‘Medio 2007 heeft de Bellisgroep de vraag gesteld aan de bestuurders van Zonnehuizen Kind en Jeugd en Bronlaak-Heimdal tot samenwerking bij de noodzakelijke herinrichting van zorg- en dienstverlening van Michaelshoeve en Overkempe. De achtergrond voor de vraag is dat onder meer door toenemende complexiteit van de zorgvragen en het ontbreken van de vereiste deskundigheid en expertise, de kwaliteit van de zorg- en dienstverlening van de Michaelshoeve en Overkempe ernstig te wensen overlaat. Voor waarborging van de continuïteit en kwaliteit van de dienstverlening blijkt samenwerking met een gespecialiseerde professionele instelling noodzakelijk.’
Zo was te lezen in het bericht ‘Zogenaamde Lievegoedimpuls’, waarin ik op donderdag 24 juli het jaarverslag (de ‘Jaarverantwoording 2007’) van Zonnehuizen Kind en Jeugd doornam. Op 7 mei had ik deze ontwikkeling reeds gemeld, in een bijdrage onder de titel ‘Fusiegeweld’:
‘Stichting Michaelshoeve-Overkempe werkt toe naar een fusie met Zonnehuizen per 1 januari 2009’.
Nu staat al geruime tijd op de website van de Bellisgroep de Jaarverantwoording van Stichting BellisGroep van 2007. Dat is al een hele vooruitgang, want die van 2006 ontbreekt. Jaarverslag 2005 is wel aanwezig, maar dit draagt een totaal ander karakter. Hierin is nog sprake van Heimdall in Brummen en Urtica/De Vijfsprong in Vorden als onderdelen van de BellisGroep. Ook zijn er veel vrolijke interviews te vinden met vele betrokkenen. En dan dit:
‘De Michaelshoeve heeft het jarenlange traject naar nieuwbouw bijna afgerond. In december zijn alle stukken naar het Ministerie van VWS gestuurd. Dit was de laatste stap in afronding van de procedure voor start van de bouw. De bouw zal naar verwachting na de bouwvakantie van 2006 starten.’
In de Jaarverantwoording 2007 is wel een heel ander geluid te horen. Veel en veel zorgelijker. Wat is er in de tussentijd gebeurd? Waar is het misgegaan? Dat kan ik hieruit niet afleiden. Wel is de BellisGroep te prijzen dat het zo onverbloemd de problemen benoemt. Want dat gebeurt in dit document. Meteen op blz. 4 begint het Jaardocument 2007 met het ‘Maatschappelijk verslag’. Daar lezen we de uitgangspunten van de verslaggeving:
‘De BellisGroep bestaat uit drie locaties, te weten de Michaelshoeve te Brummen, Overkempe te Olst en Verdandi te Loenen. De BellisGroep is de moederstichting. De Michaelshoeve richt zich op kinderen en jongvolwassenen met een verstandelijke beperking. Overkempe en Verdandi richten zich op jongvolwassenen en volwassenen, eveneens met een verstandelijke beperking. Dit jaarverslag betreft de periode 1 januari 2007 tot en met 31 december 2007.’
Op de volgende bladzijde worden ‘cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten’ genoemd:
‘De Michaelshoeve, Overkempe en Verdandi richten zich op de zorg- en dienstverlening in de sector verstandelijke handicap. De capaciteit is gebaseerd op de laatst afgegeven toelatingsbeschikkingen en bedraagt voor de Michaelshoeve 104 plaatsen verblijf met behandeling, waarvan 10 plaatsen door Verdandi worden benut en 6 plaatsen verblijf zonder behandeling. De capaciteit van Overkempe bedraagt 136 plaatsen met behandeling. Voor zowel de Michaelshoeve als Overkempe geldt dat binnen de toelating een capaciteit van 15 SGLVG-plaatsen verblijf is opgenomen.’
Maar op blz. 8 beginnen de problemen zich al af te tekenen:
‘In 2007 vonden er vaker dan gebruikelijk vergaderingen plaats van de Raad van Toezicht met de interim-bestuurder. De redenen voor dit frequenter overleg waren onder andere het achterblijven van de kwaliteit van de zorg en het proces van samenwerking dat op termijn mogelijk tot een juridische fusie gaat leiden.’
‘Met betrekking tot de kwaliteit van de zorg is geconstateerd dat deze dient te verbeteren. Dit is één van de redenen geweest om besprekingen aan te gaan met een grotere, professionele instelling. De besprekingen hebben ertoe geleid dat in 2007 de intentie is uitgesproken om tot samenwerking en uiteindelijk in 2009 tot een juridische fusie te komen. Het al dan niet tot stand komen van deze fusie is nog aan onzekerheden onderhevig.’
Blz. 10 meldt in dit kader:
‘Net als in 2006 werden in 2007 verdere inspanningen verricht om zowel het niveau van de kwaliteit van de zorg te verbeteren als om de financiële bedrijfsvoering gezond te maken. (...) Met betrekking tot de kwaliteit van de zorg zijn, in nauw overleg met de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Zorgkantoren, plannen gemaakt en maatregelen genomen om de kwaliteit te verbeteren.’
Zo is bijvoorbeeld op blz. 12 te lezen onder ‘tekortkomingen’, waarmee waarschijnlijk die van de Michaelshoeve worden bedoeld:
‘De deskundigheid van de medewerkers is tekort geschoten, dit wordt zichtbaar door de veranderende doelgroep, er is gebleken dat medewerkers niet voldoende toegerust zijn om de zorgvragen waarvoor zij zich gesteld zien te beantwoorden. Er zijn veel uitzendkrachten ingeschakeld, dit kwam niet altijd ten goede aan de rust en regelmaat die werd beoogd. Door een gebrek aan ontwikkelde scholing en directe coaching op de werkvloer werd optimale zorg niet altijd gehaald.
– Acties
Er is een scholingsfunctionaris aangesteld die een jaarplan heeft opgesteld waarin genoemde aandachtspunten jaarlijks worden beschreven en uitgevoerd. Gedurende het fusietraject wordt de organisatie zo ingericht dat er op de groepen meer teamleiders aanwezig zullen zijn die tijd kunnen besteden aan het coachen op de werkvloer. Om een duidelijke afbakening van taken en verantwoordelijkheden te creëren zal er functiedifferentiatie worden toegepast. Het gestarte fusietraject met de Zonnehuizen maakt het mogelijk de noodzakelijke kennis, vaardigheden en houding aan te vullen. Concreet zal de formatie van gedragskundige worden uitgebreid en bijzondere aandacht worden besteed aan beleid op agressie en seksueel grensoverschrijdend gedrag. De inhuur van uitzendkrachten is tot een minimum teruggebracht en het leidinggevende kader is getraind in het voeren van verzuimgesprekken in samenwerking met personeelszaken.’
Maar ook Overkempe kent tekortkomingen (blz. 14):
‘De zorgplansystematiek bleek niet meer toereikend. De doelen waren niet helder en meetbaar geformuleerd. Uit verschillende perspectieven is gebleken dat de professionaliteit van medewerkers te wensen overliet.
– Acties
De zorgplansystematiek is verbeterd en getoetst door de Inspectie voor de Gezondheidszorg. In het fusietraject worden plannen gemaakt om de herinrichting van Overkempe in samenwerking met de Zonnehuizen vorm te geven. Dit houdt o.a. in dat er sprake is van duaal of triaalmanagement gericht op een samenhangende zorginhoudelijke en beheersmatige aansturing van de uitvoerende operationele zorgprocessen.’
Op beide locaties zijn er ook puur fysiek-technische tekortkomingen (blz. 16-17). Om te beginnen die in de Michaelshoeve. Hier komen we bovendien geplande nieuwbouw tegen: dezelfde als die in 2006?
‘De technische dienst is ingekrompen waardoor technische controles niet structureel worden uitgevoerd. Voor een aantal huizen geldt dat een aantal doelgroepen niet passend is. Dit komt door te smalle gangen, (soms) ontbreken van hoog-laag bedden, donkere ruimtes en weinig overzicht.
– Acties
Met het oog op de geplande nieuwbouw in het eerste kwartaal 2009 zal de toegankelijkheid worden meegenomen in het project veiligheid en eventuele aanpassingen worden uitgevoerd. De toegankelijkheid van de vluchtwegen op de buitenlocatie Helios zijn in mei 2007 aangepast. Ook op Overkempe is in de huizen waar de zorgvragers wonen rekening gehouden met hun lichamelijk beperkingen. Daar waar nodig zijn alle faciliteiten op de begane grond gesitueerd. In een enkel geval is er een traplift geplaatst.
– Tekortkomingen
De technische dienst is ingekrompen waardoor technische controles niet structureel worden uitgevoerd. Er is niet voldoende rekening gehouden met de ouder wordende bewoners.
– Acties
Er is een facilitaire manager aangesteld die uitvoering geeft aan onderhoud en andere structurele technische werkzaamheden. Door de technische dienst worden er aanpassingen gedaan om de oudere doelgroep te faciliteren andere tekortkomingen zijn beschreven in het lange termijn huisvestingsplan.’
Maar nog ernstiger is het falende personeelsbeleid (blz. 17-18):
‘Bezoeken van de Inspectie van de volksgezondheidszorg hebben aangetoond dat de kwaliteit van zorg stevige verbetering behoeft. Als een van de oorzaken is genoemd de verwaarlozing van het personeel. In 2007 is hard gewerkt om dit te verbeteren.
Algemeen:
Dit heeft geleid tot een nadrukkelijker aansturing op de werkvloer op de Michaelshoeve. Gestart is met de voorbereidingen voor invoering van functiedifferentiatie op Overkempe. Er is meer aandacht gegeven aan scholing (onderwerpen als bejegening, licht verstandelijk gehandicapten, seksualiteit, agressie, bedrijfshulpverlening). Op Overkempe hebben alle medewerkers hun functioneringsgesprekken gehad. Op beide locaties is hard gewerkt om het personeel zo goed mogelijk in te zetten, zodat er veel minder uitzendkrachten nodig waren. Meer aandacht is gegeven aan procedures en afspraken, zodat voor een ieder helder is wie waar verantwoordelijk voor is in de zorg rondom de bewoner. Zo is op Overkempe is gestart met de voorbereiding richting HKZ-certificering.’
Hiervan was al in 2005 sprake. Dit stond er toen:
‘Op zowel Michaelshoeve als Overkempe wordt gewerkt aan HKZ-certificering. In 2006 zal worden getracht het opstartcertificaat te behalen.’
De BellisGroep is geen kleine organisatie:
‘Ultimo 2007 waren 465 medewerkers in dienst die tezamen 277 FTE vertegenwoordigen, tegenover 444 medewerkers of 260 FTE in 2006. In 2007 stroomden 124 medewerkers in (57,8 FTE) en 103 (52,4 FTE) uit. In 2007 waren er 100 vacatures, waarvan 80 patiënt-/cliëntgebonden en zijn er 20 vacatures moeilijk invulbaar, waarvan 15 patiënt-/cliëntgebonden.’
‘Het ziekteverzuim is in 2007 (8,9%) gestegen ten opzichte van 2006 (7,8%). Hiervoor hebben de leidinggevenden een trainingsdag gevolgd om de ziekteverzuimbegeleiding beter te kunnen doen. Eveneens hebben zij een voorlichting bijgewoond van Intend over signalering van en begeleiding bij psychische werkgerelateerde klachten. Door wisselende bedrijfsartsen is de communicatie en samenwerking met de Arbo-dienstverlener niet naar wens verlopen. Het contract met hen is dan ook opgezegd. Voor 2008 is een nieuwe Arbo-dienstverlener gevonden.’
En hoe staat men er financieel voor? (blz. 18-19)
‘In het boekjaar 2007 is een positief resultaat behaald van € 24.000 tegenover een negatief resultaat van € 140.000 over 2006. De verbetering van het resultaat is toe te schrijven aan gewijzigd financieel economisch beleid en bedrijfsvoering.
Het resultaat over 2007 ad € 24.000 positief werd voor € 531.000 positief en voor € 352.000 negatief beïnvloed door eenmalige en/of incidentele posten. Zonder deze eenmalige posten bedraagt het genormaliseerde resultaat over 2007 € 155.000 negatief, tegenover € 277.000 negatief in 2006.’
Tot slot: wie zijn er momenteel verantwoordelijk voor deze organisatie?
Als bestuurder ad interim wordt S. Holvast genoemd (blz. 6). De Raad van Toezicht (blz. 7) bestaat uit J.E. van Ewijk, voorzitter, A.J.G.G. van Oorschot, financiën (ook lid Raad van Toezicht Zonnehuizen), A.P. den Exter, gezondheidsrecht/juridische zaken, J. Zwitser, gezondheidsrecht, en J. Bijker, financiën.
Commentaar op dit alles zal ik niet geven; dat kan iedereen zelf wel bedenken.
7 opmerkingen:
Ik kan natuurlijk van alles zelf bedenken, maar van het jaarverslagenjargon wordt ik niet veel wijzer. Er zijn allerlei problemen, zo veel wordt duidelijk. Maar wiens problemen dat zijn, wie ze constateert, wie er last van heeft, waardoor ze in eerste instantie zijn ontstaan wordt en hoe ze kunnen worden opgelost, blijft volstrekt onduidelijk. Slecht management? Een bemoeizuchtige en bezuinigende overheid? Personeelstekorten?
Een jaarverslag geeft het perspectief van de bestuurders weer. Wat vinden de werkers, de 'cliënten', de ouders?
@Herman
'Een jaarverslag geeft het perspectief van de bestuurders weer. Wat vinden de werkers, de 'cliënten', de ouders?'
Een jaarverslag geeft ook het perspectief van de inspectie weer. Dat is een externe organisatie die onafhankelijkheid beoogt.
Als je tevredenheidsonderzoek bij personeel, cliënten en ouders doet kom je erin bovenstaand geval niet uit, omdat er blijkbaar nogal wat personeelswissels zijn. Ook dient men dan ex-werknemers, ex-cliënten en hun ouders te horen, omdat die mensen hun ervaringen ook bijdragen tot de beeldvorming.
Ik vermeld dit even omdat het meestal zo is dat tevreden mensen blijven waar ze zijn en ontevredenen meestal vertrekken. De onderliggende redenen om te blijven of te vertrekken staan vaak lijnrecht tegenover mekaar.
Om even een voorbeeld te geven: Hogeschool Helicon kwam vanwege onderwijsinspectie in 2005 onder druk te staan om de onderwijskwaliteit te verbeteren. Nochtans werd Helicon de afgelopen drie jaar door de studenten als beste pabo van Nederland verkozen. Ik zat daar in die periode zelf en kan me zowel in de visie van de studenten als in die van onderwijsinspectie vinden. Onderwijs mag buiten 'gewoon leuk voor de studenten' ook tot zichtbare prestatie en dito resultaten leiden.
mvg
Ramon
@Ramon
Akkoord, mee eens.
Wat ik wilde aangeven is dat je, om de problemen te begrijpen, naar de hele 'biografie' van zo'n instelling moet kijken. En daar horen natuurlijk de uit onvrede vertrokkenen ook bij.
Of een externe instantie als de inspectie hier een zinvolle rol kan spelen is natuurlijk sterk afhankelijk van de insteek van de persoon/personen die deze inspectie verricht(ten).
En het belangrijkste criterium blijft natuurlijk het oordeel van de 'klanten'. Om jouw voorbeeld te gebruiken: als de scholen, ouders en kinderen ontevreden zijn over hun 'Helicon'-leerkrachten, heb je weinig een een positief inspectie-rapport (en andersom).
Beste Ramon, beste Herman,
Dankjewel voor jullie reacties. Om te beginnen ben ik blij dat er in ieder geval zulke jaarverslagen bestaan, anders zou je vermoedelijk helemaal niets van wat er in antroposofische instellingen gebeurt te weten komen. Maar dat die maar een heel bepaalde afspiegeling vormen van de werkelijkheid, is een waarheid als een koe. Waar vind je nog goede, waarheidsgetrouwe berichtgeving over dit soort zaken in antroposofische organisaties, of berichtgeving überhaupt?
Toch moet je misschien eerst nog de vraag stellen, of je wel moet willen weten wat er gebeurt. Is dat wel een publiekelijke zaak? Wat heb ik te maken met hoe het gaat met de Bellisgroep? Ik ben toch geen betrokkene? Waarom me dan toch bezighouden met de ellende van een ander? Daarop is natuurlijk het antwoord mogelijk dat het hier ook om publieke gelden gaat waar ik ook aan heb meebetaald. Dus een maatschappelijke opgave van de instelling om publieke verantwoording af te leggen, en mijn eigen maatschappelijke taak om daar kennis van te nemen en zodoende bewust bij te dragen aan een juist gebrek van deze publieke gelden.
Dat ik hierover begin komt misschien wel een beetje overdreven over, maar als ik over zulke zaken schrijf, en dat geldt nog sterker wanneer ik zo’n instelling ken, ook al is het op afstand omdat ik er enkele keren ben geweest en niet veel meer dan dat, dan spelen deze vragen wel altijd door mijn hoofd: wat doe ik de mensen aan die daar wonen, werken en leven door hierover te schrijven? Het gaat mij in alles om de persoonlijke, individuele waarde van een zaak, ook al betreft het iets groters dan een individu, namelijk een instelling of organisatie. In principe moet voor mij de organisatie ten dienste van een individu staan, hoewel je ook dat niet absoluut kunt nemen, want soms moet het belang van een organisatie gaan boven dat van een enkel individu of zelfs enkele individuen. – Jullie zien dat ook ik behoefte heb om me te verantwoorden voor wat ik doe en hoe ik dat aanpak. Over iets of iemand schrijven is altijd een ethische kwestie, hoe dan ook.
Het is daarom dat ik zo veel mogelijk zoek naar feitelijke informatie, gewoon om goed geïnformeerd te zijn, vandaar steeds alle links naar de bronnen waarvan ik gebruik heb gemaakt. De kunst is dan om in kort bestek een overzichtelijk beeld te geven van een situatie.
Dat is in dit geval nogal lastig. Het zijn maar snippertjes informatie die naar buiten komen, en hoe moet je die beoordelen? En laat je mensen, juist ook in moeilijke omstandigheden, want die zijn er nu eenmaal in het leven, hierbij voldoende in hun waarde (zonder de waarheid te verbloemen, uiteraard)? Houd je genoeg rekening met de ontwikkelingsmogelijkheden, met de potentie van wat hieruit worden kan? Aan de andere kant, je kunt niet alles van tevoren weten, soms moet je in vertrouwen op een goede afloop dingen beschrijven die je absoluut nu nog niet kunt overzien. Het is niet zomaar keiharde journalistiek die ik wens te bedrijven, integendeel. Het is altijd een zoeken naar de waarheid, want die is niet eenvoudigweg gegeven.
Uit de bronnen die ik noemde, is nog veel meer te halen. Ik heb geprobeerd het kort en overzichtelijk te houden en dat is maar matig gelukt, vind ik zelf. Niet alles in die bronnen is ook even duidelijk, dit ter verontschuldiging. Achter het maatschappelijk verslag van de Stichting Bellisgroep begint op blz. 20 de jaarrekening over 2007. Zoiets is altijd een complex document, niet makkelijk te lezen, waar bovendien ook niet alles mee gezegd is. Uit alles blijkt wel, dat er een geweldige onevenwichtigheid is tussen de Michaelshoeve en Overkempe. Kijk bijvoorbeeld op blz. 47 naar de toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening van de Michaelshoeve. Dan valt op dat er een jaarlijks tekort is van enkele tonnen en dat de personeelskosten een veel te groot deel van de inkomsten opslurpen. Vooral als je dit vergelijkt met Overkempe op de volgende bladzijde, waar dit ongeveer een derde uitmaakt van de inkomsten. Dat is een veel betere verhouding, waardoor Overkempe blijkbaar het deel overhoudt wat de Michaelshoeve te kort komt. Dat is een wel erg scheve situatie, die nooit te lang mag duren.
Een andere bron, die ik niet genoemd heb, maar die wel te vinden is op de webpagina met jaarverslagen die ik heb aangegeven, is het verslag uit 2004 van de Ondernemingsraad van Michaelshoeve-Overkempe. Op blz. 6 is te lezen over ‘Financiële situatie en bezuinigingen’:
‘Begin mei krijgen alle medewerkers een brief toegestuurd over de financiële situatie en maatregelen die genomen worden om te bezuinigen. De ondernemingsraad vraagt zich af hoe dit zo ver heeft kunnen komen. Ook spreekt ze haar bezorgdheid uit over de maatregelen die genomen worden. Op korte termijn zullen die maatregelen de kosten kunnen beheersen, maar op de langere termijn zijn investeringen minstens zo belangrijk.’
Even daaronder, bij ‘Raad van Toezicht’, staat er:
‘Ook de Raad van Toezicht heeft zorg om de financiële situatie van de Michaelshoeve. In 2002 is er een brandbrief gestuurd aan de verschillende verantwoordelijke instanties, maar daar is nooit op gereageerd. Als de resultaten negatief blijven zal dit opnieuw gebeuren.’
Ga je via het linkermenu naar de website van Overkempe, vind je daar bovenaan onder ‘Actueel’ meteen ‘Inspectierapport 2008’. Daarin is veelal hetzelfde, soms zelfs in dezelfde bewoordingen, te lezen als wat er over Overkempe in het jaarverslag van de Bellisgroep staat. In dat opzicht heeft Ramon De Jonghe volkomen gelijk als hij stelt dat een jaarverslag vooral de optiek van de Inspectie weergeeft. Maar waarom is er op de website van de Michaelshoeve niet zo’n inspectierapport te vinden? Je kunt je, na alles gelezen te hebben, toch niet voorstellen dat de Inspectie zich alleen over Overkempe zorgen heeft gemaakt. Daar gaat het relatief nog het beste, zou je zeggen. Zie ook op de website de twee eerste nummers van het nieuwe blad ‘Overkempe, Onze zorg’. Daaruit spreekt hoop voor de toekomst. Bij de Michaelshoeve lijkt die nog helemaal afwezig.
En om op de vraag van Herman Boswijk terug te komen of de oorzaak van de problemen ligt in slecht management, een bemoeizuchtige en bezuinigende overheid of personeelstekorten, een voor de hand liggend antwoord: waarschijnlijk een ongelukkige combinatie van deze factoren. In de hele zorg wordt steen en been geklaagd over de toegenomen druk van buitenaf op het presteren van organisaties, in die mate dat de prestaties eronder lijden. Ik vond wat dit betreft donderdag een veelzeggend opinieartikel in Trouw, dat weliswaar over verpleeg- of verzorgingstehuiszorg gaat, maar ook voor de hele sector kan spreken (zie http://www.trouw.nl/opinie/podium/article1842392.ece).
Met vriendelijke groet,
Michel Gastkemper
Herman,
Ik begrijp dat achter de gegevens in een rapport of verslag een groter verhaal, of zoals je wilt, biografie of historiek, schuilgaat.
En dat is een factor die niet mag worden verwaarloosd, daarin treed ik je bij.
Ik zie zelf een rapport of verslag niet als zaligmakend, maar wel als een document dat kan dienen om in vogelvlucht de werking van een organisatie te bekijken. Aan de hand van bijvoorbeeld een inspectieverslag kan een gesprek op gang komen om voor- en nadelen van een organisatie in kaart te brengen...en te verbeteren. Want uiteindelijk is toch de bedoeling van iets aankaarten dat we tot een oplossing, antwoord komen?
groeten
Ramon
Goeie post! top
Gr,
BHV Cursus
Goeie post! top
Gr,
BHV Cursus
Een reactie posten