Woningcorporatie Elan Wonen meldt op haar website (klik op ‘Projecten’ en ga dan naar ‘FERM’) dat het vandaag een bijzondere dag is:
‘Buurtschap Ferm-Rozemarijn is inmiddels opgeleverd en in gebruik genomen. Op 16 september wordt het complex officieel en feestelijk overgedragen aan de Raphaëlstichting.’
Waar dit eigenlijk over gaat wordt nader uitgelegd:
‘Buurtschap Ferm-Rozemarijn is een bijzonder nieuwbouwplan aan de Belgiëlaan in Haarlem. Het buurtschap vindt inspiratie in de antroposofie en is een woonvoorziening voor twintig kinderen en jongeren met ontwikkelingsproblemen en mantelzorgers van de Raphaëlstichting. Elan Wonen verhuurt de complete buurtschap aan de Raphaëlstichting. Klik hier voor meer informatie over de Raphaëlstichting. Ook heeft de Raphaëlstichting een nieuwsbrief gemaakt over de nieuwe buurtschap Ferm-Rozemarijn. Klik hier om deze nieuwsbrief te lezen.
Het plan is ontworpen door De Koning en Vissers architecten uit Haarlem. In het buurtschap worden twee eengezinswoningen, twee maisonnettes en zeven appartementen bewoond. Verder wordt woonruimte voor drie woongroepen en een aktiviteitenruimte gerealiseerd.’
Ga je via de link waar meer informatie over de Raphaëlstichting wordt beloofd naar het ‘laatste nieuws’, vind je het bericht ‘Ferm Rozemarijn in gebruik genomen’ dat daar al een poosje te lezen is:
‘De eerste bewoners van Ferm Rozemarijn hebben in augustus hun nieuwe behuizing aan de Belgiëlaan in Haarlem betrokken. Ferm Rozemarijn is een uniek buurtschap voor kinderen met een intensieve zorgvraag en jongvolwassenen die sociaal kwetsbaar zijn. Ook wonen er 4 gezinnen en zijn er twee werkplaatsen gehuisvest.’
In de nieuwste uitgave van de Veerman (nr. 92 van september 2008), het informatieblad van de Raphaëlstichting, wordt uitgebreid verslag gedaan van de ontwikkelingen bij dit nieuwe initiatief.
‘De Raphaëlstichting probeert antwoord te vinden op elke zorgvraag die haar wordt voorgelegd. Waar dat toe kan leiden is ondermeer te zien bij Ferm Rozemarijn, vlakbij het Spaarne aan de Belgiëlaan in Haarlem. In dit unieke buurtschap wordt onderdak geboden aan cliënten met wel zeer uiteenlopende beperkingen.
Op Ferm Rozemarijn zijn twee woongroepen voor kinderen en jongeren met een meervoudige handicap. Zij gaan overdag naar het kinderdagcentrum van Rozemarijn in Heemstede. In een ander gedeelte van het gebouw wonen 14 jongvolwassenen, waarvan zes in zelfstandige appartementen. Zij die wat meer begeleiding nodig hebben, wonen op kamers die in verbinding staan met twee gemeenschappelijke ruimtes waar samen gegeten kan worden. Kán... want het is ook mogelijk om op de eigen kamer te koken.
De jongvolwassenen hebben overdag hun eigen programma. Sommigen werken op een van de werkplaatsen van Ferm Rozemarijn en bakken daar brood of zorgen voor het onderhoud van de tuin. Anderen werken in de stad (o.a. bij Paswerk) of gaan naar school. Eén van hen gaat op de administratie van Rozemarijn in Heemstede aan de slag.
In Ferm Rozemarijn is ook een logeergroep voor 6 kinderen gehuisvest. Op woensdagmiddag wordt er gespeeld en in de weekends komen er kinderen logeren. Om de buurtschap compleet te maken zijn er in het gebouw vijf woningen voor medewerkers en gezinnen. Zij leven als ‘goede buur’ midden in deze gemeenschap.
Voor Rozemarijn brengt de nieuwe locatie grote veranderingen. De organisatie, in 2002 begonnen met 6 kinderen en 7 medewerkers, biedt inmiddels zorg aan meer dan 70 cliënten en werk aan plm. 80 medewerkers.’
Verslaggever, fotograaf, redacteur en publiciteitsman van de Raphaëlstichting Jan Verweij komt vervolgens een van de nieuwe bewoners tegen.
‘Sam Warmerdam is 17 jaar en heeft net zijn eerste nacht op Ferm Rozemarijn doorgebracht als ik hem in de gang tegenkom. Hij stemt meteen in met een interview voor de Veerman, maar wil wel graag dat ik zijn ouders vraag of het wel goed is. Via zijn mobiele telefoon stemt zijn vader in en kan het gesprek beginnen.
Sam woont op een van de kamers die verbonden zijn met een gemeenschappelijke ruimte. Hij heeft een eigen toilet en douche. In zijn kamer staat een keukenblok waar hij zelf een maaltijd zou kunnen bereiden. Maar voorlopig blijft hij met de anderen eten. Sam heeft redelijk geslapen, maar moet nog wel wennen. Dat is ook goed voor te stellen. Tot zijn verhuizing woonde hij nog bij zijn ouders.
Sam: “Toen mijn ouders vertelden over Ferm Rozemarijn wist ik meteen: dit is mijn kans. Hier kan ik wonen én werken: ideaal! Vorig jaar ging ik nog vijf dagen in de week naar school. Ook heb ik toen een stage gedaan in de banketbakkerij van Fermento in Alkmaar, dus ik ben al gewend om te werken. Als ik hier niet naar toe was gegaan, had ik nog een jaar op school gezeten. Nu ga ik drie dagen in de bakkerij en twee dagen op de tuin werken en daar heb ik veel zin in. Ik heb aardige medebewoners die ik al had ontmoet op de kennismakingsbijeenkomsten. Het klikte. Ik had er meteen zin in.”’
Op een van de volgende bladzijden wordt de lezer getuige van een bijzondere, experimentele ‘kunstenaarsbende’ onder de titel ‘Kunstweek Ferm Rozemarijn – een verslag’.
‘Ergens in mei vroeg Astrid van Zon aan ons of wij een kunstweek wilden organiseren voor de nieuwe groep bewoners van Ferm Rozemarijn in Haarlem. Jongvolwassenen. “Héél leuke mensen, hoor” zei ze er nog erbij. Wij, Margriet Barends, Robert van Westendorp en Harm van der Meulen – alle drie beeldend kunstenaar – zeiden na een korte bedenktijd ja en werden enthousiast. Niet de hele tijd natuurlijk. Ik had ook mijn twijfels. Zou het wel lukken? Wat voor mensen zijn het? Wat hebben ze? Kunnen ze wat, of is alles wat ze doen meegenomen, maar moeten wij het meeste zelf doen? Kunnen we het eigenlijk wel? We hebben zoiets nog nooit eerder gedaan. Nu de week voorbij is denk ik met het schaamrood op de kaken terug aan deze vragen die ik mij in stilte stelde. Het waren inderdaad heel leuke mensen en wij hebben soms niets hoeven doen. Met overtuiging waren ze aan het werk, hielpen ze elkaar en genoten van hun eigen prestatie.
Hoewel ik al jaren een regelmatige bezoeker ben van alle instellingen van de Raphaëlstichting heb ik nooit eerder zo’n intensieve ontmoeting met bewoners meegemaakt. Met gouden momenten. Opmerkingen, blikken, verhalen, onderlinge gein, een geweldig enthousiasme en een enorme werklust. Want werken deden ze. Toen ze eenmaal doorhadden wat we bedacht hadden, gingen ze voortvarend aan de gang. Met het grootste gemak werden er groepjes gevormd. En ook duurde het niet lang voordat ze wisten wat ze wilden maken. Het ging eigenlijk heel vanzelf. We waren bij een groep jongelui gekomen die allemaal stuk voor stuk met iets nieuws bezig waren. Een nieuw leven, in een spiksplinter nieuw gebouw. Een nieuwe toekomst! Wij waren een stelletje bofkonten die het begin van al dat nieuwe mochten meemaken.
De afsluiting hielden we in de kas van het tuinbouwbedrijf Vrij Waterland waar we de hele week gebruik van mochten maken. We richtten er een expositie in van al het gemaakte werk. Wat er te zien was? Prachtige tekeningen, gevoelige duimpotjes, een masker, vaasjes, schaaltjes en schilderijen. Klapstuk van de tentoonstelling waren natuurlijk de beelden. Een kleurige vogel, sterk in zijn vorm van Sander. Een groot masker van Paul – bij het maken een klein beetje geholpen door Rozemarijn. Er was een vrouwentorso van Arto en een wasbeertje van Bram. En het grootste beeld, zo’n twee meter hoog was een Zuid-Amerikaanse lady, met kant en witte sokjes van de dames Madeleine en Mieke. De bezoekers van de tentoonstelling, ouders, medewerkers en belangstellenden, waren onder de indruk van het werk. En wij ook.
Harm van der Meulen
Voor meer informatie over de kunstenaars: www.margrietbarends.com, www.robertvanwestendorp.nl, www.harmvandermeulen.nl’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten