Dit is de noordoever van de Seine, lopend in de richting van het Louvre.
Jazeker, dit is alweer bericht nummer 800. In bijna exact twee en half jaar tijd (vanaf 1 mei 2008), namelijk in een tijd van 905 dagen. Wat is er vandaag te doen? We gaan op bezoek bij Aertjan Grotenhuis. Ik introduceerde hem op 17 september 2008 in ‘Herrie’ als een voorbeeld op webloggebied. Juist vandaag bericht hij op zijn weblog ‘Geld’ over ‘Ook nette beleggers onder vuur’, dat tevens op de homepage van NRC Handelsblad wordt aangekondigd:
‘Sommige mensen willen hun geld niet steken in banken of fondsen die mede beleggen in wapenindustrie, intensieve veehouderij of onverantwoorde koffieteelt. Voor hen zijn er fondsen die juist op zulke criteria de lat hoog leggen. Met een steuntje in de rug van de fiscus. Althans tot het kabinet daar met de jaarwisseling een eind aan maakt. Maar ethisch beleggen is niet eens zo makkelijk. Dat merkt zelfs de Triodos Bank, die daar toch kampioen in is. Zij krijgt niet alleen te maken met de kabinetsbezuinigingen maar met ook felle kritiek van de rechtlijnigen aan de medische kant.
De Triodos Bank, specialist in duurzaam beleggen, steekt het geld van haar cliënten onder meer in het bedrijf Weleda. Dat produceert antroposofische en homeopathische geneesmiddelen. En die middelen berusten op puur bedrog, zo is de stellige overtuiging van de Vereniging tegen de Kwakzalverij. Die heeft verder op Triodos tegen dat zij in ontwikkelingslanden opleidingen ondersteunt. Bijvoorbeeld van acupuncturisten. Dat doet voor de anti-kwalzalvers de deur dicht. Zij kent de Triodosbank de Meester Kackadorisprijs prijs toe. Die is speciaal in het leven geroepen voor degenen die kwakzalverij bevorderen.
De bank wil de prijs overigens niet hebben. De overheid plaatst geen kanttekeningen plaatst bij de gefinancierde projecten, aldus de bank. Waarom zouden wij er dan niet in mogen beleggen? Ze heeft geen voorkeur voor reguliere of alternatieve geneeskunde maar respecteert de keuzes die mensen maken voor hun gezondheidszorg. Ze steunt daarom initiatieven die bijdragen aan de levenskwaliteit. Vanuit welke opvatting dan ook.’
Ik had het over deze prijstoekenning op 2 oktober in ‘Voorletters’, bij de update op het eind. – Ander onderwerp. Beter passend ook bij de traditie van honderdtallen op deze weblog... Dankzij de opmerking van Ridzerd van Dijk gisteren en vandaag bij mijn bericht van dinsdag 19 oktober over ‘Levensloop’, over een nieuwe, nog te verschijnen biografie van Rudolf Steiner door Ed Taylor, kom ik hier nu op terug. Hij schreef 21 oktober 2010 om 23:18 uur:
‘Aha, een nieuwe biografie van Steiner, die moet ik vroeg of laat wel hebben. Die biografie door F.W. Zeylmans heb ik een jaar of 35 geleden in een tweedehands boekenwinkel gekocht. Die is zeer goed. Verder heb ik die van Veltman wel gelezen, maar bezit deze niet. En dan heb ik nog een van Johannes Hemleben en nog een dun boekje van Gilbert Gils. Die vond ik niet zo goed. Verder heb ik nog één van Colin Wilson. Die man moest niet veel van Steiner hebben en hij snapt er ook geen fluit van. Dan heb ik ook nog die van Andrej Belyj, Mijn jaren met Rudolf Steiner. Ook nog het boek Rudolf Steiner in Nederland. Zeer interessant allemaal, u kent al die boeken vast wel.’
Om er vanochtend 22 oktober 2010 om 09:13 uur op terug te komen:
‘Wel vraag ik mij af wat de biografie van Ed Taylor nog toe kan voegen aan wat er al door anderen over Steiner is geschreven en door Steiner zelf in zijn Mijn levensweg en ook in zijn brieven.
Stel ik koop dat boek en ik lees van alles wat ik ook al in andere boeken heb gelezen, dan heb ik mijn goede geld weggegooid en ik zit al niet best in de slappe was. Of het moet al zijn dat Taylor een zeer bijzondere schrijver is, zoals bijvoorbeeld F.W. Zeylmans van Emmichoven, dan zou het wel de moeite waard zijn.’
Dat is een goede vraag. Ik denk dat ik daar wel een begin van een antwoord op kan geven. Deze biografie van Rudolf Steiner door Ed Taylor staat namelijk niet op zichzelf. Het is de vierde in een rij. De eerste ging over dezelfde Willem Zeylmans die Ridzerd van Dijk ook al noemt. Die was trouwens niet zo dik, slechts tachtig bladzijden. Maar het is ook een kunst om kort te schrijven en niets wezenlijks te vergeten... Ik lees hierover op de website van Uitgeverij Pentagon:
‘Ed a. Taylor, “Willem Zeylmans – levensschets”Taylor beschrijft op vlotte wijze zijn jeugdherinneringen, zoals het licht en de kleuren, en de demonen in de slaapkamer, zijn verhuizing naar Amsterdam (“een verademing”), zijn literaire kwaliteiten, zijn leeshonger, zijn liefde voor de zee enzovoort.
Na zijn studie doet hij onderzoek naar de werking van kleur op de ziel. Wanneer hij in 1920 Rudolf Steiner ontmoet – een gebeurtenis die hem schokte –, breidt hij zijn kleurenleer uit. Als arts en psychiater werkt hij jarenlang, totdat Steiner hem herhaaldelijk verzoekt voorzitter van de Antroposofische Vereniging te worden. Zijn sterke, maar moeilijke jaren als leider en als spreker worden door Taylor helder beschreven. Tal van illustraties, waarvan vele nooit eerder gepubliceerd, verrijken het boek.’
Het boek stamt uit 1993, dus inmiddels zeventien jaar geleden, al meldt Bol.com wel dat er blijkbaar in 2006 een nieuwe druk is verschenen. Bij Pentagon is deze overigens voor een prikkie nog te krijgen (vier euro). De tweede in de rij is een korte biografie van Ita Wegman. We gaan opnieuw naar de website van Pentagon:
‘Ed a. Taylor, “Ita Wegman – levensschets”Met veel elan neemt de auteur ons mee op zijn toch door het leven van de nederlandse arts Ita Wegman. Helder beschrijft hij haar jeugdjaren in Indonesië. Dan volgen beeldende beschrijvingen van onder meer haar medicijnenstudie, haar vegetariër-zijn, haar vertek naar Dornach, haar momenten van twijfel en beproeving, haar kontakt met de patiënten. Speciale aandacht in het boek krijgt haar ontmoeting en samenwerking met Rudolf Steiner; samen kreëerden zij immers het fundament voor een nieuwe, intuïtieve geneeskunde. Met vele foto's, sommige niet eerder gepubliceerd, en faksimilé’s.’
Dit boekje telt slechts negentig bladzijden; het is echter momenteel uitverkocht. Ik noemde het ook op 4 maart 2009 in ‘Sterfdag’. Dan naar de derde biografie in de rij, over Elisabeth Vreede. Het Nieuwsarchief van de Antroposofische Vereniging in Nederland laat ons een bijzondere gebeurtenis op 30 november 2006 meebeleven, on de titel ‘Verschenen: Elisabeth Vreede’:
‘Op zaterdag 18 november werd in Den Haag een biografie over Elisabeth Vreede gepresenteerd. De auteur is Ed Taylor, die eerder over Ita Wegman en Willem Zeylmans schreef. Het is de allereerste keer, dat er een zelfstandige biografie over haar verschijnt. Hoewel zij een van de leden was van het eerste bestuur van de Algemene Antroposofische Vereniging, daarvoor gevraagd door Rudolf Steiner, is zij thans, ruim zestig jaar na haar sterven, een vergeten persoon. Hoe dat komt schetste de auteur in de voordracht die hij ter gelegenheid van de presentatie hield.
Aan het slot van de feestelijke bijeenkomst, waar ook een tentoonstelling uit het Vreede-archief van de Haagse bibliotheek te zien was, werd het eerste exemplaar aangeboden aan Hans Peter van Manen.’
Maar ook op deze weblog is zij al dikwijls ter sprake gekomen, bijvoorbeeld in ‘Elisabeth Vreede’ op 13 februari van dit jaar, met het prachtige boekje dat Ed Taylor in 2006 over haar schreef:
‘Wie was Elisabeth Vreede? Kunnen we een gevoel krijgen voor wat deze raadselachtige individualiteit op aarde wilde komen doen en vanwaar ze de kwaliteiten meenam om dat ook te verwezenlijken?
Jarenlang was Vreede naaste medewerker van Rudolf Steiner. Ze zorgde ervoor dat de stenogrammen van veel van Steiners voordrachten goed werden behoed. Ook werd zij door Steiner benoemd als leider van de mathematisch-astronomische sektie van de Vrije Hogeschool voor Geesteswetenschappen. Elk jaar gaf ze een sterrenkalender uit. Voorts hielp ze bij het beeldhouwen van de houten kapitelen van het eerste Goetheanum.
“Aan het eind van haar leven heeft Vreede gezegd: ‘Het zal straks niet lang duren, en dan is men mij vergeten’. Een leven in dienstbaarheid aan het wezen antroposofie is het echter meer dan waard niet vergeten te worden.” De eerste biografie van deze indrukwekkende persoonlijkheid.’
Daar op de website van Pentagon staat er ook dit bij:
‘Prijs: € 17,50160 pagina’s, Paperback ingenaaid, met ruim vijftig foto’s en illustraties.
Als we het laatste doen, krijgen we een mooie proeve van het schrijverschap van Ed Taylor voorgeschoteld: het begin van hoofdstuk 2 op de bladzijden 11 tot en met 13. Het is getiteld ‘Kinder- en jeugdjaren’:
‘Jacoba Elisabeth Vreede werd geboren in Den Haag op 16 juli 1879, het jaar dat Michaël zijn werkzaamheid als Tijdgeest begon. Zij was het tweede kind en enige meisje in een welgesteld gezin, waarin na haar nog twee broers werden geboren. Haar eerste naam heeft ze nooit gedragen. Haar vader was jurist, haar moeder deed liefdadigheidswerk. Het gezin woonde op de Laan van Meerdervoort. De ouders waren intensief betrokken bij het theosofisch milieu. Eén van de stichters van het internationale Theosofische gezelschap, (kolonel) Henry Steel Olcott, kwam zelfs geregeld bij hen thuis.
Het verhaal gaat dat ze aanvankelijk niet erg sterk oogde: haar ouders wisten niet zeker of ze krachtig genoeg was om in leven te blijven. Ze is echter als baby op het doek vereeuwigd. Ze kan al zitten en kijkt met guitige ogen en vrolijke lach om de mond de wereld in. Ze is mollig als een gezond kind (zie afb. blz. 12).
Al spoedig bleek dat ze over een buitengewoon geheugen beschikte. Als iemand haar een gedichtje voorzei, kon ze het vrijwel direkt letterlijk uit haar hoofd opzeggen. Later heeft ze als 16-jarige voor zichzelf met groot enthousiasme Goethes Faust uit het hoofd geleerd, zowel het eerste als het tweede deel. Ze deed dat simpelweg door het hele werk enkele keren te lezen. Zó goed was haar geheugen dat ze op 60-jarige leeftijd nog wist wat haar gedikteerd was op de lagere school.
Haar ouders meenden dat het goed voor haar zou zijn wanneer ze niet te vroeg naar school ging. Daarmee zouden ze haar al te snelle intellektuele ontwikkeling wat hebben willen afremmen. Achteraf vertelde ze daarover aan Joachim Schultz:
“Maar dat is eigenlijk niet in orde. Zo was ik steeds heel gemakkelijk de eerste, maar ook steeds de oudste. Ik had echter geen schoolvriendjes, geen enkel kind was er dat ik mijn vriendje kon noemen. Ze waren niet van mijn jaargang. Op het moment echter dat uit een hogere klas een meisje voor zes weken in onze klas kwam, was er direkt sprake van vriendschap tussen ons. Het was een soort karmische zaak, hoewel dat later weer verbleekte. Nog later werd dit meisje overigens mijn schoonzuster.”
Als kind verbleef ze eens met haar ouders in de Ardennen in een klooster. ’s Morgens vroeg voerde ze de duiven en plotseling kwam bij haar binnen: dit heb ik vroeger ook gedaan. Ik ben in een klooster geweest. Haar hele verblijf werd door dit beleven met een geluksgevoel gekleurd.
Ze was een jaar of elf, twaalf, toen ze op een vreemde wijze kennis maakte met de astronomie. Haar oudere broer (zie afb. hieronder) bezat vier boeken van de in die tijd bekende astronoom, geofysikus en schrijver Camille Flammarion. Deze man bestudeerde vooral dubbelsterren, de maan en de planeet Mars en schreef daarover populair wetenschappelijke boeken in het frans. Elisabeth begreep van haar broer dat’
De tekst breekt daar abrupt af, omdat de zin op bladzijde 14 verder gaat, en die wordt er niet meer bij geleverd. Dit voorproefje kan u echter wel lekker maken om zelf het boekje, dat overigens inmiddels de dubbele omvang heeft van de vorige twee, aan te schaffen. En geeft u ook een idee welke kwaliteit u kunt verwachten als op de eerste Adventszondag aan deze drie ook de biografie van Rudolf Steiner wordt toegevoegd. Die dan weer honderd bladzijden meer omvat dan deze over Elisabeth Vreede.
.
2 opmerkingen:
Zeer interessant allemaal. Merkwaardig eigenlijk dat de naam Ed Taylor mij tamelijk onbekend was. Ik ben zijn naam wel eens ergens tegengekomen in een voorwoord of een nawoord van een of ander boek, maar ik heb nooit geweten dat hij biografieën heeft geschreven over Willem Zeylmans, Ita Wegman en Elisabeth Vreede.
Over Ed Taylor zelf kon ik bij google weinig of niets vinden, maar ik heb nog niet zo heel uitvoerig gezocht.
Dat boekje over Willem Zeylmans ga ik meteen bestellen bij Pentagon. Dat kost maar 4 euro, dan zit ik weer voor een dubbeltje op de eerste rang.
En nu op naar de 1000 Michel en dan verdien je een feestje.
Een reactie posten