Bedoeld is: antroposofie in de media. Maar ook: in de persbak van de wijngaard, met voeten getreden. Want antroposofie verwacht uitgewrongen te worden om tot haar werkelijke vrucht door te dringen. Deze weblog proeft de in de media verschijnende antroposofie op haar, veelal heerlijke, smaak, maar laat problemen en controverses niet onbesproken.

zondag 3 oktober 2010

Courant

En hier is hij dan, de Seine. Met in de verte al zichtbaar (het hoge gebouw): een zijarm van het Louvre. Zo dicht bij het Musée d’Orsay dus.

Overmorgen vindt weer de MichaëlConferentie 2010 van de Vereniging van vrijescholen plaats. Niet in Nijmegen, zoals voorgaande keren, maar in Cultuur en Congrescentrum Antropia te Driebergen. Ik meldde dat al op 30 juli in ‘Opinie’. Ook het voorlopige programma was toen bekend. Een maand later echter, op 30 augustus in ‘Schoolbegin’, had ik in een eerder schrijven van het bestuur van de vereniging ontdekt dat er tot een koerswijziging was besloten. Dat staat ook alweer een tijdje op de website van de Vereniging van vrijescholen. Dus is het goed dat hier nog eens te bevestigen:
‘De MichaëlConferentie 2010 wordt georganiseerd op 5 oktober, in congrescentrum Antropia te Driebergen. De conferentie duurt van 10.00 uur tot 18.00 uur; de ontvangst start om 8.45 uur. De Vereniging van vrijescholen organiseert de conferentie. Het thema van de conferentie is Kind in dialoog. Voor uitgebreide informatie over dit thema, klik hier.

Samen op weg naar 2020
De MichaëlConferentie van 2010 kent een andere opzet dan voorheen. Met de conferentie start een traject met een perspectief van een aantal jaren. Uiteindelijk moet dit leiden tot maatschappelijk relevant en geaccepteerd vrijeschoolonderwijs. Wezenlijke vragen staan centraal op 5 oktober. Waar moet onderwijs en opvoeding toe leiden? Wat doen we nu en hoe ziet het vrijeschoolonderwijs er in 2020 uit? Vanuit het thema “Kind in Dialoog” wordt samen met maximaal 250 deelnemers op deze en andere essentiële vragen gereflecteerd.
Ben jij een avonturier? Zoek je verbinding? Wil je anderen inspireren en zelf geïnspireerd worden? Ben je bereid om structureel betrokken te zijn bij de ontwikkeling van het vrijeschoolonderwijs en wil je jouw stem laten horen? De MichaëlConferentie is op zoek naar voortrekkers die vragen stellen en nóg meer vragen stellen, die zoeken en experimenteren, die twijfelen, verdwalen en weer doorpakken, die samen het hart vormen op weg naar 2020. Kun jij je vinden in dit avontuur, meld je dan nu aan via de schoolleiding voor de MichaëlConferentie 2010. We verwelkomen je graag in Antropia te Driebergen. Er is een beperkt aantal plaatsen beschikbaar. Zorg dat je erbij bent.

Op deze pagina treft u de meest actuele informatie over de conferentie. De informatie wordt regelmatig bijgewerkt. Hebt u vragen, neem dan contact op met de Vereniging van vrijescholen, via email: vereniging@vrijescholen.nl of via telefoon: 0343 53 60 60. Wij helpen u graag verder. Download het voorlopige programma.
Aanmelden: Aanmelden voor deelname aan de MichaëlConferentie kan alleen via de schoolleiding, via het speciale e-mailadres: mc@vrijescholen.nl. Vermeld daarbij de volledige naam van de deelnemers, alsmede hun vakgebied/functie. Daarnaast dient u het verschuldigde bedrag aan de Vereniging over te maken. Kosten van deelname per persoon zijn € 75. Dit bedrag kunt u overmaken op rekeningnummer 3717056 t.n.v. Vereniging van vrijescholen onder vermelding van MC 2010 en het aantal personen.

Over het programma
Het thema van de conferentie, Kind in dialoog, zal door drie sprekers worden uitgewerkt:
– Luc Stevens: De leerling als partner: respect, verantwoordelijkheid en autonomie.
– Clarence Harvey: Soul in education.
– Maarten Dolk: Rekenen en wiskunde, waarom, wanneer en hoe?

Luc Stevens, Algemeen Directeur van NIVOZ. Het NIVOZ is een denktank, die via de takken onderzoek, opleiding en forum een veelvormige onderwijspraktijk als perspectief heeft en bij wil dragen aan het maatschappelijke gesprek over onderwijs. Zorg voor onze kinderen is volgens Stevens namelijk niet alleen een overheidstaak, want: “It takes a whole village to raise a child”. Voor meer informatie: http://www.nivoz.nl/

Clarence Harvey, Vice Principal at The Steiner Academy Hereford and chairman of the Soul in Education Foundation, de eerste gesubsidieerde vrijeschool VO in Groot-Brittannië. Voor meer informatie: http://www.steineracademyhereford.eu/. Tevens is Clarenca Harvey mede auteur van het boek The Wheels of Soul in Education.
Inge Haagsma, coördinator VO over Clarence Harvey: “In mei van dit jaar sprak Clarence Harvey op de 4e internationale Portfolio conferentie in Potsdam. Het was mijn eerste kennismaking met hem. Zijn overtuigende woorden over het belang van warmte en zielenvuur in opvoeding en onderwijs raakten mij en de andere aanwezigen op directe wijze. Boeiend was de manier waarop hij zijn zoektocht schetste naar een forum en mensen om mee te spreken over wat er mist in het onderwijs. En om samen, niet in één land, maar internationaal te zoeken naar mogelijkheden om het onderwijs geïnspireerd te maken. Het vuur in onderwijs en opvoeding (terug) te brengen. Hij richtte een internationaal netwerk de ‘Soul in education foundation’ op en organiseert bijeenkomsten op allerlei plekken in de wereld. Hij vond de vrijeschool beweging en besloot daar (in Engeland) als leraar te gaan werken.”

Maarten Dolk is lector geïnspireerd leren bij de Hogescholen Helicon, Stenden en Zuyd, hij is ook verbonden aan het Freudenthal Instituut. Hij ontwikkelt en onderzoekt onder meer rekenonderwijs en de rol van leraren bij het (reken)onderwijs. Hij vindt dat het denken bij de kinderen moet worden gelegd. Dat gebeurt te weinig. Hij zal ideeën aanreiken om dat bij rekenen te doen. Voor meer informatie: http://www.fi.uu.nl/nl/medewerkers/medewerkers/medewerker63.html

Elard Pijnaken verzorgt de intermissie tijdens de conferentie. “Zijn of niet zijn, daar gaat het om. Is het beter het lot te aanvaarden of je zwaard te trekken en er tegenin te gaan?” Uit Hamlet: Shakespeare.
Elard Pijnaken, schoolleider Vrije School Hoeksche Waard, is de afgelopen jaren werkzaam geweest als lid van de directie van het Rudolf Steiner College te Rotterdam, als theatermaker en docent op de Hoge School Rotterdam en omstreken. Voorts is hij trainer/coach binnen verschillende organisaties en heeft hij regiestudenten begeleid bij het Rotterdams Centrum voor Theater. In beweging brengen van mens en organisatie ziet hij als zijn missie. Wat is en wat wil zijn? Vragen waarop spelenderwijs antwoord gevonden kan worden. Heb de moed te kijken naar jezelf zoals je naar de ander kijkt. Heb de moed te confronteren. Heb de moed de ontmoeten!

Schilderijen Leo Klein
Dit is de laatste MichaëlConferentie waar het mogelijk is om de schilderijen van Leo Klein in te leveren of uit te wisselen. Hiertoe is een aparte ruimte ingericht. Annelies de Wijn, die sedert jaren de uitleen verzorgt, zal zelf door middel van een brief aan de scholen kenbaar maken hoe de uitleen een vervolg zal krijgen. Klik hier om de aankondiging van de conferentie te downloaden (PDF)’
Dat is toch behoorlijk anders dan ik op 30 juli in ‘Opinie’ kon melden. Overigens, die dag had ik het ook over de Vlaming Peter Vandermeersch, gedurende 22 jaar bij De Standaard werkzaam, de laatste twaalf als hoofdredacteur, maar sinds 1 september in Nederland de nieuwe hoofdredacteur van NRC Handelsblad. Dat heeft weliswaar niets met het voorgaande te maken. Maar ik word eraan herinnerd, omdat deze krant op 1 oktober veertig jaar bestaat en hij dit heugelijke feit gisteren vierde met een speciale feestuitgave van zijn zaterdagse NRC Weekblad, terwijl op de homepage van de website ook twee gratis e-books worden aangeboden:
‘NRC Handelsblad geeft ter gelegenheid van zijn 40ste verjaardag aan al zijn lezers twee e-books cadeau: over de vormgeving van NRC Handelsblad en over de oorsprong van de krant. Gedrukte exemplaren zijn te bestellen in de webwinkel.’
Die publicatie over de geschiedenis is zeer interessant: ‘Twee kranten, twee paleizen is in oktober 2010 verschenen bij NRC Boeken’. Ook interessant voor ‘Antroposofie in de pers’. Om het simpele feit dat deze weblog ook gesitueerd is in Rotterdam, zelfs vlak in de buurt waar de Nieuwe Rotterdamsche Courant in een lang vervlogen verleden zijn domicilie had. Het is leuk om in dit kader het voorwoord van de nieuwbakken hoofdredacteur Peter Vandermeersch aan te halen:
‘Verjaardagen zijn, voor de historicus in mij, heerlijke momenten om terug te blikken. Het verhaal van de Nieuwe Rotterdamsche Courant, die voor het eerst verscheen in 1844, en het Algemeen Handelsblad, dat nog een stuk dieper in de negentiende eeuw wortelt, leidt de lezer naar de Witte de Withstraat in Rotterdam en de Nieuwezijds Voorburgwal in Amsterdam. Lang voor er sprake was van NRC Handelsblad, werd op deze twee adressen een stevig stuk persgeschiedenis geschreven.

Het is een geschiedenis die zich afspeelt in dagbladpaleizen, waar destijds koetshuizen en paardenstallen nodig waren voor een “eigen postdienst”, waar nu eens “ongenaakbare hoofdredacteuren” de scepter zwaaiden en dan weer “vrolijke chaos” heerste op de redactie. Het is ook een geschiedenis die baadt in liberale beginselen als parlementaire macht, rechtstreekse verkiezingen, godsdienstvrijheid, openbaarheid van bestuur en persvrijheid. Een geschiedenis ook van soms hevige spanningen tussen het “leesbare” Handelsblad en de “droge, zakelijke” NRC. Een geschiedenis waarin namen opduiken als die van Johan Huizinga en Hendrik Marsman, maar ook die van vreselijke plaatsen als Auschwitz en Sobibor.

De verjaardag van NRC Handelsblad is voor de journalist in mij een bijzonder moment. Ik herken de drang naar vrijheid van de individuele journalist. Het prettige gebrek aan hiërarchie op de redactie. De onaantastbaarheid van de schrijver van een column. De verknochtheid van de mensen aan “hun” krant — al hebben we al lang geen bedienden meer met de letters NRC op de glimmende knopen van hun uniformen. De trots ook, wanneer je leest dat een Duitse perswetenschapper al in 1938 beweerde dat de buitenlandse berichtgeving van NRC door weinig kranten ter wereld werd geëvenaard.

Maar de veertigste verjaardag van deze geweldige krant is voor de hoofdredacteur in mij vooral een uitgelezen gelegenheid om vooruit te kijken. De liberale beginselen waarop het journalistieke bouwwerk van NRC Handelsblad is gefundeerd, zijn actueler dan ooit. De taak van deze redactie is urgenter dan ooit. In een maatschappij waarin steeds meer informatie voorhanden is, willen wij aan journalistiek doen. In een samenleving die steeds meer naar de eigen navel staart, kijken wij graag naar buiten. In een journalistieke wereld die de waan van de dag achterna loopt, willen we net iets verder denken. Omdat we weten dat u, de lezer, dat van ons verwacht.’
Ja kijk, in die intentie kan ik me wel herkennen. Daarom spreekt het me waarschijnlijk ook aan. En het gaat nog verder. Wat bijvoorbeeld te denken van deze korte passage op bladzijde 25:
‘Het Handelsblad stond dan ook al vroeg bekend als “de ‘leesbare’ Courant” in “contrast met de Rotterdammer”, zoals de NRC ook wel genoemd werd. De NRC was juist de exponent van de droge, zakelijke wijze van berichtgeving, die bij andere kranten in de loop van de
twintigste eeuw langzaam verdween. Emoties werden bij de NRC vermeden, foto’s tot in de jaren twintig uit de kolommen geweerd. Tot 1935 werd de NRC opgemaakt over vijf kolommen, wat een statisch uiterlijk opleverde in vergelijking met andere kranten.’
Dat komt toch wel aardig bekend voor, nietwaar? Laat ik echter naar het begin van dit dunne boekje van 64 bladzijden terugkeren, dat ik hier zal laten volgen. Maar niet voordat ik de auteur heb voorgesteld, zoals zij op bladzijde 63 verschijnt:
‘Pien van der Hoeven (1967) is historicus en universitair docent aan de Afdeling Journalistiek van de Rijksuniversiteit Groningen. Eerder was zij verbonden aan de Universiteit Leiden, waar zij in opdracht van NRC Handelsblad promotieonderzoek heeft gedaan naar de geschiedenis van de krant. Het proefschrift dat hieruit voortkomt, verschijnt najaar 2011 bij uitgeverij Prometheus. Vooruitlopend op deze publicatie schreef Van der Hoeven op verzoek van NRC Handelsblad ter gelegenheid van het veertigjarige bestaan van de krant Twee kranten, twee paleizen. Pien van der Hoeven studeerde Nieuwe en Nieuwste Geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Zij specialiseerde zich in de Nederlandse buitenlandse politiek na 1945. Haar eindscriptie werd bekroond met de prijs van het Nederlands Genootschap voor Internationale Zaken en Instituut Clingendael. In 1997 publiceerde zij Hoed af voor Marshall. De Marshall-hulp aan Nederland, 1947-1952.’
Over de begintijd in Rotterdam (ik laat die in Amsterdam nu even buiten beschouwing) schrijft zij op de bladzijden 7 en 8, getiteld ‘Witte de Withstraat, Rotterdam’:
‘Op 5 mei 1874 legde de oude Nijgh de eerste steen voor het nieuwe onderkomen van de Nieuwe Rotterdamsche Courant, de krant die hij dertig jaar eerder had opgericht. Tien jaar lang had zijn krant verlies gemaakt, steeds hadden hij en de andere aandeelhouders de tekorten moeten aanvullen, maar nu kon voor de NRC een groot en voornaam pand gebouwd worden, een dagbladpaleis. De vaart waarmee het gebouw verrees, toonde het tempo van economische groei in het Rotterdam van die jaren. De stad breidde zich uit. Tuinen en landerijen maakten plaats voor rechte straten, die genoemd werden naar helden uit de tijd van Hollands glorie. Witte de Withstraat was het nieuwe adres van de NRC. Hier kwam een krantengebouw te staan dat zijns gelijke in Nederland niet kende. Dertig meter breed was het, twee verdiepingen hoog met een souterrain. Het nam de hele breedte in beslag van het blok tussen de Eendrachtsstraat en de Boomgaardlaan — die gelet op de snelle stadsontwikkeling al gauw ook straat genoemd zou worden. Het was uitgerust met de modernste faciliteiten. Er was een door stoom aangedreven papierlift, die duizend kilo papier uit het souterrain naar de drukkerij op de beletage kon hijsen. Er was een elektrisch belsysteem, waarvan de koperdraden als zenuwen door het hele gebouw liepen. Er waren spreekbuizen tussen de kamers van de hoofdredactie, de directie, de administratie en de zetterij.

In de drukkerij stonden vier gloednieuwe door stoom aangedreven snelpersen. Ranke meisjeshanden moesten daar het papier vliegensvlug per vel in leggen, totdat drie jaar na de opening van het gebouw de NRC de eerste rotatiepers in Nederland plaatste. Deze Koening & Bauer werd in 1900 al vervangen door een Amerikaanse Gosspers. Aan de Eendrachtsstraat had de NRC ook een koetshuis en een paardenstal ten behoeve van de eigen postwagendienst. De paardenwagens brachten op gezette tijden de kranten naar het station en haalden de post op van het postkantoor en van het eigen bijkantoor in het centrum. De meest kostbare faciliteit waar het gebouw over beschikte was waarschijnlijk de eigen telegraafverbinding. Telegrammen hoefden nu niet meer afgehaald te worden in het Rijkstelegraafkantoor aan de Blaak en konden zonder tijdsverlies worden verwerkt. De oprichter van de NRC, uitgever en boekhandelaar Henricus Nijgh, had er altijd veel geld voor over gehad om de snelste te zijn. Toen er nog geen telegraaf was, gebruikte hij postduiven om andere kranten voor te zijn met het nieuws. Het oude pand van de NRC aan de Grote Markt had een speciale duivenzolder. Ook het nieuwe gebouw had een duiventil op het dak, maar van deze liefhebberij van Nijgh hoefde de krant het nu niet meer te hebben. Vervlogen waren de tijden dat de medewerkers van de NRC hun baas vertwijfeld zagen toekijken hoe zijn duiven, met het nieuws nog aan de poten, ergens hoog en onbereikbaar zaten te tortelen.

Was het aan uitgever Nijgh te danken dat de NRC alle andere kranten overtroefde wat de snelheid en volledigheid van haar berichtgeving betrof, het was de eerste hoofdredacteur, de jurist H.H. Tels, die de krant haar politieke invloed bezorgde. Onder leiding van Tels stelde de NRC zich ten taak de Nederlandse publieke geest uit haar post-Napoleontische lethargie te wekken. Vergroting van de parlementaire macht, rechtstreekse verkiezingen, vrijheid van handel en nijverheid, godsdienstvrijheid, openbaarheid van bestuur en persvrijheid waren de liberale idealen waarop Tels in zijn commentaren hamerde, tegen het zere been van de gevestigde macht.

De NRC sprak direct vanaf haar verschijning in 1844 met groot gezag. Maar de geldschieters van de krant, onder wie Nijgh zelf, moesten de eerste 25 jaar genoegen nemen met immateriële dividenden: de verzilvering van de liberale idealen. Pas toen in 1869 de exorbitante belasting op kranten opgeheven werd, volgde ook het materiële succes.’
Je staat in een traditie, of niet. Deze geschiedenis spreekt dan ook een duidelijke taal.
.

Geen opmerkingen:

Labels

Over mij

Mijn foto
(Hilversum, 1960) – – Vanaf 2016 hoofdredacteur van ‘Motief, antroposofie in Nederland’, uitgave van de Antroposofische Vereniging in Nederland (redacteur 1999-2005 en 2014-2015) – – Vanaf 2016 redacteur van Antroposofie Magazine – – Vanaf 2007 redacteur van de Stichting Rudolf Steiner Vertalingen, die de Werken en voordrachten van Rudolf Steiner in het Nederlands uitgeeft – – 2012-2014 bestuurslid van de Antroposofische Vereniging in Nederland – – 2009-2013 redacteur van ‘De Digitale Verbreding’, het door de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders (NVAZ) uitgegeven online tijdschrift – – 2010-2012 lid hoofdredactie van ‘Stroom’, het kwartaaltijdschrift van Antroposana, de landelijke patiëntenvereniging voor antroposofische gezondheidszorg – – 1995-2006 redacteur van het ‘Tijdschrift voor Antroposofische Geneeskunst’ – – 1989-2001 redacteur van ‘de Sampo’, het tijdschrift voor heilpedagogie en sociaaltherapie, uitgegeven door het Heilpedagogisch Verbond

Mijn Facebookpagina

Translate

Volgers

Totaal aantal pageviews vanaf juni 2009

Populairste berichten van de afgelopen maand

Blogarchief

Verwante en aan te raden blogs en websites

Zoeken in deze weblog

Laatste reacties

Get this Recent Comments Widget
End of code

Gezamenlijke antroposofische agenda (in samenwerking met AntroVista)