Heet van de naald: ‘De Digitale Verbreding – Nieuwsbrief van de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders’.
In het colofon van deze digitale nieuwsbrief staat onder meer:
In het colofon van deze digitale nieuwsbrief staat onder meer:
‘De NVAZ bestaat uit:De Verbreding kenden wij al, maar tot nu toe alleen in papieren vorm. Dat klopt niet helemaal: na verschijning wordt dit tijdschrift ook op de website van de NVAZ geplaatst, namelijk hier (in pdf-vorm). In het laatst verschenen nummer, nr. 11 van december 2008, stond in het colofon (helemaal onderaan op de laatste pagina) nog te lezen:
– de Sector Institutionele Zorgaanbieders in de Gehandicaptenzorg, Ouderenzorg, Psychiatrie en Verslavingszorg
– de Sector Therapeutica en Gezondheidscentra
– de Sector Beroepsverenigingen.
Doelstelling van deze Nieuwsbrief is:
– Het bieden van informatie over recente ontwikkelingen in de zorg die van belang zijn voor de leden in de verschillende sectoren van de NVAZ
– Het bieden van informatieve en opiniërende artikelen over de antroposofische zorg.’
‘Het maandblad Verbreding wordt uitgegeven door de NVAZ en verschijnt 6x per jaar. De redactie behoudt zich het recht voor ingezonden mededelingen te redigeren. De redactie besluit over wel of niet plaatsen van artikelen. Inleveren kopij voor het volgende nummer vóór 23 januari 2009. Verschijningsdatum volgende nummer februari 2009.’
Dat is een beetje vreemd: een maandblad dat zes keer per jaar uitkomt... Maar dit heeft ook zijn reden. Wanneer je het artikel direct boven deze colofon leest, ‘Naar een nieuwe dynamiek voor de NVAZ’, dan kijk je hier niet meer zo van op. En wordt het zelfs de vraag of die zes keer per jaar nog wel gehaald wordt. Het artikel is ondertekend door NVAZ-directeur Adri Benschop. Het is zeer verontrustend wat hij schrijft:
‘Nu de NVAZ ruim een jaar bestaat hebben het Bestuur en de Ledenraad de ontwikkelingen van het afgelopen jaar geëvalueerd. In oktober is daarover een brief uitgegaan aan alle leden waarin het Bestuur een koerswijziging aankondigt om te komen tot een nieuwe dynamiek voor de vereniging.
Dat is allemaal niet niks. Maar het is al heel bijzonder dat met een in antroposofische kringen zeldzame openheid deze stand van zaken wordt weergegeven. Ingrijpende veranderingen vinden dus sindsdien plaats, als uitvloeisel van het bovenstaande. In dat licht moet dus ook ‘De Digitale Verbreding’ gezien worden.Met name rondom de financiën bleken en blijken er grote zorgen te zijn en blijken er nogal wat vragen te zijn. Feit is dat het oprichtingsbestuur bij de oprichting van de NVAZ weliswaar een beleidsvisie voor ogen had om alle antroposofische zorgaanbieders en zorgverleners in één vereniging onder te brengen met een daaraan gekoppeld bureau, maar niet in de positie was om de NVAZ een toereikend vermogen mee te geven. Toen HPV en FAG [Heilpedagogisch Verbond en Federatie Antroposofische Gezondheidszorg, MG] per 30 juni 2007 werden opgeheven en de openingsbalans NVAZ werd opgesteld bleken er een aantal zaken:
– Bij beide verenigingen waren er een aantal “niet uit de balans blijkende verplichtingen”, zoals een contract met de Leerstoel, een niet begrote medewerker bij de FAG, etc., waar bij de opstelling van de begroting voor NVAZ geen rekening mee was gehouden.
– Er waren voor de oprichting van de NVAZ kosten gemaakt die door de oprichters als kosten voor de NVAZ werden meegegeven.
– De contributieopbrengsten van HPV en FAG voor 2007 bleken in zijn geheel in het eerste halfjaar 2007 te zijn geboekt, waardoor de NVAZ in het tweede halfjaar geen inkomsten had (dan alleen de extra inkomsten uit serviceverlening aan de leden).
– Met de uitsplitsing van HPV naar Edith Maryon College (EMC) en NVAZ is en belangrijk deel van het werkkapitaal (terecht) overgegaan naar het EMC, waardoor de NVAZ in het tweede halfjaar niet over liquiditeiten beschikte. Een lening van de Stichting ter Bevordering van de Heilpedagogie bracht weliswaar enig soulaas, maar moest begin 2008 weer worden afgelost.
– Bij de oprichting van de NVAZ is onvoldoende stil gestaan bij de gevolgen van de contributieverplichting waardoor sommige leden (oud-FAG-instellingen) ineens een veel hogere contributierekening te betalen kregen.
De NVAZ bleek en blijkt als relatief kleine organisatie financieel te kwetsbaar.
Het gevolg van dit alles was dat er in het begin heel veel tijd en energie is gaan zitten in het oplossen van de financiële problemen, waardoor aan de eigenlijke beleidsvoornemens geen uitvoering kon worden gegeven. Daarbij kwam ook dat de nieuwe organisatiestructuur leidde tot andere werkverhoudingen tussen bestuur, ledenraad, directeur en bureau, waarbij ook het bureau, als “fusieproduct” van het HPV- en FAG-bureau opnieuw haar positie moest bepalen.
Vanaf het begin zijn voor de NVAZ een drietal speerpunten van beleid geformuleerd en uitgewerkt:
– PR, communicatie en Marketing
– Kwaliteit van zorg
– Onderzoek en ontwikkeling
Binnen het bureau zijn niet de competenties aanwezig om daar verder uitvoering aan te geven en bleken er ook geen financiële middelen te zijn om dat nader in te vullen en te organiseren.
Naar een nieuwe dynamiek
Na deze analyse heeft het Bestuur gekozen voor een nieuwe koers. Uitgangspunt daarbij is dat het beleid gericht moet zijn op:
– inhoud, in plaats van op structuren, processen en procedures
– samenwerking en synergie binnen het werkveld, en op het van elkaar leren
– overstijgende belangen
– de buitenwereld
– schaalvoordelen bij en in de samenwerking
Het werkveld is niet groot en kapitaalkrachtig. Dus zal er intelligent gebruik gemaakt moeten worden van elkaars kwaliteiten. Het hebben van een bureau is daarbij niet primair. Als het Bestuur en de leden zelf zorgen voor de regie en de coördinatie kan worden volstaan met een eenvoudig verenigingssecretariaat.
De consequenties van dit nieuwe beleid zijn:
– Het bureau van de NVAZ wordt teruggebracht tot een coördinerend verenigingssecretariaat. De taken van het bureau worden ge-outsourced naar de leden: te denken valt aan de financiële administratie, beheer website, de Verbreding, personeelsbeheer. De NVAZ houdt derhalve geen personeel meer in eigen dienst, maar leent dit in van de instellingen.
– Er wordt een matrixorganisatie opgezet waarin medewerkers van de lidinstellingen worden uitgenodigd actief te participeren en te werken aan de drie speerpunten van beleid: Pr, Communicatie en Marketing, Kwaliteit en Onderzoek. De projecten worden voorgezeten door een bestuurslid, dan wel door een door hem/haar aangewezen vervanger. De NVAZ-directeur is projectsecretaris en werkt op met een specialist/deskundige uit het veld.
– De inzet vanuit de lidinstellingen wordt gedaan met gesloten beurzen. Kleinere instellingen, therapeutica en beroepsgroepen participeren uiteraard ook mee, maar mogen ook “meeliften”.
– Per project wordt een Plan van aanpak gemaakt, resultaat en inhoudgericht.
– De resultaten worden door Bestuur goedgekeurd en door de ledenraad bekrachtigd.
Op basis van dit nieuwe beleid heeft het Bestuur de Begroting voor 2009 opgesteld, waarin een bezuiniging zichtbaar wordt gemaakt die vertaald zal worden in een lagere contributie van de leden. Op 3 december j.l. heeft het Bestuur dit nieuwe beleid nader besproken en ingevuld. Vanuit het Bestuur neemt Yvon ten Brummelhuis PR, Communicatie en Marketing als “proceseigenaar” voor haar rekening, Hanno Niemeijer: Onderzoek en Marinus van der Meulen: Kwaliteit.
Tijdens de aansluitend gehouden vergadering van de Ledenraad, die een openbaar karakter had waar ook andere leden aanwezig waren, hebben de bestuursleden hun visie op de drie Speerpunten van beleid nader uiteengezet. Aangekondigd is dat er in maart 2009 een uitgewerkt Plan van aanpak komt en dat dan ook de eerste resultaten van dit nieuwe beleid zichtbaar zullen zijn. Na toelichting en bespreking daarvan heeft de ledenraad hiermee ingestemd en heeft zij de Begroting 2009 goedgekeurd.
Het bureau blijft voorlopig haar werkzaamheden doen, zoals u gewend was, zij het dat door het vertrek van een aantal medewerkers de beschikbaarheid en bereikbaarheid is verminderd. Wij vragen uw begrip hiervoor.
Het bestuur spreekt het vertrouwen uit dat met deze nieuwe koers het realiseren van de doelstelling van de NVAZ een stap verder wordt gebracht, waarbij als centraal uitgangspunt staat: het leren van elkaar, elkaar verder brengen, elkaar op inhoud enthousiasmeren en elkaar respecteren.’
En dan de belangrijkste vraag: wat staat er te lezen in De Digitale Verbreding? Tot nu toe een groot aantal kleine berichtjes over ontwikkelingen in de gezondheidszorg in Nederland. We herkennen hierin meteen het ‘Nieuws uit de achterliggende periode’, zoals dit door Huib van den Doel verzorgd wordt. Het laatste nieuws, ‘Nieuws februari 2009’, staat sinds kort op de website van de NVAZ, maar tot nu toe gebeurde dit steeds als pdf-document. Op de startpagina wordt dit al duidelijk aangegeven: ‘Voor meer Nieuws uit de achterliggende periode, zie het Nieuwsarchief.’ In De Digitale Verbreding is dit nu ook direct op het scherm te lezen, wat winst is.
.
4 opmerkingen:
Goed initiatief deze digitale nieuwsbrief "De Digitale Verbreding" van de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders. De waarde wordt verhoogd, wanneer men ook reageren zal op opmerkingen of vragen, die op digitale wijze geplaatst en gesteld kunnen worden. Zo leven bij mij bijvoorbeeld vragen over de activiteiten van Eliant en dat natuurlijk ook juist met betrekking tot de antroposofische gezondheidszorg en antroposofische geneesmiddelen in Nederland. Wat dit betreft vraagt het nieuwsbericht Nederlandse zorg dupe van gebrekkig Europese integratie ook weer vragen op.
...roept weer vragen op...
Colofon: Redactie: Adri Benschop (hoofdredacteur), Huib van den Doel, Michel Gastkemper.
De redactie besluit over het wel of niet plaatsen van een artikel. Dat geldt ook voor de berichten die door lezers in deze Nieuwsbrief worden geplaatst.
Juist. Hieruit mag ik opmaken dat reacties op nieuwsblogberichten van de Digitale Verbreding mogelijk geplaatst worden als ze nieuwswaarde dragen voor derden (lezers) Michel? Ongeveer in de geest van een open brief inzending die wel of niet geplaatst wordt? Verschijnt er ook een papieren versie van de Digitale Verbreding voor een (specifiek) lezerspubliek?
Michel,
Als reactie op John Wervenbos zou ik willen zeggen: de bedoeling is ook om zo meer interactie te krijgen met leden en andere belangstellenden. Maar er blijft ook een verantwoordelijkheid van de redactie over wat er wel of niet wordt geplaatst. Ik vind de vergelijking met ingezonden brieven wel goed.
Overigens verkeert de Digitale Verbreding nog in een experimentfase. We kunnen nog veel leren van reacties van lezers.
En wat de openheid betreft van de berichtgeving in de laatste Verbreding: ik denk dat iedereen gebaat is bij duidelijkheid, alhoewel die niet altijd even gemakkelijk is.
Groet,
Adri
Een reactie posten