‘Deze site is voor het laatst bijgewerkt op zaterdag 2 mei. De eerstvolgende bijdrage wordt verwacht op maandag 11 mei a.s. Wij beginnen dan met een nieuwe serie, waarin vooral de staat en de Europese eenwording centraal zal staan (met o.a. aandacht voor de geschiedenis van Europa in de twintigste eeuw).’
De voorlaatste bijdrage van 30 april, die hij gisteren nog heeft herzien, was getiteld ‘Blunders?! IV (slot)’ en gaf een mooie samenvatting van de intentie van Ton Jansen:
‘Als de artikelen in Mens&Wereld één ding duidelijk hebben gemaakt, dan is dat hopelijk dat achter de werkelijkheid die ons dagelijks via de media bereikt nog een heel andere werkelijkheid schuilt, de ware werkelijkheid. Alleen deze ‘ware werkelijkheid’ geeft ons grip op de gebeurtenissen en stelt ons in staat om het leven in eigen hand te nemen. Al het andere is niet meer dan de ‘waan van de dag’, die ons op dwaalsporen voert en verder het moeras in brengt.
We kunnen ons een beeld van deze andere, ware werkelijkheid vormen door de gebeurtenissen die in de media min of meer afzonderlijk worden belicht, als het ware ‘samen te lezen’. Dat wil zeggen: niet stil te staan bij de afzonderlijke gebeurtenissen als zodanig, maar deze in hun samenhang te bezien, ze in verband te brengen met andere gebeurtenissen die tegelijkertijd of eerder plaatsvonden.
We moeten dus niet alleen opnemen wat we gehoord of gezien of gelezen hebben, maar dit ook innerlijk overdenken. Wanneer we het beeld dat hieruit ontstaat in stilte met ons meedragen kan dit tenslotte tot ons gaan spreken en ons de werkelijkheid die achter, of liever gezegd ín de dingen ligt onthullen.
Een bijzondere rol in dit proces is toebedeeld aan de zogenaamde ‘blunders’, waar zowel de Amerikaanse als de Britse geschiedenis bol van blijkt te staan. Ogenschijnlijk gaat het hierbij om toevalligheden waar verder geen betekenis aan moet worden gehecht. Doen we dit echter wel, dat wil zeggen staan we wél bij deze schijnbaar betekenisloze gebeurtenissen stil en laten we deze op ons inwerken, dan kunnen zij ons op het spoor van een andere, ware werkelijkheid brengen. Het is hierom dat we in Mens&Wereld zo uitgebreid bij dergelijke ‘blunders’ hebben stilgestaan.
Ook in het geval van de kredietkrisis bleek van dergelijke ‘blunders’ sprake. Zo bleek de Fed, de Amerikaanse centrale bank, de rente tussen 2004 en 2006 drastisch te hebben verhoogd, waardoor de woonlasten voor mensen met een hypotheek met variabele rente in snel tempo toenamen. Dit nadat zij in de jaren daarvoor de rente eerst in sneltreinvaart tot een historisch laag niveau had doen dalen. Áls de Fed dit niet zou hebben gedaan, dat wil zeggen als zij de rente tussen 2001 en 2003 niet van 6 tot 1 procent had verlaagd, zou de housing bubble in de VS nooit zijn ontstaan. Met andere woorden: de huizenprijzen in de VS zouden dan nooit tot zulke astronomische hoogten zijn gestegen en er zouden nooit zoveel mensen met zulke hoge, in feite ondraaglijke hypotheeklasten zijn opgezadeld. Zodat nooit zo’n ernstige kredietkrisis had kunnen ontstaan als nu is gebeurd.’
Vervolgens gaat Ton Jansen in op de nadere bijzonderheden en dat doet hij, zoals steeds, goed gedocumenteerd. Vandaag verscheen dus de laatste aflevering, met als titel ‘Bezinning’. Hieruit wil ik ook een fragment aanhalen, namelijk het slot:
‘Waar het op aankomt is om werkelijk grondig van de feiten kennis te nemen, en deze vervolgens ook te overdenken, ons hier vragen bij te stellen en zelf op zoek te gaan naar ontbrekende stukjes van de puzzel. Alleen dan mogen we hopen ons een min of meer volledig beeld te kunnen vormen en tot een betrouwbaar oordeel te komen. Getuige de berichtgeving in de media schort het hier ook in het geval van de kredietkrisis in ernstige mate aan. De overdreven aandacht voor de ‘perverse’ bonussen is hiervan een duidelijk teken. Ook in deze zin roept de kredietkrisis ons dus op naar inzicht te streven.
Een heel bijzonder aspect hierbij vormt de rol van de zogeheten occulte westerse loges, waar in Mens&Wereld regelmatig over is gesproken. Alleen door ons werkelijk in het nieuws te verdiepen en hier grondig over na te denken, kunnen we ons een beeld van de werkzaamheid van deze geheime broederschappen vormen. En alleen dan zullen wij ook een tegenwicht aan hun invloed kunnen bieden. Want wat je niet kent, kun je ook niet beïnvloeden. En zolang wij de invloed van deze broederschappen niet onderkennen, zullen we er ook niets tegen kunnen ondernemen. In deze zin is het ook belangrijk om oog te krijgen voor de vele ‘blunders’, waar zowel de Amerikaanse als de Britse geschiedenis bol van staat. Want juist deze ogenschijnlijk betekenisloze ‘blunders’ kunnen ons op het spoor van de occulte loges brengen.
Ook in het geval van de kredietkrisis zitten deze machten beslist niet stil. De kredietkrisis kan voor ons een aansporing betekenen om wakker te worden voor de krachten achter de schermen, die het verloop van de geschiedenis in hoge mate bepalen. Dit kan alleen doordat wij ons inspannen om de werkelijkheid zelf te achterhalen. In alle andere gevallen zal men ons zand in de ogen blijven strooien en zijn wij ertoe veroordeeld verder te blijven slapen. Waarbij anderen voor ons de loop van het wereldgebeuren bepalen. Werkelijk mens-zijn wil echter zeggen: mede verantwoorde-lijkheid nemen voor de ontwikkeling van mens en wereld. Hier hebben wij met de artikelen in Mens&Wereld een bijdrage aan willen leveren. In dit opzicht is de kredietkrisis een uitgelezen kans.’
Dat zijn spannende onderwerpen: ‘occulte westerse loges’ en ‘geheime broederschappen’. Mij is bekend dat Rudolf Steiner daar verschillende keren over gesproken heeft. Helaas heb ik daar geen goed overzicht van (ik weet ook niet of dat bestaat), zodat ik ook geen duidelijk beeld van de context en daarmee de geldigheid heb. Hoe verantwoordt Steiner zijn uitspraken, van welke bronnen heeft hij in welke specifieke gevallen gebruik gemaakt? Wel weet ik dat de uitspraken die hij hierover heeft gedaan met heel wat auteurs op de loop zijn gegaan, waardoor die zich aan de meest wilde speculaties hebben bezondigd. Daartoe behoort Ton Jansen uitdrukkelijk niet. Maar toch vraag ik me af of hij deze ‘occulte loges’ en ‘geheime broederschappen’ eigenlijk wel nodig heeft. Volgens mij niet, zijn verhaal kan ook zonder. Hij documenteert zich niet voor niets zo goed. Waarom dan toch nog vasthouden aan zulke schimmige groeperingen, die waarschijnlijk alleen met uitspraken van Rudolf Steiner van een eeuw geleden zijn te verantwoorden?
Ik houd me graag aan het oordeel van de antroposoof en historicus Christoph Lindenberg (nu ik dit zo schrijf vraag ik me af of hij echt een historicus was, in ieder geval een geschiedenisleraar), die in een commentaar in het Duitstalige antroposofische maandblad ‘Die Drei’ in mei 1995, getiteld ‘Das Ende der Mächtigen’, over dit onderwerp schreef. Om te beginnen onderscheidt hij twee kenmerken van de tegenwoordige tijd:
‘Zwei wichtige Symptome kennzeichnen unsere Gegenwart. Das eine Symptom ist der rasante technische Fortschritt und seine wirtschaftliche Nutzung, das andere die Ohnmacht jener, die, an Spitzenpositionen stehend, eigentlich gestalten und führen sollten.’
Vervolgens gaat hij uitgebreid in op de ontwikkelingen die tot deze kenmerken hebben geleid. Om die te kunnen duiden, maakt hij verschil tussen het begrijpen met de verstandsziel en met de bewustzijnsziel, twee typisch antroposofische begrippen. Tot slot komt hij tot de volgende beschouwing:
‘Nun gibt es die Tendenz, bei der symptomatischen Betrachtung der Gegenwart, von den hier skizzierten Hauptproblemen abzulenken. Man wähnt, daß die oben skizzierten Probleme auf die besondere Bosheit kleiner geheimer Gruppen zurückgingen. Man hat im Laufe der Zeit die verschiedensten Gruppierungen für das Unheil in der Welt verantwortlich gemacht. Mal waren es die Bilderberger, mal das Council on Foreign Relations, mal die Trilateralen und dann wieder eine jüdische Loge oder die Logen ganz im Allgemeinen. Zumeist sollen es angeblich irgendwelche bösen Amerikaner sein. Manchmal auch hinter den Kulissen der Weltgeschichte operierenden Tibeter. Bei den Nazis war es die »jüdisch-freimaurerische Weltverschwörung«.
Nun ist es ganz sicher, daß es Gruppierungen gibt, die sich über die Weltlage, die Weltpolitik und wünschbare Verhältnisse Gedanken machen. Es ist nämlich keineswegs besonders vernünftig, sich – wie es mancherorts üblich ist – überhaupt keine Gedanken zu machen. Man kann auch Pläne machen und versuchen, sein Handeln dementsprechend einzurichten. Das tun sicher die verschiedensten Gruppen. Die Frage ist nur, ob und wieweit sie unter den heutigen Umständen mit ihren Plänen durchkommen, wie weit sie sich untereinander behindern und ob sie überhaupt zu den treffenden Mitteln greifen oder greifen können.
Diese Vorgänge müssen durch empirische Forschung nachgewiesen werden. In jedem Falle aber muß der, der von solchen Dingen redet, irgendwie aufzeigen, daß und in welchem Sinne Maßnahmen getroffen werden. Es ist sinnlos, nur allgemeine Verdächtigungen zu verbreiten oder Geschichten zu erzählen, die nicht stimmen und auf den Wellen des allgemeinen Antiamerikanismus zu schwimmen. Eine vor Jahren beliebte These der Theoretiker der Weltverschwörung war es, die russische Revolution auf die Machinationen westlicher Geheimpolitik zurückzuführen. Man hätte, so wurde erzählt, im Jahre 1917 die russische Revolution mit Dollar-Millionen finanziert. Ging man den Behauptungen im einzelnen nach, so stimmte nichts, und ganz offensichtlich spekulierten jene, die solche Geschichten in Umlauf brachten, auf das historische Nichtwissen ihrer Leser. Bekanntlich wurde Lenin nicht von US-Agenten, sondern durch Ludendorff nach Rußland eingeschleust und mit Mitteln versehen. Auch Hitler und das, was er an Folgen angerichtet hat, ist nicht unbedingt in den USA erfunden worden. Auch am Anfang des Kalten Krieges steht ein Ereignis, das nicht von Menschen geplant war: der Tod F. D. Roosevelts, der Stalin wohlwollte, und der Übergang zur Präsidentschaft Harry Trumans, der entschlossen war, den einseitigen Maßnahmen der Sowjets in Osteuropa entgegenzutreten.
Damit wird nicht geleugnet, daß die USA in Grenada und im Irak formell, sowie in manchen Staaten Lateinamerikas informell in die Weltgeschichte eingegriffen haben. Aber man muß auch sehen, daß sie nicht verhindern konnten, daß Mao ein kommunistisches China einrichtete, daß auf Kuba sich Fidel Castro einige Jahrzehnte an der Macht halten konnte, daß sie den Vietnam-Krieg verloren und daß sie heute weniger als vor vierzig Jahren in der Lage sind, eine Weltherrschaft auszuüben.
Vor allen Dingen ist aber zu berücksichtigen, daß bestimmte mehr oder weniger im Hintergrund agierende Gruppierungen an Einfluß verloren haben. Schon 1924 bemerkte Rudolf Steiner zu dem Geschichtslehrer der Stuttgarter Waldorfschule W J. Stein, nachdem im Januar das Kabinett MacDonald gebildet worden war: Haben Sie gesehen, daß die Logen ihre Macht verloren haben? – Heute ist der früher wichtige Jesuitenorden – dem manches zugeschrieben wurde – nur noch ein Schatten seiner selbst, und das angeblich so mächtige Opus Dei kann die Machterosion in der römischen Kirche nicht aufhalten. Kurzum: die heute wahrnehmbaren Symptome deuten keineswegs auf einen exorbitanten politischen oder wirtschaftlichen Einfluß bewußt agierender Geheimgesellschaften. Von einem großen Einfluß des Westens, der aber nicht auf irgendwelche okkulten Machenschaften zurückzuführen ist, muß man jedoch auf anderen Gebieten sprechen: in der Medien-Industrie und in den Wissenschaften. Darüber in einem späteren Kommentar.’
Volgens mij is dat ook wat Ton Jansen in wezen doet: zo zuiver mogelijk symptomatologie bedrijven. Ik geloof niet dat hij daarbij ‘irgendwelche okkulten Machenschaften’ nodig heeft. Of hij zou die werkelijk moeten kunnen aantonen, dan heeft het ook zin om ze op te voeren, met naam en toenaam.
10 opmerkingen:
In zijn artikel Obama deel 3 betrok Tom Jansen ook Skulls & Bones bij zijn bespiegelingen en analyses. Denk dat hij het voor heel wezenlijk houdt dat hij door diepgaande maatschappij-analyses met sociale driegeleding voor ogen, tevens ook een beeld ontwikkelt of probeert te ontwikkelen van de werkzaamheid van geheime genootschappen in samenlevingen. Dat laatst genoemde kennisobject dus niet als een doel op zichzelf, dat wil zeggen aangesneden uit sensatiezucht en / of interessant doenerij, maar gewoon omdat het een belangrijk onderdeel van de totale werkelijkheid vormt. Voor totaalbeelden en belangrijke 'details' en werkelijk scheiden van kaf en koren is een symptomatologische aanpak inderdaad nodig.
Wat Steiner betreft: kan met name zijn voordrachtencycli Das Karma der Unwahrhaftigkeit, deel 1 en deel 2 (GA 173 en 174) zeker wel waarderen. Ze bevatten ook de nodige nuttige voetnoten. Hij sprak (in feite) nooit enkel over geheime genootschappen, maar verbond dat eigenlijk altijd aan de menselijke natuur, die goed en kwaad in en aan zich draagt; dus verder doorgevoerde menskunde op geesteswetenschappelijk basis. Levend in onze moderne tijd, (bewustzijnsziele-cultuur), waarin het zaak is om zelfkennis en wereldkennis op een goede manier aan elkaar te paren, en het raadsel van goed en kwaad nader te leren kennen en te leren hanteren.
Mij trof de afgelopen week ook een nieuwsbericht over een moord op een man die zowel pedofiel als satanist was (ook samen met andere mensen een satanistische partij in Nederland wou oprichten): 'Moordenaar wilde misbruikte kinderen redden'. Daarbij viel ook zijn reëele strijd met een fanatiek en geducht tegenkamp in het oog: Stop kindersex. Satanisten, zijn ze veel onschuldiger dan de naam doet vermoeden; eigenlijk vaak slechts hedonistisch ingestelde atheïsten en / of anti-kerkelijken, zoals bijvoorbeeld een oprichter als Anton Szandor LaVey of zijn volgelingen in interviews suggereerden / suggereren? Zo ja of zo nee, weten zij wel goed waar ze mee bezig zijn? Dat soort vragen leg ik mezelf voor als ik nieuwsberichten tegenkom zoals eerder van de week en daaraan gerelateerde websites. Het doet zich voor en dan kun je niet je hoofd omdraaien. Ook niet 'na Steiners tijd'.
Stefan Leber hield zich ook met dit soort kwesties bezig, zie zijn:
Scharzmagisches Sektierentum und geistige Verführung - Neue Versuche, Anthroposophie und waldorfschulen zu diskreditieren.
In de cyclus "Onder veranderende tijdsomstandigheden" had Steiner het over nieuwe occulte maatschappelijke verschijnselen die het hoofd geboden moesten worden en die in verband staan met techniek, geneeskunde en geboorteregeling. Dit ook met geografische aanduidingen. Misschien bevatte dat (deels) ook zijn latere commentaar waarover hij repte naar J.W Stein.
Hij lijkt me hier niet zozeer of niet alleen te gaan om een begrijpen van antroposofische mededelingen met de verstands- en gemoedsziel of de bewustzijnsziel, maar juist ook om concrete occulte inwerkingen op die twee zieleniveau's en daaraan verbonden culturen en cultiveringen.
Correctie: 'Hij' uit tweede alinea moet zijn 'Het'.
Wat het laatste tekstcitaat van Christoph Lindenberg aangaat, welke uitspraak richting W.J. Stein is daarbij van Steiner(?), alleen deze(?): "Haben Sie gesehen, daß die Logen ihre Macht verloren haben?". (En in welk boekwerk of geschrift staat dit opgetekend; bron?)
Het tekstdeel waarin over Opus Dei gesproken wordt kan niet van Steiner stammen, omdat dit genootschap pas in 1928 opgericht werd.
Overigens merkte Steiner eens over de macht van de Jezuïtenorde en de katholieke kerk en de (westerse) vrijmetselaars en dergelijke respectievelijk verbonden waren aan het vierde en vijfde cultuurtijdperk. Daar heeft hij natuurlijk nog veel meer over opgemerkt, maar dat doet nu niet ter zake.
Dan nog even wat anders. Je hebt ook de zogeheten openbare geheimen. Onder andere Goethe nam deze term reeds in de mond.
Dat betrok hij niet alleen op de natuur en natuurfenomenen, maar zag hij breder. Een citaat.
Goethe:"Er zijn zoveel openbare geheimen, omdat het gevoel ervan bij weinigen bewust wordt en deze weinigen dan, uit vrees zichzelf en andere te schaden, een innerlijk licht op deze zaken niet tot uitdrukking brengen."En zo is het precies. Denk bijvoorbeeld ook eens aan klokkenluiders tegenwoordig: Klokkenluiders en verklikkers.
Tenslotte: staat Stefan Leber binnen zekere antroposofische kringen (welke?) ook te boek als iemand die aan de haal gaat / ging met Steiner uiteenzettingen over witte en zwarte magie en occulte genootschappen?
Ken geen Duitse antroposofische 'scenes' (staat netjes in de van Dale: 'geheel van personen en zaken die een bepaalde subcultuur, trend vertegenwoordigen'), vandaar mijn vraag. Zou ook niet weten wat tegenwoordig als 'mainstream' zou kunnen gelden in de antroposofische wereld.
Nog even wat over Steiners cyclus "Onder veranderde tijdsomstandigheden", Die soziale Grundforderung unserer Zeit - In geänderte Zeitlage (GA 186 - 1918), waarin hij rept over mechanisch occultisme, hygiënisch occultisme en eugenetisch occultisme. Deze cyclus is ook in pocket formaat uitgebracht.
Dit hangt samen met een (mogelijk) wordende werkelijkheid, wat als zodanig onder de openbare geheimen (publieke geheimen) valt. In dit verband ook een kijktip, VPRO, Tegenlicht, 11-5-2009: De evolutie revolutie. De bekende Nederlandse biochemicus en bioloog Piet Borst schreef enige tijd geleden een interessant artikel over eugenitca aan de hand van een boekbespreking van een in 2007 verschenen boek van John Harris, de man die in de VPRO uitzending van 11 mei aanstaande aan het woord zal komen. Hier het artikel van Borst: Mensverbetering. In 2002 besteedde de VPRO reeds aandacht aan de (nakende) biotechnische revolutie met een TV uitzending die nog altijd op internet te bekijken valt: Übermensch - De toekomst van de mens volgens Lee Silver.
De antroposoof Ben van Tilborg, spreker op de internationale conferentie Wiskunde en Antroposofie, één dezer weken ook een voordracht houdend bij de Rotterdamse afdeling van de antroposofische vereniging, heeft een speciale webpagina gewijd aan mechanisch occultisme: Speuren naar vrije energie en het mechanisch occultisme.
Rest me om ook mijn waardering uit te spreken voor het waardevolle veldwerk van Stefan Leber aangereikt in zijn eerder genoemde artikel.
Hoewel er veel te zeggen is over die woorden van de heer Christoph Lindenberg, voel ik mij genoodzaakt op een enkele onjuistheid in zijn betoog te wijzen. Lindenberg ontkent de betrokkenheid van het westen bij de totstandkoming van de bolsjewistische revolutie en suggereert dat enkel Duitsland in de persoon van Ludendorf financieel betrokken is geweest. Hierbij neemt hij stelling tegen Rudolf Steiner die in tal van voordrachten gewezen heeft op op het bolsjewisme als 'westers experiment' Dit kan van een historicus van het kaliber Lindenberg niet onbewust zijn geweest en schaar daarom de heer Lindenberg tot de categorie Anthroposofen die in werkelijkheid Steiners sociale impuls ten gronde richten. Dit is ook een symptomatologische illustratie!
16 mei 2009 Fredie de Mooy
In de schoolboeken van de USSR was opgenomen dat de Lenin de leningen die hij van Wall Street toegekend had gekregen, ter financiering van de revolutie, later keurig door de USSR zijn terugbetaald, inclusief de afgesproken rente. Lenin was daar in het bijzonder trots op. Dit is dus niet alleen bij Anthony Sutton te lezen maar ook in oude USSR schoolboeken. Bron: een artikel uit het tijdschrift Das Goetheanum.
Er is geen enkele reden om daarom kritisch te zijn in de richting van onze antroposofische vriend Christoph Lindenberg.
Een reactie posten