Bedoeld is: antroposofie in de media. Maar ook: in de persbak van de wijngaard, met voeten getreden. Want antroposofie verwacht uitgewrongen te worden om tot haar werkelijke vrucht door te dringen. Deze weblog proeft de in de media verschijnende antroposofie op haar, veelal heerlijke, smaak, maar laat problemen en controverses niet onbesproken.

zondag 24 januari 2010

Beroep

Zaterdag stond er een bepaalde advertentie in verschillende kranten tegelijk, die ik terugvind op de website van de Lievegoed Zorggroep. Deze luidt zo:

‘Leden voor Raad van Toezicht gezocht
Profiel

Ter completering willen wij begin 2010 graag drie nieuwe leden voor de Raad van Toezicht verwelkomen, met als achtergrond en expertise:
– de financiering van de zorg;
– planning en vastgoed;
– managen van de inhoud van de zorg.
Belangrijke uitgangspunten zijn professionaliteit en compassie. Alle leden dienen actief respect te hebben voor complementaire gezondheidszorg.

Meer informatie
Gegadigden kunnen een functieprofiel opvragen bij Mevr. J. Bosscher, bestuurssecretaris (jbosscher@lievegoedzorggroep.nl). Uw sollicitatie kunt u tot 7 februari a.s. richten aan de voorzitter van de Raad van Toezicht, Dr. Huib G. van den Doel, die ook desgewenst nadere inlichtingen verstrekt (tel. 023-5259295, huib@vandendoel.com).’

Maar liefst drie tegelijk! In het jaarverslag over 2008 lees ik op bladzijde 10:

‘De samenstelling van de Raad van Toezicht per 31-12-2008 was als volgt:
– Dhr. Dr. H.G. van den Doel, voorzitter
– Dhr. Drs. P.J.J. de Bot, vice-voorzitter
– Mw. C.M.W. Hooghwinkel
– Dhr. Dipl. Oec. F.C. Lucke
– Dhr. R. van der Ploeg
– Mw. J. de Vries.’

Hier komt dus verandering in. Wie er vertrekken, weet ik niet. Of zouden er alleen drie nieuwe mensen bijkomen? Dat kan ik me nauwelijks voorstellen. – Ander nieuws vanuit de gezondheidszorg is te vinden op de website van het Edith Maryon College. Het blijkt dat ik hier nog niet eerder netjes aandacht aan deze opleidingsorganisatie heb besteed. O foei. Op de homepage van dit EMC staat meteen bovenaan:

‘opleidingen voor beroepen in de antroposofische zorg

Op zoek naar een interessant beroep waarin je iets voor andere mensen kan betekenen en ook jezelf kan ontwikkelen? Denk dan eens aan een opleiding medewerker maatschappelijke zorg (MMZ) of sociaal pedagogisch werker (SPW) voor therapeutisch begeleider in de antroposofische zorg- en hulpverlening. Je leert, werkt en zorgt voor kinderen, jongeren en volwassenen met een speciale begeleidingsvraag.

Als therapeutisch begeleider zijn er allerlei mogelijkheden om mensen te ondersteunen. Binnen of buiten een instelling. Tijdelijk of langdurig. Maar altijd met het doel om de kwaliteit van hun leven te verbeteren en hen daarbij professioneel te begeleiden of te behandelen. Het Edith Maryon College biedt daarvoor een aantal opleidingen en nascholingen of werkt daarmee samen. Zowel op MBO-, HBO- als postacademisch niveau. Ben je toe aan een nieuwe beroepskeuze of wil je je oude beroep weer opnieuw oppakken, dan zijn deze opleidingen zeker iets voor jou!’

Maar het nieuws waar ik de aandacht op wilde vestigen, is natuurlijk wat anders. Dat staat nog boven de geciteerde tekst, namelijk:

‘Bekijk de laatste editie van De Edithie
Symposium Edith Maryon College op 12-11-2009. Bekijk verslagen en een impressie van het symposium’

Dat laten we ons geen tweede keer zeggen. ‘De Edithie’ (moet je uiteraard lezen als ‘Editie’ en niet als een oneerbiedige verbastering van de naam van Edith Maryon, want dat past hier niet) blijkt een nieuw digitaal tijdschrift, terwijl het andere een jubileumsymposium ter ere van het 25-jarig bestaan betreft. Eerst het tijdschrift; daarin wordt uitgelegd:

‘Waarom een Edithie?

Kennis en deskundigheid op het gebied van opleiden en bij- en nascholing in de gezondheidszorg en hulpverlening is niet alleen te vinden bij het Edith Maryon College (EMC). Ook de instellingen in deze sector en de beroepsverenigingen hebben deze expertise vanuit hún specifieke richting!

Het lijkt ons een mooi idee om deze expertise te bundelen, zodat we met elkaar een netwerkkenniscentrum gaan vormen. Wij willen een platform creëren waarop beroepsopleidingen en nascholing in de zorg en hulpverlening gepresenteerd worden die de kwaliteit van ontmoeting en ontwikkeling van ieder mens centraal stellen. Waarin opleiden wordt gedefinieerd vanuit het ontwikkelingsperspectief van de ander.

Daarom willen we alle lezers van de Edithie uitnodigen hun scholingsaanbod – voor zover zij daar anderen in mee willen laten participeren – of vragen, ideeën en artikelen met betrekking tot scholingsactiviteiten in de edities van de Edithie te plaatsen. Wij beginnen daar nu als eerste mee.

U vindt in dit 1e nummer een aantal artikeltjes en een opsomming van de activiteiten die wij dit jaar ondernemen. Aan het einde vindt u de vooraankondigingen. We hopen dat de volgende Edithies ook door u gevuld gaan worden. Inzendingen kunt u sturen naar e.vanderpoel@maryoncollege.nl

Redactie Edithie:
Esther van der Poel
Manfred Flessner
Bernard Heldt’

Even verderop staat onder de vraag ‘Wat is het Edith Maryon College’ onder meer dit:

‘Het EMC richt zich op de professionele beroepsuitoefening. Ze werkt in partnerschap samen met collega-opleidingen en trainers in het veld van de gezondheids- en welzijnszorg. Voor de beroepsopleidingen werkt het Edith Maryon College samen met ROC Mondriaan in Den Haag. Voor projecten op Hbo-niveau werkt het EMC samen met de Hogeschool Utrecht.
Het Edith Maryon College heeft opleidingslocaties in Appelscha (Fr), Olst (Ov), Oploo (NBr), Rotterdam (ZH), Schoorl (NH) en Zeist (Ut).’

Dan is er ook nog een artikel over het:

‘Symposium Edith Maryon College: Hoe maak ík het verschil?

Ter gelegenheid van 25 jaar erkenning van de opleidingen voor heilpedagogie en sociaaltherapie heeft het Edith Maryon College (EMC) op 12 november een symposium georganiseerd. Het doel was om aan klanten, medewerkers en relaties haar opleidingsvisie te presenteren. Tijdens dit symposium werden de gasten op verschillende wijzen geprikkeld door de vraag: hoe maak ík het verschil?

Na een overzicht van de geschiedenis over het ontstaan van de opleidingen door directeur Bernard Heldt, heeft Erna Trouw een inleiding gegeven over het door haar geschreven boekje “Kijkrichting en inrichting”. Hierin beschrijft zij de motieven die voor het EMC richting geven aan haar opleidingen: ontwikkelen – verbinden – verantwoorden – ondernemen. Vervolgens werd het 1e exemplaar door Bernard Heldt aangeboden aan mw. drs. Jelske Talstra, van het Strategisch Beleidscentrum ROC Mondriaan.

De gasten werden in beweging gezet door Alexandra Buijsman, opleidingscoördinator EMC. In een kring was het de uitdaging om door middel van lopen en het doorgeven van (koperen) ballen in een vloeiend ritme met elkaar te komen. In werkgroepen werden hierna de ervaringen besproken en de verbinding gelegd met de vier eerder genoemde motieven.

Na een smakelijk buffet gaf prof. dr. Hans Reinders, hoogleraar Bernard Lievegoed leerstoel VU, een interessante lezing over de relatie tussen opleiding, werkplaats en kwaliteit (zie onze website). Bernard Heldt sloot het Symposium af met een blik op de toekomst.

Het was een geslaagde dag waarin het Edith Maryon College zichzelf op een inspirerende wijze heeft gepresenteerd!’

Mooi. Maar nog leuker is dat van dit symposium zelf op de website van het EMC drie documenten zijn geplaatst. Onder de noemer die ik al aanhaalde: ‘Bekijk verslagen en een impressie van het symposium’. Daar staat dit:

‘– Inleiding van het Symposium door drs. Bernard Heldt, directeur EMC
Lezing prof. dr. Hans Reinders, hoogleraar Bernard Lievegoed leerstoel VU
Verbinding als kernbegrip in de antroposofische zorg. Over de relatie tussen opleiding, werkplaats en kwaliteit.
Het boekje “Kijkrichting en inrichting”

Zeer interessant allemaal. Eerst de inleiding van Bernard Heldt:

‘De aanleiding tot dit symposium is het feit dat 25 jaar geleden de inspectie Beroepen en Opleidingen van het toenmalige ministerie van WVC de opleidingen voor heilpedagogie en sociaaltherapie heeft erkend als opleiding tot Verpleegkundige in de Zwakzinnigenzorg. Maar het doel is om aan u als klanten, medewerkers en relaties onze opleidingsvisie te presenteren. We hebben er twee jaar aan gewerkt, maar daarover straks. Eerst wil ik heel kort met zevenmijlslaarzen met u door de geschiedenis van onze opleidingen gaan.

De erkenning was dus in 1984. Zes jaar eerder, om precies te zijn op 10 januari 1978, werd die opleiding tot Z-verpleegkundige bij wet ingevoerd en werden de meeste overige inservice-opleidingen, die als voorloper daarvan al bestonden, als zodanig erkend. Maar die waren al een hele route gegaan, met die wettelijke regeling en erkenning als verpleegkundeopleiding als glorieus eindpunt.

Denkt u nu niet dat de heilpedagogische beweging, zoals de antroposofische gehandicaptenzorg en kinder- & jeugdpsychiatrie wordt genoemd, zoveel later met hun opleidingsactiviteiten waren begonnen. Integendeel! Vanaf 1931, het allereerste begin van de beweging, was er een vaste cursusochtend per week voor medewerkers. En in 1958 werd in Zonnehuizen – toen alleen nog Zonnehuis Veldheim – met de opleiding voor medewerkers begonnen: twee jaar lang twee dagen per week opleiding en daarnaast werken en dan één jaar begeleide praktijk met kunstzinnige vorming. Daarna kon er ook nog een zogenaamde vierde jaar gevolgd worden in het buitenland. Dat is dus meer dan vijftig jaar geleden! In datzelfde jaar 1958 begonnen instellingen voor gehandicaptenzorg (zwakzinnigenzorg nog in die tijd) ook met hun eerste opleidingsactiviteiten, een tweejarige Z-opleiding van één dag per week.

Die erkenning in 1984 ging aanvankelijk niet helemaal van een leien dakje, de overheid stelde eisen die niet gemakkelijk vielen. Er moesten bijvoorbeeld leerplannen komen en één landelijk hoofd opleidingen die de inspectie kon aanspreken – er waren vijf opleidingsplaatsen – en zo werd ik in 1986 aangezocht. Ik had zo’n functie al bij de landelijke epilepsiebestrijding en de inspectie en ik: wij kenden en begrepen elkaar! Het kwam allemaal goed.

In 1997 gingen alle inservice-opleidingen tot verpleegkundige, A, B en Z van VWS over naar het ministerie van O, C & W. De opleidingen werden met docenten en al uit de instellingen gehaald en toebedeeld aan de dichtstbijzijnde ROC’s, die net waren opgericht. Maar onze opleidingen waren landelijk, met één hoofd, dat had de overheid immers zelf gewild, en na een actie van ons bij het ministerie konden we ons bij één ROC aansluiten en hoefden ons niet over vijf ROC’s op te splitsen – we kozen ROC Haaglanden in Den Haag. Met behoud van locaties en docenten kregen we de bekostiging – tenminste 95% daarvan – doorbetaald. Die 5% is voor het werk dat het ROC doet. En zo is het nog steeds. We zijn dus feitelijk zelfstandig onderdeel van een ROC, nu ROC Mondriaan geheten. En we zijn Sociaal Pedagogische opleidingen geworden.

Het is geen vetpot, dat kan ik u wel zeggen. We zijn klein: tweehonderd studenten en dan nog wat projecten, bij- en nascholing. We doen praktisch alles zelf; er moet echt hard gewerkt worden.

In die twaalf jaar die er intussen verstreken is heb ik minstens vier keer bezoek gehad van instellingen met de vraag hoe we het voor elkaar gekregen hadden gebonden te blijven aan het werkveld. Die binding garandeert afstemming met de praktijk, broodnodig voor een BBL opleiding – werken én leren. Na een aantal jaren begonnen die instellingen dat pijnlijk te missen. Natuurlijk: de deelkwalificaties en de eindtermen zijn in overleg met werkveldvertegenwoordigers tot stand gekomen. Maar de échte afstemming vindt plaats tussen mensen: de docent en de student. Is de docent wel goed op de hoogte van het feitelijke werk? Ként ze de existentiële verbondenheid die medewerkers met de cliënten kunnen hebben? En: is ze geïnteresseerd in de visie van waaruit de instelling zorg en ondersteuning biedt?

Onze docenten werken allemaal in de praktijk en een enkeling is gepensioneerd, maar nooit in ruste.

Wij leiden op rechtstreeks vanuit de visie en missie van onze klanten – identiteit zeiden we vroeger, maar dat begrip isoleert je van anderen. Óns gaat het om kwaliteit, hoe je naar mensen kijkt en hoe je met ze omgaat en wat je aan kwaliteit de samenleving inbrengt, daardoor ontstaat de verbinding met anderen en daarin maak je meteen ook het verschil; ziedaar de titel van ons symposium. Onze klanten hoeven dus niet per definitie antroposofische instellingen te zijn!

Professor Harry Kunneman van de Universiteit voor Humanistiek deed in 1995 een kwaliteitsproject met het Heilpedagogisch Verbond (nu NVAZ), waar ik toen algemeen secretaris was, en zei: “jullie werken zoals wij dat ook zouden doen, alleen vullen jullie de achtergrond specifiek in, wij laten dat open”. Ik dacht toen: kijk, we vinden elkaar; we doen het goed!

Het Edith Maryon College

Bestuurders en management van de instellingen moesten een paar jaar geleden alle zeilen bijzetten om de veranderingen in het financieringsstelsel voor zorg en welzijn (AWBZ) het hoofd te bieden, om hun kwaliteitszorg (HKZ) in te richten en hun kantelende organisatie rechtop te houden. De kwaliteitszorg die het ministerie van O, C & W aan de opleidingen oplegde, kon niet genoeg aandacht krijgen. De instellingen hebben toen besloten de opleidingen die onder hun verantwoordelijkheid vielen in een stichting onder te brengen: het Edith Maryon College werd op 7 december 2006 opgericht en werd in september 2007 werkzaam. Ik werd de directeur.

Het eerste wat we ter hand namen met de coördinatoren en docenten van die vijf verschillende opleidingen was de visie van waaruit we werken. Een gemeenschappelijk tot stand gekomen en gedragen visie bindt én maakt je herkenbaar. Mijn vraag was: hoe kijken wij naar beroepsonderwijs en naar mensen van deze tijd, wat is onze visie? Wat is onze boodschap aan de wereld van het beroepsonderwijs, onze missie? En welke aanknopingspunten biedt dit om ons onderwijs in te richten?

Er zijn een paar bijeenkomsten geweest waar alle docenten voor uitgenodigd werden om hun ervaringen in te brengen en over deze vragen te discussiëren. Dat zijn zo’n zeventig mensen, praktisch allemaal parttimers natuurlijk, en iedere keer kwamen er zo’n dertig mensen. Ik vond dat bemoedigend, want het zijn allemaal drukbezette mensen die ook nog eens een heel stuk moesten reizen, ik ben ze echt dankbaar voor hun inzet, want zonder hen was het niks geworden. De coördinatoren bespraken met elkaar de resultaten van de werkgroepjes en Erna Trouw zocht en vond de samenhangende categorieën. Er is een bekende uitspraak van Johan Cruijff: ‘Je gaat het pas zien als je het doorhebt’, en inderdaad: steeds enthousiaster herkenden we de motieven en domeinen, waar Erna straks een boekje over zal opendoen. We gingen steeds meer dingen zien en de reflectiecommissie die we voor de kritische aanscherping van onze visie en onderwijsconcept hadden gevraagd, bestaande uit Hans Reinders, Ed Taylor en mijn persoon, gaf intelligente feedback met verstand van zaken, vooral Hans en Ed. Dat was een goed proces. Het resultaat ook trouwens – maar dat hoort u straks.

Vanwege de kwaliteitszorg van O, C & W ondergingen we in september een interne audit vanuit ROC Mondriaan. Ik citeer een deel van de eindconclusie:

‘Naar aanleiding van de audit kan de conclusie worden getrokken dat de oprichting van Edith Maryon een gelukkige keuze is geweest. Er is door bundeling van krachten meer tijd en expertise gekomen om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren en aan de gestelde eisen te kunnen voldoen. Ook de coördinatie en de aansturing zijn verbeterd. Edith Maryon is een kleinschalig opleidingsinstituut met korte lijnen naar alle medewerkers en studenten en eveneens korte lijnen naar het werkveld. Er is sprake van een gemotiveerde directie, staf en onderwijsteams. Men streeft naar kwaliteit en werkt daarin onderling samen. Studenten en werkveld zijn erg te spreken over het onderwijs dat door het instituut wordt verzorgd.’

Dit was hoe het allemaal gekomen is dat we hier zitten.

Partnerschap

Tot slot nog even over de verbondenheid tussen docent en student, tussen opleiding en werkveld, dat is een belangrijk sterk punt van onze opleidingen. In onze visie hebben we het begrip partnerschap tussen instelling en opleiding uitgewerkt. Daar wordt straks iets meer over gezegd.

Door de herkenning die uit deze verbondenheid optreedt, kunnen we de student aanspreken op actieve participatie. Dat is het tweede sterke punt. Ze komt niet om wat te krijgen, ze moet er wat voor dóen anders gebeurt er niet zo veel! Zelfontwikkeling met eigen kracht en inzet. In de praktijk van het werk in de zorg ben je je eigen gereedschap. Zelfontwikkeling en beroepsontwikkeling gaan hand in hand! Ook door wie je bént maak je het verschil, maar dat moet er natuurlijk wel uit kunnen komen! De opleider moet dan ook wat doen: aansluiten bij de student, interesse wekken, ruimte bieden, op verantwoordelijkheid aanspreken, dát is opleiden.

Plato schijnt al gezegd te hebben dat als je de leerling niet actief laat participeren in het onderwijsleerproces, het resultaat slechts een oppervlakkig vernis van kennis is, net zoiets als het bruine kleurtje als je lekker in de zon gaat liggen, je bent het zó weer kwijt. Dit heb ik genoemd: onze biografisch-dynamische opleidingsvisie. Hierover geef ik graag het woord aan Erna Trouw.’

Dat boekje dat zij heeft geschreven, ‘Kijkrichting en inrichting’, is dus ook te downloaden. Het derde onderdeel van het symposium was de bijdrage van Hans Reinders. Die is razend interessant. Het pdf-document telt tien bladzijden, dat is wat teveel om de tekst hier weer te geven. Daarom, om u een beetje lekker te maken, haal ik er slechts een paar bonbons uit:

‘Het bijzondere van het visiedocument van het Edith Maryon College is dat het een poging doet om de verschillende taken en verantwoordelijkheden waarvoor jongeren moeten worden opgeleid te vullen vanuit een inspiratie die mijns inziens heel goed aansluit bij wat de komende generatie wil, niet alleen voor zichzelf en hun eigen toekomst, maar ook maatschappelijk, dat wil zeggen in het onderwijs dat ze volgen en het werk dat ze doen. Namelijk zich verbinden met mensen die echt zijn, wat betekent zich verbinden met mensen die staan voor wat ze uitdragen en daarin betrouwbaar zijn.’

‘De kern van de antroposofische visie op zorg en ondersteuning omvat twee begrippen, het begrip verbinding en het begrip ontwikkeling. Mensen met een beperking hebben een potentieel om zich te ontwikkelen, ook al is dat soms vrij rudimentair, maar kenmerkend voor hun bestaan is dat ze de verbinding met hun eigen lichaam, het eigen zijn, met anderen en hun omgeving, die voor hun ontwikkeling noodzakelijk is, niet probleemloos maken. Op dat punt is de inbreng van hun begeleiders onontbeerlijk. Die “bemiddelen” als het ware de diverse aspecten van verbinding. Daartoe moeten zij de vaardigheid ontwikkelen om zich in de cliënt in te leven en waar te nemen waarmee die zich verbonden voelt en hoe hij of zij verbinding maakt.

Deze opgave kan echter alleen lukken als die begeleiders zelf een verbinding met de cliënt aangaan. Antroposofische instellingen hechten waarde aan het verzorgen van een sociaal klimaat waarin mensen zich gedragen weten. Zij hechten aan het werken vanuit het eigen verbonden zijn. Hoe dat in de praktijk gestalte krijgt wordt uitvoerig beschreven in de studie De kunst van het zorgen, die recent bij Uitgeverij Garant is verschenen. Het boek beschrijft een antroposofische zorgpraktijk in onderzoek in de Stichting Orion in Rotterdam als een praktijk van het zoeken naar verbinding.

In het visiedocument komen we dezelfde nadruk op ontwikkeling en verbinding tegen als de twee kernbegrippen die betrekking hebben op de relatie tussen de begeleider en de cliënt en op de begeleider in relatie tot zichzelf. De twee andere kernbegrippen, verantwoording en onderneming zeggen iets over de relatie van de begeleider tot het werk en tot de wijdere maatschappelijke omgeving. In al deze relaties gaat het om de verwerkelijking van wat ik nu maar even losjes het antroposofische mensbeeld noem. Daarin gaat het om de gedachte dat de mens die wij voor ons zien een ander en “hoger” zijn vertegenwoordigt, een zijn dan in ons tot gelding wil komen, hetgeen een ontwikkelingsweg impliceert waar wij ons meer of minder bewust toe kunnen verhouden.’

Geen opmerkingen:

Labels

Over mij

Mijn foto
(Hilversum, 1960) – – Vanaf 2016 hoofdredacteur van ‘Motief, antroposofie in Nederland’, uitgave van de Antroposofische Vereniging in Nederland (redacteur 1999-2005 en 2014-2015) – – Vanaf 2016 redacteur van Antroposofie Magazine – – Vanaf 2007 redacteur van de Stichting Rudolf Steiner Vertalingen, die de Werken en voordrachten van Rudolf Steiner in het Nederlands uitgeeft – – 2012-2014 bestuurslid van de Antroposofische Vereniging in Nederland – – 2009-2013 redacteur van ‘De Digitale Verbreding’, het door de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders (NVAZ) uitgegeven online tijdschrift – – 2010-2012 lid hoofdredactie van ‘Stroom’, het kwartaaltijdschrift van Antroposana, de landelijke patiëntenvereniging voor antroposofische gezondheidszorg – – 1995-2006 redacteur van het ‘Tijdschrift voor Antroposofische Geneeskunst’ – – 1989-2001 redacteur van ‘de Sampo’, het tijdschrift voor heilpedagogie en sociaaltherapie, uitgegeven door het Heilpedagogisch Verbond

Mijn Facebookpagina

Translate

Volgers

Totaal aantal pageviews vanaf juni 2009

Populairste berichten van de afgelopen maand

Blogarchief

Verwante en aan te raden blogs en websites

Zoeken in deze weblog

Laatste reacties

Get this Recent Comments Widget
End of code

Gezamenlijke antroposofische agenda (in samenwerking met AntroVista)