1. Het begint met het Iona-gebouw (hier schreven we dinsdag ook al over):
‘Dit project wordt beschouwd als het meest urgente project uit het Masterplan. Er bestaat een grote onevenwichtigheid tussen de capaciteit van de grote zaal en het restaurant. Door de aanbouw van een glazen, duurzame en innovatieve serre aan het restaurant ter plaatse van het bestaande terras, kan een beter evenwicht met de vergadercapaciteit worden verkregen.’
Het plaatje op de volgende webpagina is gefotoshopt, zodat de bezoeker niet echt weet hoe het er nu uitziet. Het laatste bericht erover stamt van april dit jaar:
‘Het is essentieel dat de restaurantvoorziening wordt aangepast aan de zaalcapaciteit. (...) Hierdoor kan aan aanzienlijk grotere groepen een volledig verzorgde congresfaciliteit gegeven worden dan thans het geval is. Bovendien is door de aanbouw van een glazen serre de beleving van met name de centrale open as van het landgoed veel beter mogelijk.’
2. Het volgende project is de herinrichting van het parkeren op het terrein. Ook dit wordt zeer urgent genoemd:
‘omdat dit een enorme kwaliteitsverbetering van de landschapsbeleving zou zijn. Immers, juist op de dagen dat de meeste mensen van het landschap zouden kunnen genieten, wordt dit meer dan eens bedorven door fout geparkeerde auto’s.’Nu is hiervoor een ‘samenwerkingsverband met de Nederlandse Spoorwegen’ aangegaan. Waardoor ‘het reizen met de trein door alle treinreizigers naar Antropia vanuit het gehele land’ tegen ‘een gereduceerd tarief’ kan worden aangeboden. Namelijk voor een vaste prijs van € 15,00. Het schijnt dat je dit wel bij Antropia van tevoren moet aanvragen; dat wordt mij niet helemaal duidelijk.
Er is sprake van ‘parkeerplaats voor 130 auto’s’. Waarom dit nog niet gerealiseerd, is mij een raadsel. Het bericht stamt uit maart 2007. Er staat alleen een beetje raadselachtig:
‘Over de uitvoering wil Antropia, Cultuur- en Congrescentrum graag overleggen met de betreffende gemeentelijke diensten. Antropia hoopt gebruik te mogen maken van de gemeentelijke expertise over milieuaspecten in deze kwestie.’
3. Wat wel is gerealiseerd, in eerste aanleg tenminste, is ‘Zorgboerderij Fase I’: ‘
Stichting de Reehorst heeft Stichting de Wederkerigheid gevraagd om samen met mensen met een hulpvraag mee te helpen – onder begeleiding – het landgoed te onderhouden. De boerderij op het landgoed dient als gemeenschappelijke basis van waaruit vele handen het landgoed met zorg omringen.’
De link die hierbij aan Stichting de Wederkerigheid is gegeven, leidt echter nergens toe. Dat wil zeggen, alleen naar de naamgeving van Antropia. Die wil ik hierbij ook wel meteen geven:
‘De naam Antropia is een samenvoeging van twee Griekse woorden; antropos (mens) en ia (de stem). De stem van de mens mag klinken. Zo klinkt bij ons bijvoorbeeld de stem van Stichting Wederkerigheid (een zorgboerderij op het landgoed) en andere samenwerkingen.’Op deze manier wordt een verband met deze zorgorganisatie gelegd dat nogal boerderig, om niet te zeggen ezelig overkomt. Deze informatie is trouwens nóg ouder, van september 2005. Maar de link hier leidt nu wel eens direct naar de zorgboerderij zelf (hoewel deze website momenteel nog altijd de officiële opening en de Open Dag op 21 juni aankondigt). Die oude berichtgeving van september 2005 heeft echter ook weer een reden. Namelijk:
‘Sinds 1 juli 2005 is er een samenwerkingovereenkomst tussen de gemeente en Landgoed De Reehorst. Het betreft afspraken over onder meer het beheer, de controle en zorg voor materialen voor het hertenkamp op Beerschoten-Willinkshof. (...) In overleg met de gemeente heeft de zorgboerderij het beheer van het hertenkamp op zich genomen. Dit houdt onder meer in dat zij de herten gaan voeren, brandnetels afmaaien, de hekwerken controleren etc.’
Al eerder konden we dit lezen over de huisvesting:
‘Omdat de boerderij, bewoond door de vroegere parkbeheerder, vrij kwam werd het plan opgevat hier een zorgboerderij van te maken. In de boerderij is plaats voor een woning voor het echtpaar, dat leiding geeft aan de werkzaamheden, en bovendien is in de vroegere stal plaats voor ontmoetings- en werkruimten voor de medewerkers, alsmede twee kleine appartementen voor voltijdsdeelnemers. Uiteindelijke doel is een geïntegreerde woon-werkgemeenschap (...) De bestaande gebouwen zullen hiertoe grotendeels in hun oorspronkelijke functie worden hersteld. Randvoorwaarde bij de verbouwing is een stijlgetrouwe aanpassing.’
4. Het vierde en laatste project van het Masterplan, nieuwbouw van het Louis Bolk Instituut, kennen we inmiddels al.
‘Het Masterplan is in 2004 opgesteld met als doel een concreet uitvoeringsplan te presenteren van projecten’, namelijk door het bestuur van Stichting de Reehorst.
‘Als centraal onderdeel van de Poort tot de Heuvelrug kan het landgoed tevens een belangrijke beeldbepalende rol vervullen voor de gemeente Utrechtse Heuvelrug en de gemeente Zeist, zeker als hierbij een goede afstemming plaatsvindt met de vormgeving van het nieuwe station.’
‘Het nieuwe station’, dat klinkt veelbelovend. Onder ‘Nieuws’ staat inderdaad vermeld:
‘Al een aantal jaren staat de stationsrestauratie van het station Driebergen/Zeist leeg. Aangezien het stationsgebied over circa 5 jaar geheel wordt gereorganiseerd, vinden wij het nú tijd om een pilot-project op te zetten waarbij integraal en duurzaam ondernemen centraal staat. Een co-creatie die in samenwerking met organisaties tot stand komt. Een voorbeeldproject dat navolging gaat krijgen.’
‘Op 19 september 2008 vindt de opening plaats van de stationsrestauratie van het station Driebergen/Zeist. De eerste stationsrestauratie in Nederland waarbij een restaurant wordt gecombineerd met een bezoekerscentrum Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug en een VVV.’
‘Wij hebben inmiddels een huurcontract afgesloten met NS Vastgoed en streven naar een unieke samenwerking van organisaties en activiteiten. RAU, architect van onder meer het CO2 neutrale hoofdkantoor van het Wereld Natuur Fonds in Zeist, heeft een uniek concept ontwikkeld met als uitgangspunt om zo min mogelijk energie te verbruiken. Een innovatief en duurzaam totaalconcept, met een spraakmakend interieur ontwerp.’
In oktober 2006 sprak men op de website van Antropia hier al over:
‘De Poort tot de Heuvelrug dient in onze visie in de komende 10 jaar tot een tot de verbeelding sprekende hoogwaardige parel aan de ketting van de Stichtse Lustwarande ontwikkeld te worden!’
Die Stichtse Lustwarande kwamen we dinsdag ook al tegen. Op het gevaar af te veel in de details te duiken (maar het zijn mooie details) hierover het volgende:
‘Landgoed de Reehorst is een prachtig parklandschap, onderdeel van de Stichtse Lustwarande, een reeks landgoederen tussen de Utrechtse Heuvelrug en de Kromme Rijn nabij Utrecht die ooit pretentieus vorm gaven aan en gebruik maakten van de overgang van de Utrechtse Heuvelrug naar het Kromme Rijn landschap. In 1840 begon de ontwikkeling van de eerste buitens, die nu samen het huidige Landgoed vormen. De vormgeving is voortgekomen uit een oud agrarisch landschap en aangepast in een Engelse landschapsstijl. De diversiteit in boom- en struiksoorten is groter dan in een natuurlijk bos aanwezig is als gevolg van het aangelegde parklandschap.’
Het is echter hierom belangrijk:
‘Het Masterplan voorziet in een versterking van de voor de Stichtse Lustwarande kenmerkende landgoedstructuur van de Reehorst én een versterking van de economische basis van het landgoed.’
‘Het Ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft geld vrijgemaakt voor een totaalpakket aan maatregelen om de stationsgebieden Driebergen-Zeist, Bunnik en Maarsbergen aan te passen aan de hedendaagse tijd. Ingrijpende maatregelen in een uniek, cultuurhistorisch en groen gebied.’
Dit laatste staat in een ‘Terugblik congres “Duurzaamheid en innovatie in ruimtelijke ordening”’, waarbij onder het kopje ‘Platform duurzame ontwikkeling’ werd gemeld:
‘Op woensdag 8 november jl. [2006] vond bij Antropia, Cultuur- en Congrescentrum het congres “Kans om duurzaamheid en innovatie in ruimtelijke ordening te integreren in het groen” plaats. Doel van het congres, een inititatief van Antropia, Cultuur- en Congrescentrum, was een platform bieden aan de betrokkenen voor discussie over de mogelijkheden deze gebieden intergraal duurzaam te ontwikkelen als pilot project en voorbeeld voor Nederland met als voorbeeld een eerder gepresenteerde duurzame visie voor het stationsgebied Driebergen-Zeist.
Gedurende het congres namen meer dan 80 mensen deel aan een platform voor discussie over de mogelijkheden om het stationsgebied Driebergen-Zeist integraal duurzaam te ontwikkelen w.o. vertegenwoordigers van de NS, Rijkswaterstaat, ProRail, Utrechts Landschap, bouwers en politiek participanten.’
Er was toen al een complete visie ontworpen ten aanzien van de toekomst:
‘Op de middellange termijn (2006-2010) en lange termijn (2010-2015) zal deze lijn voortgezet en versterkt dienen te worden, hetgeen tot een uitbreiding van het hier beschreven Masterplan zal leiden. Omdat hierbij in toenemende mate ook relaties met de omgeving een rol gaan spelen, heeft Stichting de Reehorst inmiddels initiatieven genomen om in samenspraak met gemeente, naburige grondeigenaars en ontwikkelaars en overige belanghebbenden een discussie op te starten over een samenhangende ontwikkeling van het gehele stationsgebied als integraal onderdeel van de Stichtse Lustwarande.
Ons beleid is dat Landgoed de Reehorst hierbij qua ruimtelijke kwaliteit een mede-sturende rol moet spelen. Wij stellen daarbij als uitdrukkelijke uitdaging om tot een ontwerp voor het gehele stationsgebied te komen dat door innovatieve en milieu- en maatschappijvriendelijke oplossingen een grote meerwaarde zal opleveren voor alle betrokken partijen.’
In dit licht moet waarschijnlijk ook de passage (op blz. 19) in het jaarverslag 2007 van de Antroposofische Vereniging in Nederland (AViN) worden gelezen. Waarbij men bij de juistheid van de stevige bewering meteen in de eerste zin wel een vraagteken kan plaatsen (zie ook de eerdere berichten hier, over de oorsprong van de Vrije Hogeschool):
‘Het landgoed De Reehorst, gelegen in het centrum van Nederland, is begin jaren ’70 verworven ten behoeve van de antroposofische beweging. Voor de ontwikkeling van antroposofie in Nederland is deze strategische aankoop van onschatbaar belang geweest. Voor talloze initiatieven en de diverse instellingen die daar gevestigd zijn heeft het landgoed door zijn ligging en infrastructuur een cruciale rol gespeeld en doet dat nog altijd.
Door dit belang is steeds sprake geweest van een sterke formele bemoeienis van de AViN met de Stichting De Reehorst. Was de formele zeggenschap van de AViN aanvankelijk groot, in de loop der jaren is deze gewijzigd naar een meer evenwichtige en meer werkbare onderlinge verhouding. Dit werd temeer noodzakelijk nadat de Reehorst in 2007 het landgoed met 17 ha heeft uitgebreid en de juridische structuur gewijzigd werd volgens het z.g. Raad van Toezicht model. De invloed van de AViN kan zich nu meer doen gelden in een geformaliseerd periodiek overleg met de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur van De Reehorst, overigens nadat de AViN eerst volledig heeft ingestemd met de vernieuwde statutaire doelstelling van De Reehorst.’
Interessant is ook de melding van ‘Plannen nieuwbouw op de Reehorst’ op blz. 18:
‘In de jaarvergadering van 2007 heeft het bestuur van de AViN de mededeling gedaan dat het overweegt om de AViN op het landgoed De Reehorst te huisvesten. Belangrijke overweging daarbij is dat activiteiten op De Reehorst over het algemeen gericht zijn op “ontmoeting met de samenleving” en dat de AViN zich bij dit “gebaar” zou willen aansluiten. In de periode daarna is onderzocht of ook de koepelorganisaties uit de antroposofische gezondheidszorg en de vrijeschoolbeweging zich in één gebouw met de AViN zouden willen vestigen. De gesprekken hierover zijn in 2008 voortgezet.’