De foto is net niet helemaal scherp. Hopelijk valt het niet zo op, bij dit kleine formaat (dus niet op klikken). Ik plaats hem toch, omdat je hier vandaan zo mooi pal op Musée d’Orsay kijkt, over de Seine heen. En vanwege de mooie zonnige kleuren natuurlijk, hoewel het nog steeds vrijdag 17 september is, om kwart voor een in de middag om precies te zijn.
Afgelopen donderdag 21 oktober was ik in ‘Maanknoop’ weer eens aan het mopperen dat de biologisch-dynamische landbouw zo slecht vertegenwoordigd wordt bij de Antroposofische Vereniging, in ieder geval op de webpagina van de Landbouwsectie. Is er dan helemaal niks te melden, vraag je je onwillekeurig af. Dat is er natuurlijk wel; heel veel zelfs. Maar dat moet je op een heel andere plek zoeken. Die plek heb ik hier al veelvuldig geraadpleegd, en doe dat ook nu weer. Ik kan er namelijk geen genoeg van krijgen. Antroposofische geesteswetenschap is een praktische wetenschap, en dat willen we weten ook; elke dag opnieuw. Dus op naar Odin! Het Odinieuws van vorige week stond uitgebreid stil bij het werk van Hans Eykelenburg en schreef daarover dit:
‘Met de natuur meewerkenIn het Brabantse Gemert verbouwt Hans Eykelenburg zo’n 12,5 hectare met grove en fijne groenten. Eykelenburg werkt al meer dan 25 jaar op biologisch-dynamische wijze en hoort bij de “oude-vertrouwde” Odin-leveranciers.
Deze week levert hij, tuinder in hart en nieren, enorm veel groenten voor (bijna) alle abonnementen. Afhankelijk van het Odin-abonnement dat u heeft, treft u in de tas Chinese kool, prei, ijsbergsla, andijvie en/of venkel. Op de vraag waarom hij volgens de BD-methode werkt, laat het antwoord even op zich wachten. Niet omdat hij zelf het antwoord niet weet maar meer omdat het zo vanzelfsprekend is om op deze manier te werken. Na even nadenken komt Eykelenburg met zijn “verklaring”: je werkt met de grond en je ziet en voelt al het leven dat in de bodem zit. Je kunt dus niet anders dan met de natuur samen werken. Wanneer je volgens de biologisch-dynamische methode werkt dan spreek je van optimale samenwerking met de natuur.
Vitaminen en mineralenVorige week schreven we over de Friese kleigrond waar de broccoli en spruiten zo goed op gedijen. Hoe zit het met de Brabantse zandgrond? Dat is tenslotte weer een heel ander soort bodem. Het voordeel van een zandbodem is dat het goed vochtdoorlatend is en gemakkelijk te bewerken. Nadeel is dat bij fikse hoosbuien snel sprake is van uitspoelen van de bodem. Met het “uitspoelen” kunnen ook mineralen en andere belangrijke grondstoffen wegspoelen. Mineralen zijn, net als voor de mens, ook voor de grond van groot belang. Het bepaalt of de grond vitaal genoeg is om mooie groenten voort te brengen. De “gemoedstoestand” van de bodem is vandaag de dag zeer nauwkeurig vast te stellen met de huidige meetapparatuur voor bodemonderzoek. Wanneer de bodem niet in balans is, kan de teler bijsturen door de juiste mineralen toe te voegen en/of de juiste dosering groene compost. Dit is niet een kwestie van eenmalig “wat” toevoegen, maar het vraagt kennis, zorg en aandacht om het leven in en op de bodem zo goed mogelijk te laten functioneren. Zoals Eykelenburg ook zegt: “Het is kijken naar de grond, voelen, ervaren, bijstellen van de voeding etc. Kortom, ik raak nooit uitgeleerd op die 12,5 hectare.”
Samenwerking van twee kanten...?Eykelenburg koos dus voor samenwerking met de natuur. Dat betekent echter niet dat het allemaal “pais en vree” is wat de samenwerking betreft. De extreme weersomstandigheden van dit jaar brachten en brengen spannende en soms ook frustrerende tijden met zich mee. Zo is de prei begin dit jaar kapot gevroren: Eykelenburg kon ruim 3 ha prei ofwel 100 ton de klikobak in doen. Als teler moet je dan wel een financiële buffer hebben en mag je blij zijn dat je geen grote investeringen hoeft te doen, zoals voor Eykelenburg gelukkig het geval is.
Zomerse ijsbergsla en grijze herfstdagenIn de abonnementen Extra, Groot en Combi zit deze week ijsbergsla. Deze groente associëren we vooral met de zomer, terwijl we met deze temperaturen eerder denken aan stamppotten! Deze sla is laat gezaaid met de bedoeling om in oktober te oogsten. Want dat oktober ook zacht kan zijn, hebben we de eerste week van de maand wel ervaren. Voor nu adviseren wij dan ook: maak nog eenmaal dit jaar een lekkere salade met een zomers tintje, om daarna echt de herfst in te stappen! Eet u smakelijk.’
Deze week (afgelopen vrijdag) werd daar het verhaal van Harry Venhuis aan toegevoegd. Zo willen we het graag! De mensen leren kennen die er echt werk van maken. Als titel staat erboven ‘Het ene jaar goud, het andere jaar hout...’
‘In Uithuizermeeden, hoog in het noorden richting het Groninger Wad, ligt het glastuinbouwbedrijf van Odin-teler Harry Venhuis. Met twaalf verschillende soorten groenten is Venhuis een belangrijke leverancier voor de Odin-abonnementen. Al pratende over de werkzaamheden op zijn bedrijf horen we van Venhuis een heleboel wijsheid en overtuigingskracht. Overtuiging zit bijvoorbeeld in zijn werkwijze: alle groenten komen van de koude glasteelt. Dat betekent dat de kassen van Venhuis niet worden verwarmd door fossiele brandstoffen, maar alleen door die krachtige gouden bol die hoog aan de hemel staat: de zon! “Want waarom”, zegt Venhuis, “zou je kostbare fossiele brandstoffen gebruiken voor het kweken van groenten, terwijl het met de kracht van de natuur ook kan groeien?”
Geschiedenislesje kassenteeltDe eerste kassen werden rond 1850 gebouwd. Simpele glazen kassen die aan één kant tegen een muur leunden. Doordat de zon door het glas de aarde opwarmde, ontdekte men dat je op die manier ook andere gewassen kon laten groeien dan men gewend was. De groei bleek je ook wat meer te kunnen sturen door het glas af te dekken als het niet te warm mag worden of juist “vrij” te laten, zodat de zon alle ruimte krijgt. Zo opende de glastuinbouw deuren naar het kweken van andere soorten groenten en fruit. Wel nog steeds onder invloed van wat er buiten de kas gebeurt overigens, want de groenten staan weliswaar “veilig” achter glas, maar of er voldoende licht en warmte van de zon is en of de vochtigheid buiten niet te hoog is, speelt in de kassenteelt wel een rol.
Toekomstplannen in het hoge noordenHet glastuinbouwbedrijf van Venhuis bestaat sinds 1923 en is nu in handen van de derde generatie. Wat de toekomstplannen betreft, spreekt Harry duidelijke taal: overleven! Dat is de eerste prioriteit en vervolgens wat “vet op de botten kweken”. Want de grilligheid van de seizoenen speelt door in het inkomen van de tuinder. En we hebben het al vaker genoemd... 2009 was een mager jaar en 2010 is nog minder goed qua opbrengsten van het land. “Je moet daar als tuinder of boer wel tegen kunnen”, aldus Venhuis. “En beseffen dat na goede tijden ook weer slechte tijden komen en andersom.” Het ene jaar goud en het andere jaar hout, is een gevleugelde uitspraak voor een bestaan in de agrarische sector. Of de kinderen van Harry en Harma Venhuis het bedrijf straks over willen nemen, is nog onduidelijk. De negen- en twaalfjarige Venhuisjes brengen wel veel (speel)tijd door in de kassen, maar ambiëren nu nog het beroep van astronaut en piloot...
Over koolrabi en misomeDeze week komen de koolrabi en misome die we in een aantal pakketten inpakken van Harry Venhuis. Het zijn twee minder bekende groenten, waar wel iets meer over te vertellen is. Koolrabi is al eeuwen bekend in Europa. Nederland was deze groente enige tijd uit het oog verloren. Misschien dat dat de reden was om met een paarse variant te komen: lekker opvallend! Gelukkig zien we de laatste jaren deze vitaminerijke groente weer vaker op het menu staan. Koolrabi kom je in twee kleuren tegen: de groene en de paarse. Let op: de paarse koolrabi is alleen van buiten paars, geschild is de groente identiek aan zijn groene broertje. Koolrabi kan zowel rauw als gekookt verwerkt worden in gerechten. Rauw is de smaak te vergelijken met radijs, de paarse variant is wat scherper in smaak. Door het koken neemt de scherpte af en blijft een zeer zachte smaak over. Misome komt van oorsprong uit Azië en is familie van de, hier meer bekende, paksoi. De groente kan het Hollandse klimaat goed hebben. U kunt alle kanten op met deze groente: het is zowel rauw te eten als gekookt en leent zich ook uitstekend om te roerbakken of te stoven. Weinig tijd en toch lekker en gezond willen eten? Met het volgende bent u snel klaar en succes is gegarandeerd!’
Maar ook de Vitatas Wetenswaardigheden laten zich deze week niet onbetuigd. Die kiest een wat andere insteek, maar niet minder interessant. Het gaat over ‘De multifunctionele kwaliteiten van biologische landbouw en voeding’:
‘Onlangs ontstond er enige ophef over een artikel in de Volkskrant met de kop “Bioteelt leidt tot meer CO²”. De feiten waar de Volkskrant zich op baseerde hadden betrekking op drie producten: tomaten, ananas en bloemkool. Op basis van drie producten kan je onmogelijk deze conclusie trekken, stelt onderzoeker Wijnand Sukkel, die veel onderzoek naar de levensduur van producten (LCA) doet, in een open brief van Biologica, Universiteit Wageningen en de Task Force. Uit ander onderzoek van deze universiteit is gebleken dat de biologische rundveehouderij minder CO² veroorzaakt dan de gangbare rundveehouderij. Maar ook binnen de drie vergeleken producten valt geen eenduidige conclusie te trekken. Het hangt er maar van af welke factoren je meeweegt. Bovendien zijn in de vergelijking van de drie groenten belangrijke factoren, zoals vervuiling van bodems en water door pesticiden en kunstmest en het schonen daarvan door waterzuivering, niet in de berekening meegenomen.
De biologische landbouw en voeding pretendeert ook niet de minste CO² uit te stoten. De biologische landbouw wil de meest natuurlijke vorm van landbouw en voeding produceren. Daarin spelen veel factoren een rol, niet alleen CO², dat de laatste jaren veel aandacht krijgt. Maar ook diervriendelijkheid, vruchtbare bodems, schoon water, biodiversiteit, gesloten kringlopen, behoud van genetische variëteit, ruime vruchtwisseling (in plaats van monoculturen), een mooi landschap, geen gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest, geen gebruik van chemische toevoegingen in de voeding zelf, zo min mogelijk bewerkte voeding, en verder zelfs sociale factoren, zoals eerlijke prijsvorming en zinvol werk voor zorgbehoevenden, om er maar eens een paar te noemen. Zorgvuldige afweging ten aanzien van CO² hoort daar natuurlijk bij, maar het is niet de enige factor die telt. In de dierhouderij is dat dilemma tussen verschillende factoren goed zichtbaar: vrije uitloop, dus lekker buiten scharrelen, biologisch voer en geen preventief antibioticagebruik staan op gespannen voet met CO²-reductie. Ook in de substraatteelt versus vollegrondsteelt zie je dat dilemma terug: kastomaten die via een infuus volgepompt worden met voedingsstoffen en water, of tomaten die zelf hun voeding uit de volle bodem halen, dat is een wereld van verschil in de kwaliteit en de smaak, maar heeft ook effect op CO². Met producten uit de biologische landbouw bent u er zeker van dat de boer de juiste keuzes maakt, omdat hij met alle factoren rekening houdt om een zo natuurlijk, lekker en gezond mogelijk product te telen.Meer informatie: www.biologica.nl’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten