Bedoeld is: antroposofie in de media. Maar ook: in de persbak van de wijngaard, met voeten getreden. Want antroposofie verwacht uitgewrongen te worden om tot haar werkelijke vrucht door te dringen. Deze weblog proeft de in de media verschijnende antroposofie op haar, veelal heerlijke, smaak, maar laat problemen en controverses niet onbesproken.

vrijdag 5 november 2010

Aartsengelen


Een merkwaardig plaatje, om niet te zeggen: vervreemdend. Toch is het gewoon het plein voor de ingang van Musée d’Orsay, waar een groot billboard is geplaatst met een zelfportret van Vincent van Gogh.

Drie dingen dit keer. Maar eerst even melden dat Hugo Verbrugh vandaag schrijft over ‘Twee jaar bloggen – waarvoor doe ik het allemaal? Om “het juiste woord” te vinden. Maar wat is dat?’, wat uiteraard een zeer heuglijk feit is. Hugo is kampioen bloggen; als geen ander kan hij de discussie entameren en die vervolgens ook werkelijk aangaan. En dat op dagelijkse basis. Hij schrijft zelf in de reacties:
‘Bij mijn weten heb ik nooit een dag overgeslagen (behalve de dagen in de zomer van 2009 toen het blog-ding in groot onderhoud was...)’
Hier past een hartelijke felicitatie! Ik hoop dat Hugo het ziet, want reageren op zijn weblog bij de Volkskrant kan niet meer, zolang je daar niet ingelogd bent. Overigens zou hij gruwen van zo’n titel en onderwerp als ik vandaag te berde breng. Maar dat mag de pret niet drukken; laat hij maar op zijn manier wetenschappelijk verantwoord bezig blijven, dan kan iedereen proberen te doen waar hij of zij goed in is. – Vandaag vond ik weer een mooi artikel in De Stentor, geschreven door Sander Grootendorst en getiteld ‘Theo van Leeuwen: vier aartsengelen, vier seizoenen, vier dichtbundels’:
‘Na het interview blijft één zin die de dichter Theo van Leeuwen uitsprak nog een tijdje in het hoofd van de verslaggever hangen: “Beter een bedelaar op aarde dan een koning in het schimmenrijk.” Dat was geen regel van Van Leeuwen zelf, maar van “de oude Grieken”, zoals hij vertelde.

Misschien dat de zin als motto voor het werk van de 63-jarige Zutphenaar kan gelden. Hij bracht onlangs zijn vierde bundel uit, getiteld “Ik ben Gabriël”. Het is de derde aartsengel die zich als het ware via Van Leeuwen tot de lezer richt. Eerder, respectievelijk in 2008 en 2009, liet hij Rafaël en Michael aan het woord. “En het zal je niet verbazen dat ik nu bezig ben met een bundel waarin Uriël de hoofdrol speelt.”

De vier aartsengelen vertegenwoordigen evenzovele seizoenen. Gabriël hoort bij de winter. “Monoloog voor de winterwende” luidt de ondertitel van het tweede deel – niet toevallig gevolgd door de reeks “Het nieuwe jaar”. Van Leeuwen is een man van de seizoenen. Hij begon er in in 2004 zijn dichtersleven mee: “Uit zwart rijst rood. Gedichten door het jaar”, heet zijn debuut. Dan hebben we het over zijn leven als publicerende dichter, want: “Belangstelling voor poëzie heb ik altijd al gehad.” De stap naar de openbaarheid zette hij dankzij de Christengemeenschap in Zutphen. “Ik zat in de redactie van de Gemeenteberichten die zij uitgeven en waarin op de eerste bladzij altijd een gedicht staat.” De poëtische bijdragen van Van Leeuwen vielen in goede aarde, en van het een kwam het ander. Zijn eerste bundel gaf hij nog in eigen beheer uit, de aartsengel-bundels verschijnen bij Perun Boeken in Bergen op Zoom (en zijn in Zutphen verkrijgbaar bij De Boekerij aan de Nieuwstad).

Van Leeuwens gedichten bestaan meestal uit korte, soms ultra-korte regels in parlando-stijl, zoals
“Ik wijs ze/hun plaats/ Lucifer gevallen/ Satan geketend.”
Regels die bijna een exacte beschrijving zijn van de ingelijste afbeelding die in Van Leeuwens woning aan de muur hangt: daarop is het negen meter hoge beeldsnijwerk “de mensheidsrepresantant” te zien, gemaakt door Rudolf Steiner – vader van de antroposofie – en de Engelse kunstenares Edith Maryon. De mensheidsrepresentant, Christus, bevindt zich tussen twee vuren: Satan beneden hem en Lucifer boven hem willen de mens elk op hun eigen manier van de aarde weglokken. Maar dat gaat zomaar niet. Geïnspireerd door Steiner zegt Van Leeuwen: “Het leven op aarde is veel waard. Je moet als mens hier je weg vinden.” Hij weet waar hij het over heeft, zijn eigen bestaan ging bepaald niet altijd over rozen.

In de vensterbank staan kaarten en Van Leeuwen laat er een paar zien. Michael is erop afgebeeld. In dubbel opzicht geen toeval: Michael is de aartsengel van de herfst. En Theo van Leeuwen is de dichter van de seizoenen.’
Theo van Leeuwen is auteur bij Perun Boeken en in die hoedanigheid kwam hij nog ter sprake op zondag 31 oktober in ‘Ekonomische krisis‘. De dag daarvoor, op 30 oktober in ‘Vermenging‘, schreef ik een beetje mistroostig:
‘De NVAZ heb ik al een hele tijd helemaal niet meer genoemd, hoewel die sinds een tijdje, naast De Digitale Verbreding (de laatste is van 17 juni notabene), nu ook een eigen nieuwspagina heeft waar nog weinig bijzonders op staat.’
Dat is inmiddels veranderd en verbeterd, en behoorlijk ook. Er is een nieuwe De Digitale Verbreding, maar daar ga ik het vandaag niet over hebben. Wel echter over het nieuwste bericht op die nieuwspagina, dat is namelijk ‘Uitnodiging promotie Pim Blomaard’:
‘Op 6 december 2010 verdedigt Pim Blomaard, lid Raad van Bestuur van de Raphaëlstichting, zijn proefschrift met de titel “Beziehungsgestaltung in der Behindertenhilfe – Zur Berufsethik der Betreuung”. In het proefschrift staat de persoonlijke relatie als de kern van de begeleiding van mensen met een verstandelijke beperking centraal.

Pim Blomaard onderzoekt welke morele competenties de begeleider nodig heeft om de zorgrelatie op gelijkwaardige wijze vorm te geven. Hij gaat in op de zelfreflexie, de beroepshouding, het doel van de begeleiding, het zelfmanagement en de situationele verantwoordelijkheid. In dit kader komen bijv. de deugden van eerbied en openheid ter sprake en wordt op de wederkerigheid van de relatie ingegaan. In de persoonlijke zorgrelatie kunnen de idealen van integratie en empowerment worden geoefend en gerealiseerd.

Deze studie is actueel omdat het de visie ondersteunt dat kwaliteitsbeoordeling die cijfers vergelijkt de plank misslaat. De kwaliteit van goede zorg wordt vooral bepaald door wat mensen er samen van maken en door de persoonlijke kwaliteiten die ze daarbij inzetten. Kwaliteitsbeleid moet bij de zorgrelatie beginnen en de zelfsturing bevorderen. Het beroepsprofiel en de beroepsopleiding kunnen door dit accent op de morele competenties worden verdiept en verrijkt. In een tijd waarin de tendens waarneembaar is om professionaliteit los te zien van morele kwaliteiten, is het juist van belang deze beide als één onlosmakelijk geheel te beschouwen.

De dissertatie werd begeleid door Prof.dr.Hans Reinders (VU), hoogleraar ethiek aan de faculteit der Godgeleerdheid en als bijzonder hoogleraar houder van de Bernard Lievegoed Leerstoel, ingesteld door de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders. Het proefschrift wordt in het Nederlands verdedigd. De promotie vindt plaats in de Aula van de Vrije Universiteit, Boelelaan 1105, Amsterdam. Er zijn voldoende plaatsen beschikbaar; u hoeft niet te reserveren. Parkeergelegenheid is beperkt.’
Dan kom ik terug op mijn bericht van gisteren, ‘Persconferentie’. Frans Wuijts tipte in zijn reactie al het verslag dat onmiddellijk vandaag op de website van het Goetheanum is verschenen. Dat is mooi, en een prima repliek op mijn scepsis ten aanzien van deze onderneming. Hoewel uit het verslag (op het einde) ook blijkt dat het niet helemaal bevredigend was. Maar dat kon ook moeilijk met deze opzet. Het bericht heet ‘“Wo viel Licht ist...” – Pressekonferenz am Goetheanum’ (een auteur staat er niet bij) en gaat zo:
‘Etwa 300 Teilnehmende kamen zu der Pressekonferenz zu dem das Goetheanum und das Rudolf-Steiner Archiv eingeladen hatten. Die Veranstaltung war zugleich Auftaktfeier zu dem Jubiläumsjahr 150 Jahre Rudolf Steiner sowie Präsentation des heutigen Standes des anthroposophischen Kulturschaffens.

Michaela Glöckler eröffnete die Veranstaltung mit einem Hinweis auf den Ausspruch von Markus Brüderlin. Der Leiter des Museums Wolfsburg hatte bei der Ausstellung “Rudolf Steiner und die Kunst der Moderne” bemerkt, “man müsse Rudolf Steiner den Anthroposophen wegnehmen.” Von Michaela Glöckler wurde das als positives Zeichen gesehen, dass Rudolf Steiner immer selbstverständlicher in die Spitze des Kulturlebens eingereiht wird.

“Mit Anthroposophie kann man die Welt besser erkennen”, so eröffnete Götz Werner (dm Drogeriemarkt) die statements der Gäste auf dem Podium und ergänzte, daß heute sie dazu anrege, statt nach dem Wie nach dem Warum und damit nach dem Sinn zu fragen. Hana Giteva, Projektmanagerin, sprach darüber, was Anthroposophie aus dem Kanon der spirituellen Strömungen heraushebe: “häufig geht es um das Seelische, das spielt aber in der Anthroposophie keine direkte Rolle, dort geht es um die geistige, ideelle Dimension und zugleich um die Tätigkeit. Anthroposophie ist in diesem Sinne näher und zugleich ferner vom Leben als andere esoterische Richtungen”.

Aban Bana strich den internationalen Rang von Rudolf Steiner hervor. Für spirituell orientierte Kulturen, wie sie im mittleren Osten vertreten sind, spielt es eine grosse Rolle, ob man, so Bana, in Europa Verantwortliche einer spirituellen Weltzuwendung findet. Als nächster auf dem Podium äusserte sich der Physiker und ehemaliger Leiter des Max Planck Institutes für Metallforschung Prof Dr. Helmut Fischmeister. “Das heutige Wissenschaftsparadigma verleugne den Geist”. Eine solche Geistleere, so der Physiker weiter, befördere den Boden für den “Ungeist des 20. Jahrhunderts”. Mit dem Schillersatz “Was hat der Mensch dem Menschen grösseres zu geben, als die Wahrheit,” schloss Fischermeister seinen Beitrag.

Gerald Häfner, Mitglied des EU-Parlaments und Mitbegründer von “Die Grünen” und von “Mehr Demokratie” unterstrich mit einer Brandrede die Aktualität und Zukünftigkeit von Rudolf Steiners Ideen. “Heute bemühen wir uns, Ökologie und Ökonomie zu vereinen – bei Rudolf Steiner war es vorhanden. Wir bemühen uns, eine Pädagogik zu entwickeln, in der das Kind nicht als Gefäß missverstanden wird – bei Rudolf Steiner in der Waldorfpädagogik bereits Wirklichkeit geworden. Wir bemühen uns, die Gesellschaft von Ideologien und Parteien zu entmachten und auch hier stellen wir fest, dass Rudolf Steiner in seiner Vision einer auf Freiheit und Verantwortung aufgebauten Gesellschaft viel weiter war.” Häfner ergänzt, dass es sich bei den anthroposophischen Ideen nie um Rezepte handle, sondern, dass erweckt würde, was man selbst als Weg zur Freiheit in sich trage.” Es gäbe heute “viel Debatte und Getöse über das Wie – Anthroposophen tun es.” Dies gelinge, weil es Anthroposophie immer darum gehe, die Spanne zwischen Ich und Welt zu überbrücken, Verantwortung für die eigenen Gedanken, Gefühle und Handlungen ebenso zu übernehmen, wie für die Welt.”

In der Reihe auf dem Podium folgte Ute Crämer, Begründerin eines grossen Entwicklungsprojektes in den Favelas von Sao Paulo. Sie betonte, dass das Elend, dem man in den Medien begegne immer einen konkreten Namen besässe, es sind einzelne Kinder denen die Eltern, ein Zuhause und Nahrung fehle. “Jeder Mensch ist entwicklungsfähig” ist für Ute Cramer das Credo der Anthroposophie und daraus wachse die Energie und Zuversicht, den Schwierigkeiten solcher Sozialprojekte die Stirn zu zeigen. Man könne ohne eine spirituelle Haltung gar nicht nachhaltig Entwicklungshilfe betreiben. Marjetta von Boeschoten, Unternehmensberaterin aus England, betonte ebenfalls, daß es in der Anthroposophie immer um Anwendung ginge. “There are a wide range of applications. We can see the fruits.”

Den Abschluss der Statements übernahm Bodo v. Plato, Vorstand am Goetheanum. Er betonte, dass er Verständnis habe für Marcus Bründerlins Forderung, dass Rudolf Steiner nicht den Anthroposophen gehören dürfe. Man finde tatsächlich, so Plato, innerhalb des anthroposophischen Lebens ein ganzes “Mysterium des Sektiererischen und Dogmatischen”. Man dürfe aber nicht vergessen, dass es den und diesen Anthroposophen zu verdanken sei, dass Steiners Ideen zugänglich und in ihrer kulturellen Wirksamkeit sichtbar seien. “Wo viel Licht ist, da ist auch viel Schatten” bedeute, dass es in der Natur der Sache, in der Grösse der Anthroposophie und Rudolf Steiners liege, dass sich in den Leistungen von anthroposophischen Unternehmungen auch Dinge zeigten, die diesen Gedanken entgegenstünden. Zum 20. Jahrhundert gehöre, so Plato, dass jedes Ideal nur dann ins Leben treten könne, wenn auch sein Gegenteil anwesend sei. Hier bedeute dies, dass die Verwirklichung des Menschheitsideals, wie es Anthroposophen anstreben, zugleich auch deren eigene Ohnmacht sichtbar mache.

Bodo v. Plato erinnert ausserdem daran, dass die Welt, in die Rudolf Steiner vor “angeblich 150 Jahren” hineingeboren wurde so anders war als die heutige und dennoch vermögen seine Gedanken heute Zukunft bilden. “Rudolf Steiner fängt erst an, aktuell zu werden.” Dazu gehöre, dass Rudolf Steiner der “Entdecker des Gewissens ist, das nur im einzelnen Menschen sich zu regen vermag.” Gleichzeitig zeige Anthroposophie, dass “was uns im Innern bewegt, das Gleiche ist, was die Welt bewegt.” Auf die Frage, welche Erwartungen man für 2011 habe, antwortete Plato, dass das Jahr eine Gelegenheit sei, über Rudolf Steiner zu sprechen und dabei nicht zu verharren, sondern darüber zu sprechen, was Rudolf Steiner am Herzen lag, die Verwirklichung des Menschenwesens, grossartig und schattenhaft wie es sei, es verstehen und lieben zu lernen.

Daraufhin folgte ein Gespräch mit den im Saal versammelten. Nach der Mittagspause schlossen sich zu einzelnen aktuellen Fachfragen Round Tables an. Um 16 Uhr endete der Tag am Goetheanum mit dem nun das Jubiläumsjahr 2011 seinen Anfang nimmt. Die Doppelgestalt der Veranstaltung, Medienkonferenz und Auftaktfeier zugleich zu sein, sprach vor allem mit Anthroposophie vertraute Medienschaffende an. Man sollte das nicht beklagen, sondern als Bild begreifen, dass in der Anthroposophie eine Kraft innewohnt, die all diejenigen, die sich von ihr inspirieren und befähigen lassen, immer wieder zu einer Gemeinschaft zusammen führt – auch das gilt es zu feiern.’

Geen opmerkingen:

Labels

Over mij

Mijn foto
(Hilversum, 1960) – – Vanaf 2016 hoofdredacteur van ‘Motief, antroposofie in Nederland’, uitgave van de Antroposofische Vereniging in Nederland (redacteur 1999-2005 en 2014-2015) – – Vanaf 2016 redacteur van Antroposofie Magazine – – Vanaf 2007 redacteur van de Stichting Rudolf Steiner Vertalingen, die de Werken en voordrachten van Rudolf Steiner in het Nederlands uitgeeft – – 2012-2014 bestuurslid van de Antroposofische Vereniging in Nederland – – 2009-2013 redacteur van ‘De Digitale Verbreding’, het door de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders (NVAZ) uitgegeven online tijdschrift – – 2010-2012 lid hoofdredactie van ‘Stroom’, het kwartaaltijdschrift van Antroposana, de landelijke patiëntenvereniging voor antroposofische gezondheidszorg – – 1995-2006 redacteur van het ‘Tijdschrift voor Antroposofische Geneeskunst’ – – 1989-2001 redacteur van ‘de Sampo’, het tijdschrift voor heilpedagogie en sociaaltherapie, uitgegeven door het Heilpedagogisch Verbond

Mijn Facebookpagina

Translate

Volgers

Totaal aantal pageviews vanaf juni 2009

Populairste berichten van de afgelopen maand

Blogarchief

Verwante en aan te raden blogs en websites

Zoeken in deze weblog

Laatste reacties

Get this Recent Comments Widget
End of code

Gezamenlijke antroposofische agenda (in samenwerking met AntroVista)