Gisteren had de Volkskrant het nieuws
‘Wessanen heeft extra geld nodig’:
‘Voedingsmiddelenconcern Wessanen heeft extra geld nodig om de nieuw ingeslagen strategie te kunnen uitvoeren. Het bedrijf wil zich richten op biologische voedingsmiddelen in Europa en bevroren voedsel en zal daarvoor op overnamepad gaan. Dat maakte Wessanen donderdag bekend bij de publicatie van de jaarcijfers.
Wessanen verkeert door een verkeerde strategie in de afgelopen jaren en door het moeilijke economische klimaat in zwaar weer. Het bedrijf leed in het afgelopen kwartaal een nettoverlies van 111,7 miljoen euro. Over geheel 2009 bedraagt het verlies 219,7 miljoen euro.’
Dat is interessant nieuws, gelet op het feit dat ik een week geleden, op 20 februari in ‘Wanten’, noemde:
‘Natudis B.V., 100% Wessanen-dochter, is de grootste merkenleverancier en distributeur van natuurvoeding en reformproducten in de Benelux.’
Dat deed ik naar aanleiding van wat ik die dag bij Natudis had gevonden:
‘Hoe dan ook, op de website van Natudis staat dit nieuws onder de datum van 19 februari, “Minister Verburg bezoekt Natudis-stand op Biofach”:
“Van 17 tot 20 februari vindt in Neurenberg dé internationale beurs plaats op het gebied van biologisch. Op de eerste beursdag mocht Natudis minister Gerda Verburg ontvangen op de stand. Xander Meijer, algemeen directeur, en Janetta Wanders, hoofd assortiment, gaven haar een warm welkom en verzorgden een uitgebreide rondleiding waarbij natuurlijk ook geproefd werd van onze lekkere producten.”’
Dan wordt het interessant wat het ANP-bericht in de Volkskrant verder meldt:
‘“2009 was voor Wessanen een jaar van grote verandering en transformatie”, aldus topman Frans Koffrie. “Het belangrijkste doel was focus aanbrengen, aangezien er duidelijk synergie ontbrak tussen de verschillende activiteiten.”
Wessanen heeft inmiddels de helft van het bedrijf afgestoten, waaronder het Noord-Amerikaanse distributiebedrijf Tree of Life voor 190 miljoen dollar (141 miljoen euro). De schulden werden verder teruggebracht tot 175 miljoen euro.
De prioriteit van Wessanen dit jaar is om te investeren in de Europese markten voor biologische voedingsmiddelen. Daarvoor overweegt het concern de balans te versterken. Dat kan via een uitgifte van nieuwe aandelen. Voor bestaande aandeelhouders betekent dit verwatering van hun stukken. Op het Damrak ging het aandeel Wessanen donderdag direct 11 procent onderuit.
Wessanen waarschuwt dat komend jaar de omstandigheden uitdagend blijven met oplopende werkloosheid en een gering consumentenvertrouwen. Dit zou volgens het bedrijf de groei in de markten waarin het actief is, kunnen beïnvloeden.’
NRC Handelsblad gaf gisteren nadere bijzonderheden, in ‘Wessanen lijdt recordverlies’:
‘In 2009 zette Wessanen zijn topman Ad Veenhof opzij en nam commissaris Frans Koffrie het heft in handen. Als interim-directeur veranderde hij drastisch de strategie van het bedrijf, dat door oplopende schulden in aanvaring dreigde te komen met de banken.
Onder leiding van Koffrie besloot Wessanen zich voortaan uitsluitend te gaan richten op biologische voeding in Europa. Alle Amerikaanse onderdelen van het concern kwamen in de verkoop. Met de nieuwe focus moet het bedrijf makkelijker te besturen worden. Inmiddels is het concern door de verkopen al de helft kleiner in omzet geworden.
De netto schuld van Wessanen verminderde eind 2009 tot 175 miljoen euro. Eind januari 2010 zijn met de opbrengsten van de verkoop van het Amerikaanse onderdeel Tree of Life 110 miljoen euro aan leningen afgelost.
Koffrie noemde 2010 vanmorgen “een jaar van investeren”. Wessanen zal in de Europese landen waarin het nu actief is bedrijven kopen om meer schaalgrootte te realiseren. “Acquisities moeten meteen bijdragen aan de winst”, aldus Koffrie, die per 1 juni aftreedt om plaats te maken voor de nieuwe man, Piet Hein Merckens. Vanaf 2011 voorziet Wessanen weer groei.’
Het was op dinsdag 21 maart 2006 dat Natudis eigendom werd van Wessanen, zo blijkt uit dit ANP-bericht ‘Wessanen lijft Natudis volledig in’:
‘Het voedingsconcern Wessanen is volledig eigenaar geworden van Natudis, producent van natuurvoeding en reformartikelen. Dat heeft Wessanen dinsdag laten weten. Het bedrijf was al in bezit van ruim 70 procent van de aandelen.
Natudis is naar eigen zeggen de grootste leverancier en distributeur van merkartikelen op het terrein van natuurvoeding en reformproducten in de Benelux. Het levert producten aan winkels zoals Natufood en Ekoland. Drie jaar geleden vergrootte Wessanen zijn belang in het Harderwijkse bedrijf al van ruim 41 procent naar ruim 70 procent.
Wessanen maakte niet bekend wat het resterende belang heeft gekost. Over het algemeen betaalt Wessanen bij een overname 0,8 tot 1,2 keer de jaaromzet. Natudis behaalde in 2002 een jaaromzet van ongeveer 67 miljoen euro. Daarna ging het bedrijf op in een divisie van Wessanen.
De aandelen worden overgenomen van een van de oprichters van Natudis, N. Broersen. Op 1 juli treedt hij terug als hoofdbestuurder van het reformbedrijf.’
Een dag later berichtte Ank Louwes in VMT online, ‘hét vakmedium voor foodprofessionals’:
‘Nico Broersen legt per 1 juli zijn functie als algemeen directeur van Natudis neer en trekt zich terug als aandeelhouder. Natudis wordt hiermee een 100% dochter van Wessanen. Broersen draagt de functie over aan Xander Meijer, die in 2004 bij Wessanen in dienst is getreden als directeur van Zonnatura en vanaf begin dit jaar verantwoordelijk is voor de ontwikkeling van de natuurvoedingsmerken van Wessanen in Europa.’
In een uitgave van het inmiddels ter ziele gegane FEM Business van vorig jaar 14 maart, is een heel interessant interview opgenomen met deze Xander Meijer, door Wilbert Geijtenbeek. De titel luidt ‘Puur eten: daar wil ik m’n geld mee verdienen’; het begint zo:
‘Xander Meijer (42) eet voornamelijk biologisch voedsel. Speciaal voor deze lunch heeft zijn vriend en “100 procent eco-kok” Eric van Veluwen een schorseneer van eigen kweek, een haasje van een verantwoord geslacht kalf en een gerookte zalm bereid. En gerookt, zo legt Van Veluwen uit, betekent niet dat de vis in een rookdoek is gelegd en geïmpregneerd met “rookvloeistof”, zoals massaproducenten doen. “Nee, deze zalm heeft echt 48 uur in een Bemmelse haard gehangen. En dat proef je.”’
Eric van Veluwen kwamen wij het laatste tegen op 6 februari in ‘Onthulling’, in verband met Kraaybeekerhof. De lijnen zijn blijkbaar kort. Wilbert Geijtenbeek gaat verder:
‘Meijer is directeur van Natudis, producent van biologisch voedsel en franchisegever van ’s lands grootste biosupermarktketen De Natuurwinkel. Maar met de massaproducenten waarvan hij tegenwoordig geen product meer van koopt, heeft Meijer ook een geschiedenis. Vijf jaar lang was Meijer marketeer bij Procter & Gamble. Maar toen hij na een verhuizing naar een nieuwbouwpand een allergie opliep, nam zijn loopbaan een gestage wending. “De bouwgassen die in dat appartement vrijkwamen, triggerden mijn immuunsysteem. Het begon met niezen, maar daarna raakte ik echt vermoeid. Mijn energie verdween zienderogen.” Meijer, die vermoedde dat zijn ziekte met het Nederlandse klimaat te maken had, solliciteerde bij Unilever in Zuid-Afrika en verbleef vijf jaar in Durban, aan de Indische Oceaan. Toen zijn klachten daar aanhielden, besloot hij alle smaakversterkers af te zweren.
Dat besluit ging steeds meer wringen met zijn werk. “Ik was gewend om heel kleine voordeeltjes van een voedingssupplement geweldig op te blazen. Want we weten heel goed hoe we jou meer kunnen laten eten dan goed voor je is. Maar ik dacht: puur voedsel, dáár wil ik mijn geld mee verdienen.” Hij nam ontslag en na twee jaar werk bij Ecover, een biowasmiddelenproducent, zocht hij in 2003 investeerders om zelf een biobedrijf te beginnen. “Het moest een bedrijf met een sterke biomerknaam worden.” Het project, met Triodos als investeerder, mislukte en Meijer kreeg bij Wessanen het aanbod het merk Zonnatura te besturen, een kruidenthee- en mueslimerk waar hij nog zichtbaar enthousiast over is. In het jaar dat Wessanen Zonnatura onder één dak bracht met de kroketten van Beckers, werd Meijer directeur van Natudis.’
Voor het vervolg van het verhaal moeten we even een maandje terug vóór dit interview. Op 24 februari 2009 meldde de website ‘Eisma Voedingsmiddelenindustrie (EVMI)’ (ook van Elsevier en ReedBusiness trouwens) ‘Topman Wessanen stapt op’:
‘Ad Veenhof is per direct opgestapt bij Wessanen. Voor het plotselinge vertrek van de bestuursvoorzitter is geen reden gegeven. Volgens een woordvoerster van het bedrijf is er geen verband tussen Veenhof’s vertrek en de jaarcijfers die morgen worden gepubliceerd.
Medio vorig jaar meldde Wessanen nog dat de winst, net als bij de meeste voedingsmiddelenbedrijven, onder druk stond. Wel verwachtte het bedrijf destijds dat het de geplande omzet- en winstgroei (respectievelijk 8 en 10-12 procent) over 2008 zou gaan halen.
Zoektocht
De zoektocht naar een nieuwe topman zal naar verwachting enkele maanden duren, zo verwacht de onderneming. In de tussentijd zal Frans Koffrie, nu lid van de raad van commissarissen, waarnemen.
Veenhof trad in 2003 aan als hoogste baas bij Wessanen. Daarvoor werkte hij jaren bij Philips. Koffrie (1952) is de oud-topman van de door het Amerikaanse Staples overgenomen kantoorartikelenleverancier Corporate Express, het voormalige Buhrmann.’
Op 22 april wist Tom van der Meer de echte reden van vertrek te melden, in ‘Wessanen-topman vertrok om ruzie’:
‘Wessanen-topman Ad Veenhof (foto) is eerder dit jaar niet vertrokken om de tegenvallende jaarcijfers, maar vanwege toenemende spanningen met president-commissaris Durk Jager. Dat zeggen ingewijden binnen Wessanen tegen het Financieele Dagblad, meldt Distrifood. Veenhof vertrok eind februari, een dag voor het bekendmaken van de jaarcijfers.
Dominant
Veenhof kreeg vanaf 2005 te maken met de volgens ingewijden (eveneens) dominante Durk Jager en dat bleek een botsing van persoonlijkheden. De voormalig Procter & Gamble-topman Jager is opgevoed volgens de Amerikaanse tradities dat een CEO tevens voorzitter van het bestuur is.
Wrijving
Jager bemoeide zich volgens de bronnen graag met de dagelijkse gang van zaken binnen het concern. Tegenvallers in de winstgevendheid van het bedrijf zou de wrijving tussen de twee hebben verscherpt.
Wessanen zit al jaren in een spagaat tussen een relatief grote distributietak in Amerika (Tree of Life) en een relatief kleine groep van op zich sterke merken in natuurvoeding (Zonnatura) en snacks (Beckers) in Europa.
Jager kreeg RvC mee
Veenhof wilde van de Amerikaanse activiteiten af om de Europese portefeuille reformmerken verder uit te bouwen. Jager hield juist vast aan Tree of Life en kreeg uiteindelijk de Raad van Commissarissen mee. Veenhof liet bij zijn vertrek al weten dat er “geen relatie is tussen de publicatie van de jaarcijfers en het vertrek”.’
Lezer L. Belonje geeft in zijn of haar commentaar onder het artikel echter aan dat er iets tegenstrijdigs in dit bericht zit:
‘Veenhof wilde USA-activiteiten verkopen, maar kreeg tegenstand van Jager en andere commissarissen. Nu is Veenhof weg en nu gaan tóch de USA-activiteiten in de verkoop?’
Dit is inmiddels inderdaad gebeurd. (Overigens, wat de organisatorische en bestuurlijke samenstelling van Koninklijke Wessanen tegenwoordig is, leert Wikipedia.) Maar wat ons eveneens kan opvallen, is de Procter & Gamble-achtergrond van Durk Jager. We lazen immers eerder: ‘Vijf jaar lang was Meijer marketeer bij Procter & Gamble.’ Xander Meijer dus ook al. In het interview met Wilbert Geijtenbeek van 14 maart 2009 vertelt hij meer over zijn opvattingen:
‘Natudis is een vreemde eend in de toch al niet zo gefocuste bijt van Wessanen. Het bedrijf produceert 9.000 biologische voedingsproducten onder merknamen als Akwarius, Ekoland, Molenaartje en De Rit, en levert die aan de 55 Natuurwinkels. De franchisenemers van die bioketen zijn georganiseerd in de NatuurWinkelOrganisatie (NWO). Onder Meijers bestuur lijfde Natudis in 2006 NWO in, wat ervoor zorgde dat Wessanen naast distributeur en producent ook retailer werd. Sinds de overname bemoeit Meijer zich actiever met de 55 verkoopkanalen.
Dat was ook wel nodig, stelt Meijer. “Veel franchisenemers begonnen in de jaren tachtig en waren wars van commercialiteit. En het is met dit soort dingen heel simpel: je moet de consument de bio-producten zo aanbieden dat het geen compromis is voor zijn levensstijl. Het moet er vol en lekker uitzien, en als het een wasmiddel is, moet het vooral goed schoonmaken en niet alleen milieuvriendelijk zijn.”
De Natuurwinkel is nog altijd de grootste ecologische supermarktketen van Nederland, ondanks toenemende concurrentie van nieuwkomers als Ekoplaza en Marqt. Begin deze eeuw telde NWO meer dan 70 winkels, in 2006 waren er minder dan 40 van over. Meijer: “We verloren marktaandeel omdat niemand echt verantwoordelijkheid over de groep had.” Nu, met Natudis als franchisegever, is het merk gerestyled, de winkelindeling aangepakt en heeft Meijer met de Triodos-bank financieringsmogelijkheden voor franchisers mogelijk gemaakt. “De Natuurwinkel zit weer in de lift. Vorig jaar zijn er 15 winkels bijgekomen. Onze omzet groeit sterk.”’
Weer komt Triodos Bank om de hoek kijken. Dat was eerder in het interview ook al zo. Maar wat het meest opmerkelijk is, volgt hierna. Dat is Meijers voorliefde voor biologisch-dynamisch. Hij bekent namelijk:
‘“Wij eten vrijwel alleen biologisch. Maar het liefst eet ik biologisch-dynamisch voedsel.”
Wat is dat?
“Biologisch-dynamische boeren benutten de krachten van de natuur optimaal. Dat klinkt vaag, maar laat ik het zo zeggen: er zijn kosmische krachten zoals eb en vloed. Die worden beïnvloed door de stand van de maan. Die krachten werken ook in de landbouw. Als je daar rekening mee houdt bij het zaaien en oogsten is het resultaat heel sterke gewassen met veel levenskracht.”’
Op het eind komt hij er weer over te spreken:
‘Laat ik het zo zeggen: ik word helemaal warm van producenten. Echt, zo’n biologisch-dynamische boer, die voor dat vak kiest, gewoon omdat hij vindt dat de natuur op die manier het beste werkt. Dat zijn pure, mooie mensen die veel sensitiever zijn voor hoe de natuur werkt. Dat is mooi, zeker in verre landen waar mensen hartstikke arm zijn. Nu kan ik ervoor zorgen dat die producten naar onze samenleving komen, en dat die mensen een goede bron van inkomsten hebben. Nou, als dat idealistisch is, dan ben ik idealistisch.’
Wat ik al op 20 februari in ‘Wanten’ aanvoerde, is dan ook hier op zijn plaats. Namelijk dit bericht van 1 oktober 2009, ‘Natudis zet GoodyFood naast Natuurwinkel in markt’:
‘De “biologische” Wessanen-dochter Natudis zet de nieuwe formule GoodyFood naast Natuurwinkel in de markt. Volgens retailmanager Marc Koetsier van de Natuurvoedings Winkel Organisatie (NWO) wordt GoodyFood een compleet nieuwe formule. Het doel is een breder publiek te trekken dan de traditionele bioconsument. GoodyFood richt zich hierbij vooral op de light user.
In Hilversum is de primeur voor GoodyFood. In een voormalige Natuurwinkel van het echtpaar Zentveld is door hetzelfde echtpaar een GoodyFood geopend. Door een naastgelegen pand te kopen kon de vloeroppervlakte vergroot worden van 400 naar 700 m2 aan vvo. Volgens Koetsier zit GoodyFood qua positionering tussen Natuurwinkel en Marqt in. De nieuwe formule is vooral bedoeld voor goed opgeleide klanten die bewust in het leven staan. Het gaat dan in het bijzonder om de doelgroep jongeren tussen de 25 en 40 jaar.
De GoodyFood in Hilversum beschikt over een groot agf-plein. Daarachter staat een koeling met voorgesneden groenten. Ook is er een bemand verseiland met brood, vleeswaren, kaas en wijn. In totaal zijn er zes werelden binnen GoodyFood. Naast het agf-plein en het verseiland zijn dat de ontbijt-, lunch-, geniet- en verzorgingswereld. Qua omzet wordt gehoopt op een omzetstijging van minimaal 25% ten opzichte van de tijd dat de zaak een Natuurwinkel was.
Bron(nen): Distrifood Nieuwsblad (26-9-2009)’
Tot slot een kritisch artikel van ‘voedings-journalist’ Michiel Bussink, weliswaar van september 2006, uit Milieudefensie Magazine. In sommige opzichten door de hierboven geschetste ontwikkelingen inmiddels al achterhaald. Maar het geeft toch een goed inzicht in de haken en ogen die verbonden zijn met deze economische ontwikkelingen. Het heeft de titel ‘De voor- en nadelen van schaalvergroting – Bio-branche is big-business’. Het is lang en gaat op nog meer zaken in deze branche in dan wat hier alleen aan bod komt. Maar omdat Michiel Bussink zo deskundig is en veel achtergronden weet, laat ik het hier graag in zijn geheel volgen; op bepaalde onderdelen zal ik later zeker nog terugkomen:
‘Zo klein als de eko-landbouw nog steeds is, gaat er wereldwijd toch al 35 miljard euro in om. En biologische pioniers worden overgenomen door grote internationale jongens: “Meer keus voor de consument” of “Onze geloofwaardigheid is in het geding”?
Lekkere abrikozenjam van De Rit, rijk gevulde muesli van Akwarius, koekjes van Molenaartje. Trouwe bezoekers van de natuurvoedingswinkel stoppen ze regelmatig in hun boodschappenmandje, deze biologische producten van kleine ondernemingen. Maar wat zijn het eigenlijk voor bedrijfjes? Biologisch uiteraard, maar bedrijfjes blijken het helemaal niet meer te zijn. Ooit begonnen door bevlogen pioniers, zijn De Rit, Akwarius en Molenaartje nog slechts merken van groothandel Natudis. Dat op zijn beurt voor honderd procent in handen is van multinational Wessanen die even zo goed gangbare magnetronfrikadellen, blikjes tonijn en “krokante Mexican wraps” uit een pakje verkoopt en zijn grootste omzet maakt op de Amerikaanse markt. De handel in biologische producten is big-business geworden. Gelukkig maar, want daardoor wordt de definitieve doorbraak van EKO mogelijk. Of is het precies andersom en betekent de greep van de grote bedrijven het begin van het einde van de oorspronkelijke idealen van de biologische landbouw?
Authenticiteit
Aanhangers van Rudolf Steiner beginnen in de twintiger jaren in Zeeland een biologisch-dynamische boerderij en daarmee ook de geschiedenis van de biologische landbouw in Nederland. Maar het duurt tot eind jaren zestig, begin jaren zeventig – als de nadelen van het grootschalige gifgebruik de kranten halen – voordat er volop geëxperimenteerd wordt door landbouwers die terug naar de natuur willen. De producten van de idealistische boeren vinden hun weg via steeds meer natuurvoedingswinkels, maar hun aandeel in de voedselvoorziening blijft schamel: 0,05 procent in 1985. Langzame groei blijft het wel, er komen officiële, door de Europese Unie vastgestelde EKO-normen en de overheid wil, in ieder geval formeel, dat het bio-aandeel naar 10 procent gaat. Als ook de gewone supermarkten zich wagen aan biologische aardappels, melk en macaroni gaat de groei wat sneller. Inmiddels hebben die de helft van de EKO-markt in handen. In totaal is nu twee procent van wat er op de Nederlandse eettafels verschijnt biologisch. Weinig in percentages, maar toch goed voor zo’n half miljard aan euro’s afgelopen jaar, wereldwijd 35 miljard: er valt geld te verdienen in de EKO-hoek. En zoals dat gaat bij groeiende markten: bedrijven worden groter en worden overgenomen door nog weer grotere bedrijven.
“Er is zeker sprake van schaalvergroting”, volgens Maarten Rijninks, directeur van de NatuurWinkelOrganisatie (NWO), waarbij 72 natuurvoedingswinkels zijn aangesloten, onder de naam “Natuurwinkel” of een eigen naam. Die schaalvergroting heeft volgens Rijninks nadelen, als verlies aan authenticiteit en transparantie, maar ook veel voordelen: “Consumenten krijgen meer keus.” Dat behalve de natuurvoedingswinkel ook de supermarkten biologische producten zijn gaan verkopen vindt hij heel goed. “Het betekent dat meer klanten in aanraking komen met biologisch eten.” Waardoor de drempel lager wordt om ook eens een natuurwinkel – met een veel groter assortiment biologisch – binnen te stappen. En uiteindelijk is dat dus goed voor de hele biologische landbouw. En de komst van EKO-plaza: mega-bio-supermarkten met vestigingen in Alkmaar, Bussum, Veenendaal en plannen voor een groot aantal andere steden noemt hij een prima initiatief.
Oneerlijke concurrentie
Kritisch over de groeiende invloed van grote bedrijven is Koos Bakker, directeur van Odin, de biologische groenten- en fruitgroothandel, bekend van de groentenabonnementen. Hij richtte twee jaar geleden een nieuwe keten van natuurvoedingswinkels op met de naam Estafette, met inmiddels vestigingen in acht steden: “professionalisering, samenwerking, uitbreiding en opschaling van winkels is in principe goed voor de biologische landbouw. Maar ik wil het proberen te combineren met de oude idealen van de branche.” Bakker wil graag zaken blijven doen met kleine, ambachtelijke biologische producenten. “Dat doe ik liever dan iets kopen van een fabrikant die de ene dag biologische en de andere dag gangbare producten maakt. Ik wil ondernemers die kiezen voor honderd procent biologisch extra stimuleren.” Volgens Bakker is de prijsvorming van bedrijven die biologische producten er bij doen naast gangbare, niet doorzichtig: ze zijn in staat de prijs van biologische producten kunstmatig laag te houden vanwege de marges die ze halen op gangbare producten. Een vorm van oneerlijke concurrentie ten opzichte van de honderd procent biologische producenten, vindt hij. Bakker kiest er daarom voor om alleen biologisch te verkopen in de Estafette-winkels en dan bij voorkeur van honderd procent biologisch werkende producenten. Anders dan sommige NWO-winkels die ook niet-biologische producten en voedingssuplementen in de winkels hebben liggen.
Op zich heeft Bakker niks tegen grote winkels. “Maar puur op rendement van het kapitaal gedreven ondernemingen die in de eerste plaats voor de aandeelhouders produceren, dat moet je niet willen opzoeken als biologische landbouw. Kwaliteit van het product en de vergoeding van de kostprijs voor boeren en producenten delven dan het onderspit. Ik zoek naar prijsvorming waarbij een redelijke arbeidsvergoeding, financieel rendement en duurzaamheid in evenwicht zijn.” Wessanen is wel zo’n kapitaalgedreven, beursgenoteerde multinationale onderneming. Via dochter Natudis is het de grootste leverancier van natuurvoedingsproducten in de Benelux. Rijninks van de NWO vindt dat er niks mis is met Wessanen: “Ze hebben de alcoholtak van Bols afgestoten en nu is het grootste bedrijf in biologische voeding. En Albert Heijn is ook een multinational. Als die er voor kiest meer aan biologisch te doen, is dat ook fantastisch”. “Ik wijs op de keerzijden”, zegt Bakker, die overigens ook producten van Wessanen/Natudis in zijn Estafette-winkels heeft liggen: “De afgelopen jaren is biologisch doorgebroken, maar ook het aantal EKO-boeren daalt en de prijzen voor de boeren zijn nog nooit zo slecht geweest als vorig jaar. Daarin zit een discrepantie: het inkomen van de boeren staat onder druk.” Doordat de korte-termijn financiële argumenten van de grote bedrijven te veel prevaleren, meent Bakker.
Monsanto
De discussie over voor- en nadelen van schaalvergroting in de Nederlandse biobranche is niet uniek: in de groene beweging in Canada en de Verenigde Staten ontstond de afgelopen jaren onrust over de groeiende invloed van grote bedrijven op organics: snoepgigant M&M/Mars kocht biologisch zaadbedrijf Seeds of Change, Coca Cola nam een bedrijf in biologische sappen over en Pepsi op zijn beurt één in biologische snacks. Saillant is dat in Amerika veel biologische tuinders hun zaad kopen bij het bedrijf Semini dat is overgenomen door Monsanto, de gif- en gentechgigant die als een van de grootste vijanden van de biologische landbouw wordt gezien. Dezelfde argumenten gaan over tafel. Enerzijds: het is toch vooruitgang als zelfs McDonald’s in haar vestigingen in de Noordwestelijke staten van de VS biologische fair-trade koffie schenkt. Anderzijds: het gros van wat ze doen, deugt van geen kanten en bovendien zetten ze de EKO-normen onder druk. In de VS wordt bijvoorbeeld met beschuldigende vinger gewezen naar het Texaanse bedrijf Dean Foods, de op één na grootste zuivelproducent ter wereld met aandeelhouders als Microsoft, Exxon/Mobil en Philip Morris. Na allerlei overnames levert Dean Foods 70 procent van de biologische melk in de VS: de biomelk komt van bedrijven met vijfduizend koeien die bovendien niet, zoals het ook volgens de Amerikaanse EKO-regels hoort, buiten grazen, maar op stal staan. De grootschalige invulling van biologische melk heeft tot protesten en ongerustheid onder consumenten van biologische producten geleid en tot een deuk in het imago van het biologische keurmerk.
Kalfsvlees
Bedrijven met 5000 EKO-koeien zullen er in Nederland niet snel komen, maar de biologische zuivel- en vlees-industrie gaan hier ook mee in de schaalvergroting: de Zuiver Zuivel fabriek in Limmen, een paar jaar geleden nog een zelfstandige biologische melkfabriek, is opgekocht door zuivelconcern Campina: de biologische melk, yoghurt en karnemelk in natuurvoedingswinkel en De Groene Koemelk uit de supermarkt komen dus uit dezelfde fabriek. En De Groene Weg, de keten van biologische slagerijen, is in 2003 – mede op aandrang van Albert Heijn – overgenomen door Dumeco. Die is op zijn beurt opgegaan in Vion, de grootste slager van Europa. Vion levert, behalve aan de overgebleven Groene Weg slagers, het biologische vlees voor Albert Heijn en supermarkten als Plus, C1000, Coop en Dirk van den Broek. Voor Peter Landsheer uit Nijmegen was de overname door Dumeco aanleiding om uit de keten te stappen en voor zichzelf verder te gaan als biologische kwaliteitsslager. “Onze geloofwaardigheid is in het geding, zei ik destijds en dat is uitgekomen”, vertelt Landsheer. Sinds de overname door Dumeco/Vion staan volgens hem de EKO-normen voor vlees onder druk. “Tien jaar lang heb ik uit principe geen kalfsvlees verkocht: dat is niet diervriendelijk. En geen nitriet als conserveringsmiddel.” Na de overname door Dumeco/Vion werden wel bio-kalfsvlees en het controversiële nitriet als vleesconserveringsmiddel toegestaan. Veel andere Groene Weg slagers hebben Landsheer gevolgd: van de oorspronkelijke 28 zijn er nog maar 14 als Groene Weg slager verder gegaan. Mensen blijven teruggaan naar de zelfstandige slager, vanwege de kwaliteit. Wij gaan echt kijken bij de boer: welke koe kopen we. Een supermarkt zegt gewoon: doe mij er tien.” Blijft staan dat ook de supermarkten veel extra biologisch vlees hebben verkocht, de afgelopen twee jaar.
Bloed
Extra pikant is dat Vion sinds een jaar onder vuur ligt van Milieudefensie: het bedrijf is een cruciale schakel in de sojaketen, de kap van Amazonewoud ten behoeve van soja die de belangrijkste grondstof is in het veevoer voor de Nederlandse bio-industrie. Wringt daar niet iets: actievoeren tegen een bedrijf dat ook het door Milieudefensie gepromote biologische diervriendelijke vlees verkoopt? “Het leeuwendeel van Vion levert echt foute producten uit de bio-industrie: ze hebben grotendeels verkeerd bloed aan hun handen”, zegt Wouter van Eck, campagneleider landbouw en voedsel van Milieudefensie.
De schaalvergroting heeft voor- en nadelen voor de biologische landbouw, volgens Van Eck, "Er kan nog veel geleerd worden van de professionaliteit van de gangbare landbouw.” Te veel kleine spelers levert tijdverlies en minder efficiëntie. Maar megaconcerns die via één distributiecentrum werken, betekenen ook langere afstanden en dus extra transport. “Verder moet biologisch nog veel ruimte veroveren op de gangbare landbouw. Bedrijven die zowel biologisch als gangbaar verkopen, zullen niet de strategie hebben om hun gangbare tak telaten krimpen. Dat is een probleem.”
De groeiende invloed van grote ondernemingen op de biolandbouw kan als een succes én een mislukking van de eko-landbouw worden gezien, volgens Phil Howard. Hij is onderzoeker aan het Centre for Agro-Ecology and Sustainable Food Systems in Californië. Enerzijds neemt de oppervlakte landbouwgrond met teelt zonder landbouwgif en gentech elk jaar toe, stelde hij onlangs in de Canadese krant The Dominion. Aan de andere kant zijn sommige idealen van de bio-landbouw verdwenen: zoveel mogelijk lokaal en regionaal produceren, zo min mogelijk transport, zoveel mogelijk diversiteit in plaats van mono-culturen, eerlijke prijzen voor de boeren. Howard: “Biologische landbouw lijkt steeds meer op het wereldwijde industriële landbouwsysteem dat het oorspronkelijk wilde bestrijden.”
Marktaandelen van distributiekanalen biologische voeding
1. Supermarkten (49,1%)
2. Natuurvoedingswinkels (38,5%),
233 winkels waaronder: Natuurwinkelorganisatie (72 winkels); Estafette-winkels van Odin (8 winkels), Ekoplaza-winkels (3), zelfstandige winkels (125), biologische slagers (28 waarvan 14 aangesloten bij De Groene Weg/Vion)
3. Catering (3,5%)
4. Overige (8,9%): boerderijverkoop, boerenmarkten (36), internet, abonnementverkoop.
59 % van de biologische boeren doet aan huisverkoop, tegen 8% van de gangbare boeren.
Daarnaast kent de EKO-landbouw abonnementensystemen en boerenmarkten, die in de gangbare landbouw niet bestaan: de bio-landbouw kent dus relatief veel directe verkoop. Maar het marktaandeel daarvan is klein.’