Na bezoek aan het Musée d’Orsay kijken we vanaf de zijkant naar de ingang en de imposante gevel van het gebouw.
November, Allerzielen. De herfst kleurt op zijn mooist; als de zon tenminste schijnt. Op de website van Uitgeverij Christofoor wordt op de pagina met ‘nieuwkomers’ ook ‘De binnenkant van blauw Verschijnt in: oktober’ aangekondigd. Oktober kan nu uiteraard niet meer gehaald worden. Maar dat mag de (voor)pret niet drukken. Dit staat er nog meer:
‘Goethe gaat er in zijn kleurenleer van uit dat elke kleur een eigen dynamiek heeft, waar kunstenaars vaak intuïtief gebruik van maken. Van het blauw zegt hij bijvoorbeeld dat dit de neiging heeft om van de toeschouwer af te bewegen, terwijl het geel naar je toe komt. In dit boek... meer informatie...’
De link volgend, kom ik hier uit:
‘In dit boek wordt deze visie op kleur vergeleken met de in onze tijd veel algemenere opvatting dat kleurbeleving een puur subjectieve zaak is. Dit onderzoek mondt uit in een verrassende reis door het blauw, die langs een schat aan feitenmateriaal en ervaringsgegevens voert. Hierdoor kan de lezer uiteindelijk zelf “bewogen” raken door de dynamiek die in deze kleur aanwezig is.’
En daar blijkt verder ook dat de auteur Wil Uitgeest is, die een ‘Onderzoek naar de dynamiek van blauw en het professionele gebruik hiervan in de kunstzinnige therapie’ heeft gedaan. Bij het Lectoraat Antroposofische Gezondheidszorg is hier meer over te vinden, onder de titel ‘De kleur blauw en kunstzinnige therapie’:
‘Na meer dan 2,5 jaar hard werken verschijnt binnenkort een nieuwe publicatie van Wil Uitgeest, docent Kunstzinnige Therapie en lid van de kenniskring van het Lectoraat Antroposofische Gezondheidszorg aan Hogeschool Leiden. Onderwerp is het gebruik van Goethe’s fenomenologische methode in het als kunstzinnig therapeut professioneel omgaan met de kleuren. In het boek wordt dit beschreven aan de hand van de kleur “blauw”.
Wat is het belang van dit boek? Allereerst is het belang ervan dat hierin een methodiek beschreven is die een methodische leidraad biedt voor kunstzinnige therapeuten in opleiding en voor diegenen die al in de zorgpraktijk aan het werk zijn. Ten tweede wordt daarmee tevens een eerste wetenschappelijke verantwoording gegeven van de methode waarmee de kunstzinnige therapie veelal werkt. Ten derde wordt in dit boek inzichtelijk gemaakt wat de bijdrage van deze methode aan het onderzoek naar kleurkwaliteiten is.
Ten vierde wordt de zogenaamde fenomenologische methode van Goethe vruchtbaar gemaakt voor het werk van de kunstzinnig therapeut. Ten slotte levert dit boek een bijdrage aan de discussie die op dit moment in de gezondheidszorg aan het opkomen is over de rol van het professionele, klinische oordeel binnen de evidence-based medicine benadering. Steeds duidelijker wordt namelijk, dat er naast de evidence-based ontwikkelde protocollen en richtlijnen, ruimte moet zijn voor het klinisch redeneren, om de zorg op maat te maken voor de individuele patiënt en diens unieke en complexe situatie. Dit betekent dat ook het klinisch redeneren een verdere professionaliseringsslag zal moeten maken om niet te vervallen in willekeur en subjectiviteit.
De in dit boek beschreven methodiek kan een bijdrage leveren aan deze professionaliseringslag. Het boek zal gepresenteerd worden op het symposium van het lectoraat op 12 november 2010.
Ook in Scienceguide kwam Goethe’s wetenschappelijke werk over kleuren in het kader van 200 jaar kleurenleer aan de orde. Meer hierover leest u hier.’
Die laatste link is leuk, want leidt naar een tekst van alweer een paar maanden geleden, getiteld ‘Goethe als kleurrijke bèta-onderzoeker’:
‘8 september 2010 – Het is dé tentoonstelling voor Bèta’s en Alfa’s tegelijk: 200 Jaar Goethe’s kleurenleer. De briljante natuurkundige theorieën en experimenten van de dichtervorst en staatsman kwamen namelijk in 1810 uit. Rond zijn boek “Zur Farbenlehre” is in zijn woonhuis in Weimar een unieke expositie ingericht. Vol originele handschriften, experimenten-objecten en actuele analyses van Goethe’s poging Newton te verbeteren rond de vraag: “Wat is licht nu eigenlijk?”
Tot 11 juni 2011 kunt u in het Goethe-Nationalmuseum zich vergapen aan de 200 jaar oude tekeningen, notities, illustraties en andere documenten waarin dit Duitse genie zich ook als wetenschapper bewijzen kon. De tentoonstelling “Augengespenst und Urphänomen” laat de bezoeker bovendien zelf veel van Goethe’s oorspronkelijke experimenten met licht, de werking van het menselijke oog en de werking van kleuren op de waarneming uitvoeren. Daar blijkt ook dat hij de impact van chemische reacties via kleurveranderingen in mineralen, planten en dieren analyseerde en hoe hij Newton bestreed.
Goethe leidde uit zijn experimenten allerlei praktische aanbevelingen af. Hij was evenzeer theoretisch fysicus als een soort hbo-lector voor design, zo blijkt nu. Zo kwam hij tot conclusies over welke kleuren het beste pasten bij de inrichting van welke kamers in een woning en bij de kleding van vrouwen en mannen in welke fase van hun leven.
Ook deed hij uitvoerige experimenten met een student-assistent die kleurenblind was. Hun gezamenlijke aantekeningen zijn een van de fascinerende originelen die te zien zijn.
Het meest bijzonder is niettemin een aquarel uit 1799. Goethe tekende daarin hoe hij de kleuren en hun verwantschap volgens de natuur van het licht had leren analyseren en hoe volgens hem dit kleurenpalet ook de menselijke aard en gevoelens bepaalde. Waarom maakte hij die aquarel? Om die aan Friedrich Schiller, zijn vriend en collega-genie van de literatuur, voor te leggen.
Hij heeft de suggesties en kanttekeningen die Schiller in de marges van de tekening maakte zijn hele leven bewaard. Nu is dit stukje papier een historisch, letterkundig én natuurkundig unicum: een bèta-discussie in enkele schetsjes van de hand van twee van de grootste dichters en dramaschrijvers van de Europese literatuur.’
Een uitvoerig artikel over de tentoonstelling van de Klassik Stiftung Weimar van 17 juni van dit jaar biedt nog meer informatie. Ja, je moet hiervoor wel naar Weimar!
.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten