonnement is een markant voorbeeld daarvan. Boeren en consumenten werken samen en realiseren zo een praktische oplossing. 50 abonnees zijn samen goed voor 1 hectare biologische groenteteelt. Boeren en consumenten realiseren zo een toekomst met meer perspectief voor de planeet, voor het klimaat, die ons gezonde producten brengt dankzij de basis die is gelegd door middel van een gezonde economie. Odin hoopt daar ook in 2010 verder aan te bouwen. Wij danken u allen voor de samenwerking in het afgelopen jaar. We deden het graag en met veel plezier. We verheugen ons ook in het komend jaar op een gezonde voortzetting met veel nieuwe initiatieven!
Met hartelijke groet,
Koos Bakker, directeur’
Wat ook erg leuk is bij Odin op de website, is de afdeling met ‘Onze telers’. Ook die versterkt de concrete band met boeren, onder de noemer ‘maak kennis met de telers van Odin’:
‘Om de tassen van het Odin Groenteabonnement te vullen, zijn tientallen telers jaarrond in touw. Elke man of vrouw die voor Odin en u werkt, heeft een eigen verhaal en motivatie om biologisch-dynamisch of biologisch te werken. Met uw keuze voor Odin verbindt u zich met hen en garandeert u een belangrijk deel van hun inkomen. Als u op de bedrijfsnamen hieronder te klikt, krijgt u een gezicht en verhaal bij een aantal namen achter het Odin abonnement.
Wij stellen u voor:
De akkers van Bodo Rammelsberg, “De meeste kersen worden door de vogels opgegeten”
De koude kassen van Harry en Harma Venhuis, “Wij willen laten zien dat een biologisch bedrijf er net zo ordelijk kan uitzien als een gangbaar bedrijf”
De bessen, bramen en pruimen van Harald en Margreeth Oltheten, “Bessen kunnen we echt spuitvrij telen”
De akkers en paarden van Leo en Mieke de Visser, “Het paard is de schoonste energiebron die er is”
De boomgaard van Rein Mantel, “Een boom heeft continu aandacht nodig”
De akkers en kassen van Jan en Inge Schrijver, “De scholeksternesten geef ik zoveel mogelijk de ruimte”
Gerard Brinks en zorgboerderij Thedingsweert, “Wij werken graag kleinschalig, want juist het handwerk is geschikt voor zorgvragers”
De zorgboerderij van de ondernemers Jan Weijsenfeld en Willem Beekman, “Het geeft veel voldoening dat we dit met elkaar kunnen waarmaken”
Coöperatie Salamita: Kwaliteit van de voet van de Etna.
Kiwi-teler Hein Knoll: “Onze dubbele kiwi’s noem ik kiwi’s met een ruim hart en ik vind ze dubbel zo lekker...”
Horizontes Organicos: Bananen met toekomstperspectief’
Absoluut een aanrader op een of meer van die links te klikken en het persoonlijke verhaal erachter te lezen. – Odin kiest expliciet en ondubbelzinnig zo veel mogelijk voor biologisch-dynamisch. Dat kun je niet zeggen van Groothandel Udea, die van de Vita-tas en van Proef.nu. Hoewel... Op hun website lees ik:
‘Udea is licentiehouder van het Demeter keurmerk.’
Dat dan toch weer wél. Hoe dan ook, daar staat onder ‘Nieuws’ vermeld ‘Telers op bezoek’. Klik ik hierop, kom ik op ‘Proef telers komen bij elkaar in Veghel’:
‘Woensdag 13 januari was een bijzondere dag. Meer dan 50 van de 70 biologische telers, die zorgen voor de inhoud van de Proef Vitatas, waren bij elkaar voor de jaarlijkse bijeenkomst. Er werd teruggekeken op de introductie van het merk Proef en de campagne om de makers van de Proef producten in beeld te brengen met leuke filmpjes en verhalen.Ook werd er gediscussieerd over het nut van extra kwaliteitstoezicht op biologische producten.
Lees hier meer over de telerbijeenkomst’
Dat doen we natuurlijk, en dan komen we meteen op de website van Proef.nu en vinden daar dit verslag van 22 januari, ‘Proef telers op visite’:
‘Wat doen de biologische telers in hartje winter als het wekenlang sneeuwt en vriest? Naast de winterse herstelwerkzaamheden aan opstallen en machines, het onderhouden van contacten met klanten, het treffen van voorbereidingen op een nieuw oogstjaar, is er voor de meesten even ruimte om wat vrije dagen te nemen, of... elkaar te treffen op een winterse bijeenkomst bij Proef Vitatas in Veghel.
Woensdag 13 januari was een bijzondere dag. Meer dan 50 van de 70 biologische telers, die zorgen voor de inhoud van de Proef Vitatas, waren bij elkaar voor de jaarlijkse bijeenkomst. Er werd teruggekeken op de introductie van het merk Proef en de campagne om de makers van de Proef producten in beeld te brengen met leuke filmpjes en verhalen. Toen het idee geboren werd om de telers als helden van de Proef producten in beeld te brengen, waren de meesten nog wat terughoudend. “Moet ik ook in beeld? Film gewoon mijn broccoli en rode kool, daar gaat het toch om,” was de reactie aan het begin.
Een jaar later zijn de reacties op de filmpjes en het eigen optreden daarin een stuk positiever. De biologische telers van Nederland zijn bescheiden mensen die hun producten graag de hoofdrol laten spelen. Maar ze krijgen er steeds meer aardigheid in om het verhaal achter die producten, hun verhaal over hun bedrijf, te vertellen. Het zijn altijd heel persoonlijke verhalen.
Op de bijeenkomst werd ook gediscussieerd over het nut van extra kwaliteitstoezicht op biologische producten. Proef laat regelmatig monsters analyseren op residuen, om te testen of het niet gebruiken van chemische bestrijdingsmiddelen ook leidt tot het gewenste eindresultaat: residuvrije biologische groenten en fruit. Proef werkt daarin samen met 15 andere biologische bedrijven in Nederland die ook extra kwaliteitstoezicht uitvoeren. Het beeld van één jaar extra kwaliteitstoezicht is positief: circa 90% van alle biologische producten zijn volledig residuvrij. 8% bevat hele kleine contaminaties (onder de zeer strenge babyvoedingnorm) en in 2% van de gevallen wordt de babyvoedingnorm overschreden. In die gevallen wordt onderzocht hoe de contaminatie veroorzaakt is en volgt meestal afkeuring.
De Proef telers staan positief tegenover het extra kwaliteitstoezicht op residuen. “We willen gewoon topkwaliteit leveren en dan moet je ook controleren op het eindresultaat.” Met deze Proef telers gaat Proef Vitatas vol vertrouwen een nieuw teeltseizoen tegemoet.’
U ziet het: de biologisch-dynamische methode wordt niet specifiek genoemd. Maar er zitten dus inderdaad boeren onder die biologisch-dynamisch werken. Zo staat er bijvoorbeeld bij ‘Zuivelboeren’:
‘Zuivel van Proef is van biologische dynamische kwaliteit. Diverse boeren leveren de melk aan voor ons merk. Lees hier meer over deze melkveehouders.’
Maar of men ook dezelfde consumentenfilosofie heeft als Odin, dat is mij niet bekend.
1 opmerking:
das ist ja eine nette zusammenstellung. sehe ich das richtig, dass ihr schneemengen auch nicht gewohnt seid?
und dann deine einkaufsempfehlungen:-)
bei schnee kommt allerdings kein kohl oder poree vom acker
Een reactie posten