Bedoeld is: antroposofie in de media. Maar ook: in de persbak van de wijngaard, met voeten getreden. Want antroposofie verwacht uitgewrongen te worden om tot haar werkelijke vrucht door te dringen. Deze weblog proeft de in de media verschijnende antroposofie op haar, veelal heerlijke, smaak, maar laat problemen en controverses niet onbesproken.

donderdag 2 december 2010

Afzetgroei

Hoe is het momenteel met de melk gesteld? De weilanden liggen er weliswaar melkwit bij, maar dat komt door de sneeuwval. Ik wil het niet alleen maar over de melk hebben, maar vooral over de melkprijs. Dat deed ik al eerder: op 21 september 2009 in ‘Melk’, op 30 januari van dit jaar in ‘Literprijs’, maar ook op 4 mei en 4 september in ‘Coöperatie Hermes’ en ‘Natuurweide’. Het is een complex onderwerp. Biojournaal en in zijn kielzog BiofoodOnline meldden eergisteren ‘Afzetgroei bio-zuivel bij FrieslandCampina door Campina Boerenland’:
‘De groeiende afzet van de productreeks Campina Boerenland, waarvoor biologische melk sinds mei van dit jaar de basis vormt, zorgt voor afzetgroei van biologische zuivel bij FrieslandCampina in Nederland. FrieslandCampina verwerkt nu jaarlijks 45 miljoen kilogram melk van haar biologische melkveehouders. In 2012 verwacht FrieslandCampina afzet te hebben voor 60 miljoen kilogram melk van haar biologische melkveehouders.

Voor vrijwel het gehele assortiment Campina Boerenland is de melk sinds mei afkomstig van melkveebedrijven met een biologische bedrijfsvoering. Met Campina Boerenland richt FrieslandCampina zich op consumenten die de voorkeur geven aan zuivel met een authentiek karakter en een rijke, pure smaak. Het EKO-keurmerk staat weliswaar niet prominent op de verpakking, maar het feit dat Campina Boerenland wordt bereid met biologische melk, onderstreept het authentieke karakter en de smaak van Campina Boerenland.

“Dankzij de keuze van Campina Boerenland voor biologisch, is de vraag naar biologische melk gestegen”, vertelt Eric Schut, managing director van FrieslandCampina Dagvers. Dit is de werkmaatschappij die verantwoordelijk is voor de activiteiten met dagverse zuivel in Nederland en de activiteiten in biologische zuivel. Een groot aantal supermarkten in Nederland verkoopt Campina Boerenland. Ook in het zogeheten “out of home kanaal”, zoals bedrijfsrestaurants, tank- en treinstations, is Campina Boerenland verkrijgbaar. In de natuurvoedingswinkels, in Nederland een ander belangrijk verkoopkanaal van biologische zuivel, is FrieslandCampina actief met het merk Zuiver Zuivel. “Onze brede distributie is natuurlijk goed voor de verkrijgbaarheid en dus voor de afzet.”

Melkveehouders stappen over op biologisch

De groeiende afzet die FrieslandCampina realiseert met biologische zuivel, creëert ruimte voor melkveehouders om over te stappen op de biologische bedrijfsvoering. Schut rekent op een groei van de biologische melkplas: van 45 miljoen kilogram nu naar zo’n 60 miljoen kilogram in 2012. “Momenteel produceren zo’n 130 melkveehouders van FrieslandCampina biologische melk. Dit jaar verwelkomen we acht nieuwe producenten. In 2011 komen daar nog eens negen bedrijven bij.”

En ook voor de verdere toekomst blijft er ruimte voor nieuwkomers. Omschakelen vergt zo’n twee jaar. De grootste stap in de overgang naar een biologische bedrijfsvoering is stoppen met het bemesten van grasland met kunstmest.

Herkomst melk inzichtelijk via internet

De sterke verbondenheid tussen het product en de herkomst wordt voor consumenten onderstreept door de mogelijkheid om via internet de herkomst te ontdekken van de melk in Campina Boerenland en Zuiver Zuivel. Door de houdbaarheids- en verpakkingscode in te tikken op de websites www.campina.nl en www.zuiverzuivel.nl, kunnen consumenten achterhalen welke boerderij(en) onder meer melk geleverd heeft die verwerkt is bij de bereiding van het betreffende product. FrieslandCampina is de eerste zuivelonderneming in Nederland die herkomst van zuivelproducten inzichtelijk maakt voor consumenten. De internetapplicatie past in het streven van FrieslandCampina naar verdergaande openheid rond herkomst van zuivel. Ook de persoonlijke verhalen van veel biologische melkveehouders op de betreffende sites van FrieslandCampina passen in het streven naar een transparantere zuivelketen.’
Is deze ontwikkeling nu gunstig of ongunstig voor biologisch-dynamische Demetermelk? Dat is de vraag. Duidelijk is in ieder geval wel dat Campina, of FrieslandCampina zoals het tegenwoordig heet, de methode van Volkert Engelsman van Eosta (Nature & More) heeft overgenomen om met een code via internet te linken naar de herkomst van de producten. Ik had het over Engelsman en zijn bedrijf onder meer op 4 december 2008 in ‘Bodem’ en op 22 februari van dit jaar in ‘Tankstation’. Kijk ik op de genoemde website www.zuiverzuivel.nl, dan kom ik ook de ‘Lijst veehouders’ tegen:
‘Ongeveer 125 biologische en biologisch-dynamische veehouders leveren dagelijks hun melk voor onder andere de Zuiver Zuivel producten aan de fabriek in Limmen. Deze fabriek waar Zuiver Zuivel wordt geproduceerd was in 1980 de eerste verwerker van biologisch(dynamisch)e melk in Nederland. Daarom zijn de veehouders die leveren voor Zuiver Zuivel gevestigd in heel Nederland, van Groningen tot Limburg. De Zuiver Zuivel veehouders zijn er trots op dat ze hun melk voor Zuiver Zuivel mogen leveren. Daarom willen ze ook graag op de Zuiver Zuivel verpakkingen staan, met foto en verhaal. Een aantal van hen wil zich graag op deze pagina’s aan u voorstellen. Zodat u hen een beetje leert kennen. Uiteraard is een bezoek van een Open Dag de beste manier om meer te weten te komen over onze biologische veehouders.’
Ik zie onder andere de ‘Warmonderhofstede in Dronten’ staan, maar ook de ‘Familie Duijndam uit Delfgauw’:
‘Welkom bij Hoeve Biesland!
Wij zijn de familie Duijndam en runnen onze biologisch dynamische boerderij in een maatschap met Tim van Bregt, op een bijzondere manier op een unieke locatie.

In 1910 heeft grootvader Duijndam een boerenbedrijf gevestigd op Klein Delfgauw 53. “Mijn vader heeft het bedrijf in de vijftiger jaren overgenomen. En ik, Jan Duijndam, in 1983. Daar ik van jongs af aan te vinden was in de stallen was dit een logische stap voor mij. In 1993 ben ik met mijn gezin verhuisd naar de Bieslandseweg. Midden in het land dat dus al 3 generaties in onze familie is.” (...)

In 2002 zijn wij in aanraking gekomen met het concept Boeren voor Natuur. Een visie van Alterra. Onze manier van natuurlijk boeren, dat we al deels in de praktijk gestart waren, werd vastgelegd in het concept Boeren voor Natuur.’
En helemaal op het einde staat:
‘Op 1 januari 2010 zijn wij biologisch dynamisch gecertificeerd.
Het systeem Boeren voor Natuur en biologisch dynamische landbouw liggen al heel dichtbij elkaar. Boeren voor Natuur is een concept waarin natuur, recreatie en landbouw in 1 bedrijfssysteem geplaatst is binnen een gesloten kringloop. Ook de biologisch dynamische landbouw heeft als uitgangspunt niet alleen biologisch te produceren maar dat alles in samenhang met elkaar is. Dat wil zeggen; planten, dieren, bodem, mensen. Twee systemen die elkaar dus versterken in een optimale kringloop.’
Dezelfde Jan Duijndam kom ik ook tegen op de website van de bd-vereniging, in een artikel van Ellen Winkel, redacteur van het verenigingstijdschrift Dynamisch Perspectief (DP), over Demeter-koeien zonder hoorns?’ Zij schrijft:
‘Om in enkele woorden uit te leggen wat BD betekent, is niet altijd eenvoudig. Maar één ding is helder: de koeien hebben hoorns. Of toch niet? Jan Duijndam kiest voor koeien die van nature hoornloos zijn. Hij kreeg een Demeter-licentie. En daar is niet iedereen het mee eens.

Jan Duijndam heeft een melkveebedrijf in Delfgauw, een mooi stukje groen tussen de oprukkende bebouwing in de Randstad. Op 1 januari dit jaar maakte hij de stap van biologisch naar BD. “Die stap is een proces van jaren. Ik ben altijd al bezig om de natuur de landbouw in te halen, ik gebruik riet en takken uit de buurt in mijn compost, ik ben graan gaan telen. En als je dat zo doet dan merk je dat de boel in balans valt. Het klopt. De koeien zijn gezonder, het land is gezonder, de bodemkwaliteit verbetert, ik heb minder last van droogte. En ik merk dat mijn streekeigen vlees duidelijk beter houdbaar is dan ander biologisch vlees dat ik wel eens aankoop. Ik heb een veel mooier product.” Zo kwam hij op het idee de Demeter-voorwaarden eens te bekijken. Zijn conclusie: ik ben bijna BD, alleen weet ik niets over de antroposofische visie en heb ik geen hoorns op de koeien. “Om meer over antroposofie te weten ben ik gaan lezen en ben ik een cursus gaan doen samen met andere BD-boeren, ook akkerbouwers en tuinbouwers. Heel inspirerend.”

Maar dan die hoorns. Hij ging bij andere BD-boeren kijken. Wat hem tegenstond was dat de dieren elkaar regelmatig stootten. “Er loopt er altijd wel een rond met een bloeduier. Dat wilde ik niet, dat past niet bij mijn ideeën over dierwelzijn. Dat was voor mij een reden om toch niet voor Demeter te gaan.” Totdat hij een bericht las over koeien die van nature hoornloos waren. Via via kwam hij in Beieren terecht bij een Fleckviehzoogkoeienbedrijf. “Het is een vleeskoe, dus het is een risico, maar ik heb de moeder gezien, de oma gezien, de uiers bekeken. Ik denk dat het wel goed zit met de melkproductie.”

Jan kan de minder enthousiaste reacties van collega's begrijpen, maar gaat de discussie graag aan. 'Ze hebben van de hoorns een boegbeeld gemaakt, maar volgens de richtlijnen mag je dieren niet verminken. Daar sta ik volledig achter.”

Hoorns en klauwen

Dat een boer met hoornloze koeien zomaar een licentie kreeg, schoot melkveehouder Anne Koekkoek in het verkeerde keelgat. Koeien hebben hoorns, dat is een basisprincipe in de BD. Hij is vooral verbolgen, omdat Stichting Demeter de licentie besloot toe te kennen zonder overleg met de andere melkveehouders. Hij schreef een ingezonden brief.

Maar Stichting Demeter kon de licentie nauwelijks weigeren, omdat in de richtlijnen staat dat onthoornen verboden is. Er staat niet dat hoorns verplicht zijn. Rienk ter Braake reageert: “Dus dat betekent dat als er toch kalveren worden geboren met hoorns op de kop, die niet onthoornd mogen worden.” Daarbij heeft de Demeter Voorwaarden Commissie zich ook gebogen over de principiële vraag wat hoorns voor een koe betekenen. Rienk: “Vanuit de Landbouwcursus wordt heel duidelijk aangegeven dat de functie die de hoorns hebben voor de spijsvertering mede vervuld wordt door de klauwen. Je kunt het koemest- en kiezelpreparaat ook maken met de klauwen als omhulling in plaats van met hoorns. Een genetisch hoornloze koe hoeft dus niet per definitie een mindere koe te zijn. Je moet je afvragen: is zo’n koe vergelijkbaar met een onthoornde koe? Of lijkt hij meer op een gehoornde koe die weliswaar zeer kleine hoorns heeft?” Op de Universiteit in Kassel (D) hebben ze deze vraag al opgepakt. Ze onderzoeken of er verschil is in de kwaliteit van melk van gehoorde en onthoornde koeien en van natuurlijk hoornloze koeien. Binnenkort zullen de resultaten bekend zijn.

Ruime stal

Naast de functie van de hoorn voor de spijsvertering heeft de hoorn een signaalfunctie in de kudde. Rienk: “Koeien die niet juist worden gehouden – denk aan stalruimte, rust, eenheid in de kudde en voeding – krijgen stress en gaan elkaar stoten. Bij genetisch hoornloze koeien vervalt die functie. Daarom is een huisvestingsnorm relevant. De Demeter Voorwaarden Commissie overweegt om een dergelijke norm aan de richtlijnen toe te voegen. Bijvoorbeeld: een boer die kiest voor genetisch hoornloze koeien dient binnen vijf jaar een stal te realiseren met tenminste 8 m2 per koe en minimaal 50% van de oppervlakte dient een vrije ingestrooide ligruimte te zijn.” Dat betekent dat ook een boer met hoornloze koeien een grotere en dus duurdere stal zou moeten bouwen. Zouden er meer melkveehouders zijn die de weg van Jan Duijndam willen inslaan? En vindt BD-Nederland – boer en consument – dat een gewenste ontwikkeling? Willen we dat Demeter-melk in advertenties wordt aangeprezen met “zuivel van niet-onthoornde koeien”, zoals op de achterzijde van deze DP te lezen is? Die discussie zal de gemoederen nog wel even bezig houden. Nu nog afwachten of de hoornloze eigenschap dominant is, en de kalfjes van Hoeve Biesland inderdaad geen hoorns op de kop krijgen...’
Boven dit artikel staat:
‘vrijdag 17 september 2010
10.30 uur, Warmonderhof
Wisentweg 12, 8251 PC Dronten’
Dat thema herkennen we, want daaraan hebben we hier op 24 juli in ‘Onthoornen’ en op 24 september in ‘Bijbedoeling’ aandacht besteed. Onder het artikel van Ellen Winkel staat als verwijzing:
‘Zie ook:
Autoriteit en Antroposofie, Jan Diek van Mansvelt
Het wezen van de koe, Dr. Volker Seelbach (pdf)’
Dat is interessant! Men heeft blijkbaar alle discussiestukken op de website geplaatst. Goede actie! Dan kunnen we meekomen. We gaan eerst eens kijken wat Tom van Gelder met ‘Hou zuivere zuivel eerlijk’ te melden heeft:
‘Op de achterpagina van DP-2 staat een advertentie van Zuiver Zuivel. Afgebeeld is veehouder Jan Duijndam naast een rij palen, die voor een groen weiland staan. Zijn koeien zien we niet. Er onder staat dat de “eerlijke zuivel” van Zuiver Zuivel afkomstig is van “niet-onthoornde koeien”. Elders lezen we dat de koeien van Jan Duijndam geen hoorns hebben en van een hoornloos ras zijn. Krijgen we ze daarom niet te zien? Zijn het “niet-onthoornde koeien” en hoe eerlijk is de “eerlijke zuivel”?

Ellen Winkel roept op tot een discussie over het toelaten van hoornloze dieren in de BD veehouderij. Helaas doet zij dit pas nadat het besluit van Stichting Demeter is gevallen om hoornloze runderen toe te laten. Dit is zelfs zonder overleg met de andere BD veehouders gebeurd, zoals Anne Koekkoek verbolgen schrijft.

In de Demeter voorwaarden staat ook nu nog: “Horens van herkauwers zijn van belang bij het ontwikkelen van levenskrachten. Zij bieden een uitgebalanceerd tegenwicht aan de intensieve spijsverterings- en stofwisselingsprocessen. Zij vormen een onderdeel van het totale wezen van het dier, in het bijzonder het rund.” Nog niet zo lang geleden was er de slogan: “De koe bij de hoorns vatten”. Hoe staat het daar dan nu mee? Is dit nu niet meer waar?

Alle wilde runderen op de hele wereld hebben hoorns, dat geldt zowel voor de koeien als de stieren. Hoorns zijn een integraal onderdeel van de dieren van deze sub-familie. Het oerrund, de waterbuffel en de yak zijn in meer of mindere mate gedomesticeerd. Bij de veehouderij zijn rassen ontstaan en daarbij zal af en toe een hoornloos dier zijn geboren. Door selectie en het bevoordelen van de hoornloosheid zijn er bij het rund hoornloze rassen ontstaan. Dit zijn er ten opzichte van het totaal aantal rassen bijzonder weinig en dan nog vooral in Noord-Europa. Die hoornloosheid is niet zo maar ontstaan, maar door de fokker bevoordeeld door selectie. Gehoorndheid was er eerst en op hoornloosheid is bewust geselecteerd, anders had het niet kunnen ontstaan. Daarmee zijn ongehoornde koeien naar mijn mening wel degelijk onthoornde koeien. Alleen onthoornt de boer het kalf niet, maar heeft de fokker er al voor gezorgd.

Ik vraag me af wat het verschil is tussen een hoornloze en een onthoornde koe. Beide hebben geen hoorns. Ze gedragen zich beide als onthoornde koeien en dat heeft voordelen voor de veehouder omdat onthoornde koeien minder ruimte nodig hebben. Het heeft nadelen voor de dieren, omdat ze minder natuurlijk gedrag kunnen vertonen en o.a. minder goed in hun vel zitten. De term “niet-onthoornde koeien” voor gehoornde en ongehoornde koeien zoals in de reclame van Zuiver Zuivel lijkt me op zijn minst misleidend.

Zet de niet-onthoornde hoornloze koe niet de deur open voor andere niet-rassen, zoals de niet-ontsnavelde snavelloze kip, het niet-geknipte kiesloze varken en het kreupele paard? Iedere eigenschap die voor de veehouder onhandig is kan vast met selectie worden aangepast. Willen we die weg op in de BD-veehouderij of speelt de heelheid van het dier toch een belangrijke rol, zoals ook in de eigen voorwaarden staat?

Rienk ter Braake zegt dat de hoorns niet nodig zijn voor de spijsverteringskrachten, omdat de klauwen daar mede voor zorgen. Hij citeert daar Steiner. Het gaat om het woordje mede. Ik begrijp dat zo, dat de hoorns voor de spijsverteringskrachten zorgen en dat de klauwen dat ondersteunen. Kijken we naar alle hoefdieren dan valt het verband tussen hoorns en spijsvertering veel meer in het oog dan tussen klauwen en spijsvertering. Zo laten de grote hoefdieren die slecht verteerbaar voedsel verteren hoorns en dergelijke zien. Denk aan de neushoorn als grootste van de onevenhoevigen, het wrattenzwijn bij de varkensachtigen, de vele hoorn- en geweivormen bij de herkauwers en het ontbreken van hoorns bij herkauwers met een minder goed ontwikkelde spijsvertering, zoals de kameelachtigen.

Ook tussen de vorm van de hoorn en de spijsvertering is een verband. Recht opstaande hoorns hangen samen met relatief goed verteerbaar voedsel, ronde hoorns met minder goed verteerbaar en ovale met slecht verteerbaar. Dit geldt algemeen: zowel herten, runderen, schapen en antilopen laten dit op dezelfde manier zien. Ook is zichtbaar dat bij koeien die goed BD ruwvoer krijgen de hoorns zich oprichten en regelmatiger worden. En boeren hebben mij meermaals verteld dat koeien met hoorns alerter zijn, intelligenter.

Ook wordt gezegd dat eventueel gehoornd geboren kalveren niet onthoornd mogen worden. Het lijkt wat voor te stellen, maar het maakt geen indruk, omdat die dieren gewoon verkocht zullen worden, wanneer men een ongehoornde veestapel wil. Er worden altijd meer kalveren geboren dan een boer aan kan houden.

Consumenten hebben een beeld van een BD koe als een koe met hoorns, de BD-Vereniging heeft daar zelf aan bijgedragen. Zie hun posters in het verleden, zie de voorwaarden. De veehouders zijn nu in actie gekomen om een bij de BD veehouderij passende melkprijs te krijgen en dat betekent dat de consumenten meer voor Demeter melk zouden gaan betalen. Dit is te rechtvaardigen door de hogere kosten van de veehouder aan de ene kant en de hogere levenskracht van de melk aan de andere kant, zie ook het artikel van Ton Baars in de vorige DP (en zie het interview met hem op pag. 18) Wanneer, zoals nu het geval is, die duurdere melk ook van onthoornde koeien kan zijn dan zal die bereidheid er niet groter op worden.

Stichting Demeter ondergraaft met dit besluit zijn eigen principes van integriteit en natuurlijkheid. Hou zuivere zuivel eerlijk en zeg en laat zien wat het is. Een hoornloze koe is onthoornd en haar melk hoort niet tussen melk van gehoornde BD koeien thuis.
Tom van Gelder, 10 mei 2010’
Jan Diek van Mansvelt dient hem met zijn artikel ‘Autoriteit en Antroposofie’ stevig van repliek:
‘Het lijkt er op of de autoriteit van Steiner in de discussie over de inhoud van de Demeter productie eisen een rol blijft spelen. Daarom benadruk ik graag nog eens dat Steiner niets moest hebben van formele regelgeving in het geestesleven – noch ook in haar toepassingen. Het vrije geestesleven vangen in verlammend rechtsleven stond hem totaal tegen. Maar onrechtmatig bezig zijn evenzeer.

Kijk maar naar de Antroposofische Gezondheidszorg en Geneeskunde. “Zorg dat je éérst je reguliere artsendiploma haalt, en doe daarnáást je geesteswetenschappelijke studie als verdieping van de eerste.” Geen sprake van door Steiner voorgeschreven behandelmethoden – wel veel voorbeelden van mogelijke behandelmethoden. Hij bedoelde zijn aanwijzingen altijd als inspirerende voorbeelden – nooit als voorschriften.

Zo ook in de Vrije Waldorfschool beweging. Geen sprake van een dwingend leerplan, maar de opwekking om te zien wat er binnen de bestaande overheidsregels creatief in te richten en vorm te geven is. Geen minimum aantal uren euritmie of waterverfschilderen per week of jaar. Geen voorschriften over klappen of stampen. Wel telkens weer voorbeelden, die met theoretische overwegingen vergezeld gingen (in deze leeftijdsfase is het belangrijk dat kinderen dit soort ervaringen opdoen, bijvoorbeeld in deze vorm (die hij dan voordoet).

Uiteraard weet ik ook dat er zowel in Antroposofisch medische kringen als in de Vrije schoolbeweging mensen en groepen voorkomen die er van overtuigd zijn dat in 2010 nog alles precies zo gedaan moet worden als Steiner een kleine eeuw geleden – als destijds passende mogelijheden – aangaf. Maar voor velen is toch duidelijk dat je op die manier dogmatisch bezig bent: het tegendeel van de geesteswetenschappelijke motivatie en inspiratie waar Steiner voor ging. En zelfs waar het de innerlijke ontwikkeling door gerichte meditaties betreft, daar zegt hij er steeds weer duidelijk bij dat ze nodig en nuttig zijn, maar: “je nach Möglichkeit und Bedarf” moeten worden toegepast (dus naar ieders periodieke en situationele mogelijkheden en behoeften). Dwingende voorschriften waren hem een gruwel omdat ze de individuele betrokkenheid, de vrije wil van een ieder structureel verzieken! Inspireer elkaar met je eigen enthousiasme en wat je daar in de praktijk van je beroepsleven mee doet.

Zolang de indruk gewekt wordt dat de landbouw volgens de Demeter richtlijnen de geest van Steiners z.g. Landbouwkursus ademt, is het mijns inziens zaak nu echt zo snel mogelijk het dogmatische karakter van de Demeter richtlijnen te verlaten. Houd je bij de basis in Eko. Dat is voor iedereen duidelijk en breed geaccepoteerd. Begin de éxtra’s van je Demetermerk met opties voor meer eigen mestgebruik en ruimere vruchtwisseling, minder vee per hectare, meer ruimte in de stal... maar laat de invulling vooral aan de individuele boer over. Inclusief alle “oude” en nieuwe manieren om extra aandacht en energie te geven aan akker, vee, gewas, compost etc.

Net zoals per leraar en per school, per arts en per therapeuticum telkens weer door de betreffende individuen en teams bekeken wordt wat 'de geest' van de leerling, de klas, de patiënt en of het gezin vraagt. Aandacht voor de roep van de geest van de akker, voor de geest van de kudde, voor de geest van het bedrijf: dáár gaat de landbouwcursus over.

Als Demeter een vastgeroeste moeder blijkt die haar kind doodknuffelt is het tijd voor een opstandige dochter, die de god van de onderwereld bezoekt om van daar uit verrijkt, wijs en bescheiden op te duiken: vernieuwd tot in haar merg. Maar: uiteraard kan Demeter desgewenst ook zelf in transitie gaan. De fraaie nieuwe posterreeks van Demeter ademt wat mij betreft al een frisse open sfeer.

Tot slot nog dit: als we ooit “de” consumenten verkeerd (dogmatisch) hebben voorgelicht over de geest van Demeter, dan moeten we nu niet gaan roepen dat we dom bezig moeten blijven omdat de consumenten dat willen. Dit artikel kan een hulp zijn om ze alsnog op het goede been te zetten: verhelderende voorlichting is een voorwaarde voor een gezonde, duurzame ontwikkeling.’
Maar er is nog een ander argument in deze discussie, die door de al eerder genoemde boer Anne Koekoek in ‘Demeterkoeien hebben hoorns’ onder woorden wordt gebracht:
‘Grote gevolgen
Onlangs kwam ik mijn gewaardeerde biologische collega-boeren Jan en Mieke Duindam tegen die me enthousiast vertelden dat zij de Demeter-licentie binnen hadden. Ik vroeg hoe zij dachten dat het zou gaan; koeien met hoorns in hun – wat betreft maatvoering – “gangbare ligboxenstal”. Het antwoord daarop was duidelijk: “wij gaan genetisch hoornloos fokken!”

Wat is hier aan de hand!? Een van de basisprincipes van de BD-landbouw is dat koeien hoorns hebben. Dat betekent dat de boeren hun manier van werken en de huisvesting aanpassen aan de dieren. Dus heeft een Demeter koe meer stalruimte nodig dan een EKO- of gangbare koe. Veel BD-melkveehouders hebben de afgelopen jaren veel geld geïnvesteerd in ruime stallen. Dit heeft grote gevolgen voor de kostprijs van de melk.

Alle Demeter koeien in Nederland hebben hoorns. Dat in het buitenland een aantal kleine runderrassen hoornloos zijn hoeft niet te betekenen dat wij daarmee aan de gang moeten of mogen. Het feit dat de Demeter Voorwaarden Commissie de beslissing heeft genomen genetisch hoornloos fokken te gedogen zonder overleg met alle andere 43 Demeter melkveehouders vind ik ronduit schandalig. Ik voel dit als een dolkstoot in mijn rug en wil dat de beslissing tot het toestaan van genetisch hoornloos fokken pas wordt genomen als alle Demeter melkveehouders hierover tot een standpunt zijn gekomen; ongeacht wat er in het buitenland aan regels en argumenten zijn.

Op dit moment wordt er tevens druk overleg gevoerd over een eigen BD-melkprijs. Er zijn natuurlijk verwerkers zeer geïnteresseerd in hoornloze Demeter melk want het wordt dan voor EKOboeren een stuk eenvoudiger om over te schakelen naar Demeter, dat kan dan met een lagere kostprijs want een kleinere stal. Het toestaan van genetisch hoornloos zal grote negatieve bijwerkingen hebben voor de BD-boeren in Nederland; alleen al voor de kopers van Demeter melk die denken en vinden dat Demeter koeien hoorns moeten hebben, met name vanuit de antroposofische gedachte. Het verbaast me dat de Demeter Voorwaarden Commissie zich niet gerealiseerd heeft welke enorme gevolgen deze beslissing kan hebben voor de bestaande Demeter boeren, en zo ook voor de levenssfeer van de koeien.

Ik vind Jan en Mieke Duindam zeer inspirerende biologische ondernemers, maar ben van mening dat de manier dat het onderwerp “Gehoornd fokken/Genetisch hoornloos fokken” zo principieel in de wortels van de BD-landbouw verweven is, dat hierover eerst uitgebreid gediscussieerd moet worden door alle betrokkenen voordat we gezamenlijk tot een standpunt komen met betrekking tot genetisch hoornloos en de Demeter normen in Nederland.”
Vriendelijke groeten van Anne Koekkoek (al 21 jaar gehoornde koeien)’
Een economisch argument dus. Het gaat hierom: ‘Alle Demeter koeien in Nederland hebben hoorns.’ En: ‘Dus heeft een Demeter koe meer stalruimte nodig dan een EKO- of gangbare koe. Veel BD-melkveehouders hebben de afgelopen jaren veel geld geïnvesteerd in ruime stallen. Dit heeft grote gevolgen voor de kostprijs van de melk.’ Een niet-gehoornde Demeterkoe zou dus voor een ongewenste rechtsongelijkheid tussen bd-boeren zorgen. Jongens, wat een lastig probleem. Wat eraan te doen? Wie heeft de oplossing?
.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Er is nog een ander probleem met melk : de pasteurisatie. Die verlengt de houdbaarheid van melk, maar dat kan alleen ten koste van de eigenschappen en structuur van koe-melk.
Door pasteursatie is melk langer houdbaar, het bederf-traject (bacterien, enzymen) wordt verlengd. Maar pasteurisatie is ook de oorzaak van denaturisatie van het eiwit e.a. bestanddeelen in melk.
Melk, verkocht in de winkel, moet worden gepasteuriseerd. De KvW/Keuringsdienst van Waren ziet daarop toe.
Er bestaat tegenwoordig een alternatief voor pasteurisatie ; in het buitenland toegestaan, in NL niet. Maar, dat alternatief is dan weer niet toelaatbaar volgens demeter regels. Toch is de melk beter dan gepasteuriseerde melk. Demeter laat wel toe dat melk gepasteuriseerd wordt.

Anoniem zei

Misschien een vraag daarover ? mail dan via runu@post.com

Labels

Over mij

Mijn foto
(Hilversum, 1960) – – Vanaf 2016 hoofdredacteur van ‘Motief, antroposofie in Nederland’, uitgave van de Antroposofische Vereniging in Nederland (redacteur 1999-2005 en 2014-2015) – – Vanaf 2016 redacteur van Antroposofie Magazine – – Vanaf 2007 redacteur van de Stichting Rudolf Steiner Vertalingen, die de Werken en voordrachten van Rudolf Steiner in het Nederlands uitgeeft – – 2012-2014 bestuurslid van de Antroposofische Vereniging in Nederland – – 2009-2013 redacteur van ‘De Digitale Verbreding’, het door de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders (NVAZ) uitgegeven online tijdschrift – – 2010-2012 lid hoofdredactie van ‘Stroom’, het kwartaaltijdschrift van Antroposana, de landelijke patiëntenvereniging voor antroposofische gezondheidszorg – – 1995-2006 redacteur van het ‘Tijdschrift voor Antroposofische Geneeskunst’ – – 1989-2001 redacteur van ‘de Sampo’, het tijdschrift voor heilpedagogie en sociaaltherapie, uitgegeven door het Heilpedagogisch Verbond

Mijn Facebookpagina

Translate

Volgers

Totaal aantal pageviews vanaf juni 2009

Populairste berichten van de afgelopen maand

Blogarchief

Verwante en aan te raden blogs en websites

Zoeken in deze weblog

Laatste reacties

Get this Recent Comments Widget
End of code

Gezamenlijke antroposofische agenda (in samenwerking met AntroVista)