Twee en een halve week geleden berichtte ik in ‘Student’ over een bijeenkomst van het studentenplatform van de KNMG (Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst) over ‘niet-reguliere behandelwijzen’. Die vond op 30 oktober plaats in de Domus Medica in Utrecht. Daarbij traden de heren Cees Renckens, David Kopsky en Jaap Andriesse op als sprekers, achtereenvolgens van de Vereniging tegen de Kwakzalverij (VtdK), de Stichting Innovatief Onderzoek en onderwijs van Complementaire Behandelwijzen (Iocob) en de Koninklijke Vereniging Homeopathie Nederland (KVHN).
Ik vroeg mij af wat de studenten hiervan gevonden zouden hebben. Want het verslagje op de Iocob-website gaf maar een zeer summiere indruk. Gelukkig kwam twee dagen later, op 7 november, Frida van Dam met een reactie. Zij was erbij geweest, hoewel zij geen geneeskunde, maar hbo-verpleegkunde studeert. Zij gaf te kennen lid te zijn van het bestuur van Granulla, ‘de landelijke studentenvereniging die de (geneeskunde)student probeert de kans te geven kennis te maken met complementaire behandelwijzen’. Deze heeft ook een eigen website, http://www.granulla.nl/. Zij kondigde tevens aan een verslagje te zullen schrijven ‘voor onze eigen nieuwsbrief, deze zal voor het einde van het jaar uitkomen, toevallig: een themanummer antroposofie’.
Blijkens de website is deze studentenvereniging vandaag in Arnhem druk met een ‘Scholingsdag NVKP “Reisziekten en Preventie”’. Elders staat er een Antroposofische Zomeracademie aangekondigd, met een ‘Introductie Antroposofische Geneeskunde’ inzake ‘Ziekte en Zingeving’, in het Louis Bolk Instituut. Data: 6-7 september en 27-28 september. Dat is dus niet helemaal actueel meer...
Maar het geluk lacht ons toe, want twee dagen geleden verscheen er zowel op de website van de KNMG zelf (hier zelfs inclusief foto’s), als op die van Medisch Contact, een verslag van de bijeenkomst op 30 oktober, onder de titel ‘Niet-reguliere behandelwijzen in de opleiding geneeskunde?’ Er staat helaas nergens bij wie dit verslag gemaakt heeft. Wel dat er 35 belangstellenden waren en dat de plaats van Jaap Andriessen (volgens de website van de KVHN per 1 september van dit jaar directeur van de vereniging) werd ingenomen door voorzitter de heer B. Schmidt (die dat overigens vanaf april is). Zij discussieerden
‘over de vraag of onderwijs over niet-reguliere behandelwijzen nu wel of niet deel moet uitmaken van het curriculum van de geneeskundeopleiding.
Het huidige raamplan geneeskunde biedt hiertoe de mogelijkheid. Maar hoe ziet de achterban van het Studentenplatform dit? Wordt het fort van de reguliere geneeskunde, zoals verwoord door dhr. Renckens, massaal door hen verdedigd? Of pleit de achterban juist voor geïntegreerde geneeskunde?
Van alle aanwezigen vond slechts een klein deel dat een blok niet-reguliere behandelwijzen naast blokken als circulatie of zenuwstelsel een plek moet krijgen in het basiscurriculum. Mooier zou het zijn, aldus de voorstanders, als de plaats van niet-reguliere behandelwijzen binnen de geneeskunde geïntegreerd zou worden in het hele opleidingsprogramma. De realiteit is dat op alle acht faculteiten weinig rek in het curriculum zit. En dat betekent dat er telkens afwegingen moeten worden gemaakt over wat wel en wat niet kan worden opgenomen.
Geen vaste plek in het curriculum, maar niet-reguliere behandelwijzen wel als keuzeonderwijs aanbieden; dat was de mening van het merendeel van de aanwezigen. Op dit moment bieden zeven van de acht faculteiten het vak niet-reguliere behandelwijzen als keuzeonderwijs aan.
Op de vraag of geneeskundestudenten de kans moeten krijgen om vaardigheden te verwerven op het gebied van niet-reguliere behandelingen, werd door alle aanwezigen ontkennend geantwoord. Als er al vaardigheden zouden worden aangeleerd dan is het essentieel dat er kwaliteitseisen, begin- en eindtermen zijn geformuleerd.
Tijdens de klinische fase bij een niet-reguliere behandelaar stage lopen? Gezien de beperkte tijd is het nu al niet mogelijk om alle specialismen aan bod te laten komen tijdens de co-schappen. Alle aanwezigen kiezen eerst voor reguliere co-schappen.
Tot slot vond de meerderheid dat geneeskundestudenten in staat moeten zijn om objectieve voorlichting te kunnen geven over niet-reguliere behandelwijzen. Gezien de 6,6 procent van de patiënten (zo’n 1.000.000) die zijn heil zoekt in niet-reguliere behandelwijzen, lijkt hier een behoefte te liggen.
Niet-reguliere behandelwijzen; we hadden er nog veel langer over kunnen debatteren. Maar het KNMG Studentenplatform heeft met deze avond input gekregen om in de nabije toekomst een standpunt te formuleren. Het Studentenplatform kijkt dan ook terug op een succesvolle openbare vergadering.’
Al met al kun je dus uit dit verslag wel opmaken dat de verhouding van de sprekers tussen regulier en niet-regulier (namelijk 1:2) ook tot uitdrukking kwam in de belangstelling die van de studenten uitging. Het is dan ook goed als minister Klink in zijn nadere adviesronde het komende half jaar zijn oor te luisteren legt bij deze komende artsengeneratie en met hun standpunt rekening houdt.
1 opmerking:
bildmässig kommen jetzt die schönen seiten;-)
Een reactie posten