Bedoeld is: antroposofie in de media. Maar ook: in de persbak van de wijngaard, met voeten getreden. Want antroposofie verwacht uitgewrongen te worden om tot haar werkelijke vrucht door te dringen. Deze weblog proeft de in de media verschijnende antroposofie op haar, veelal heerlijke, smaak, maar laat problemen en controverses niet onbesproken.

maandag 30 november 2009

Snoepreisje

De laatste dag van november vandaag. Bijna een jaar geleden, op 18 december 2008 in ‘Zon’, schreef ik over het blad van Zonnehuizen met deze naam, waarvan de eerste zes nummers op de website waren geplaatst. Ik memoreerde daarbij dat in nr. 6 van juli 2008 een interview met Joop Hoekman was afgedrukt, getiteld ‘Een buitenstaander binnen’:

‘Joop Hoekman is onlangs bij Zonnehuizen in dienst getreden om er het Centrum voor Kennis en Expertise op te richten. Van huis uit orthopedagoog werkte Joop aan de Rijksuniversiteit Leiden en voor de Gemiva-SVG Groep. Een gesprek over verwondering, vruchtbare verbindingen en vermeerdering van kennis.’

Inmiddels staan er al tien nummers van Zon op de website, de laatste van november 2009 (er komen er drie per jaar uit). Daarin vinden we een bevestiging van een eerder bericht hier op deze weblog, namelijk op 11 september in ‘Mannelijk’. Op bladzijde 24 staat over de ‘Nieuwe bestuurlijke structuur Zonnehuizen’:

‘De Raad van Toezicht van Zonnehuizen heeft een nieuwe bestuurlijke structuur ingevoerd, waarmee de Raad van Bestuur wordt omgevormd van een tweehoofdig tot een eenhoofdig bestuursorgaan. Als gevolg daarvan heeft Yvon ten Brummelhuis, lid van de Raad van Bestuur, in goed overleg haar werkzaamheden per 1 oktober neergelegd. De Raad van Bestuur wordt vanaf die datum gevormd door Frans Broekhuizen. In het communiqué dat de Raad van Toezicht naar aanleiding van deze verandering heeft doen uitgaan, spreekt zij dank en waardering uit voor de inzet en inbreng die Yvon ten Brummelhuis als bestuurder heeft getoond. Zowel voor, tijdens als na de fusies tussen Zonnehuizen Kind en Jeugd, Bronlaak-Heimdal, Elivagar en de BellisGroep. De continuïteit en de slagkracht van de betrokken instellingen, aldus de Raad van Toezicht, werden hierdoor vergroot.’

Voor ons niets nieuws, want dit wisten we dus al. Overigens zijn op de website van Zonnehuizen onder ‘Nieuws’ ook de powerpoint presentaties opgenomen van het afscheidssymposium van Yvon ten Brummelhuis:

‘Ter gelegenheid van het afscheid van mevrouw drs. Yvon J.M. ten Brummelhuis MSM als bestuurder van Zonnehuizen vond op 14-10-09 een symposium plaats op woon-werkgemeenschap Bronlaak in Oploo. De presentaties die bij dit symposium zijn gebruikt, vindt u hieronder:

Arthur Modderkolk, oud-bestuurder De Open Ankh [dit blijkt niet te kloppen; De Digitale Verbreding nr. 12 van de NVAZ leert dat hij Algemeen Secretaris was, MG], toezichthouder bij diverse maatschappelijke instellingen: Maatschappelijk ondernemen in antroposofisch perspectief.

Joop Hoekman, hoofd Centrum voor Kennis- en Expertiseontwikkeling Zonnehuizen: Sociaaltherapie en vernieuwingen in de gehandicaptenzorg.

Henk Blenkers, stafmedewerker identiteitsontwikkeling Zonnehuizen: “Gak, gak...waar ben je?”, Emancipatie van de sociaaltherapie.’

Diezelfde Joop Hoekman treedt – na vorig jaar juli – opnieuw op in Zon nr. 10, op de bladzijden 16 tot en met 18, in het artikel ‘Verwetenschappelijking antroposofische zorg. Weg met het hocus pocus imago’:

‘Beeldvorming kan hardnekkig zijn, maar een kentering is merkbaar. Artsen en gedragskundigen van Zonnehuizen nemen regelmatig deel aan congressen in binnen- en buitenland om hun kennis te delen met anderen. “Antroposofische zorg is geen hocus pocus met aardstralen. Iedereen mag weten dat er niets geheimzinnigs is aan wat we doen.”

Pak een extreem lastig kind, waarmee niets te beginnen valt, bij kop en kont en gooi het over de schutting bij Zonnehuizen. “Die antroposofen gebruiken de meest bizarre therapieën, maar je weet wel zeker dat hij daar goed zit.” Bij zijn vorige werkgever, een reguliere instelling voor verstandelijk gehandicapten, hoorde orthopedagoog dr. Joop Hoekman dat soort opmerkingen regelmatig. Hoekman is sinds een jaar hoofd van het kennis- en expertisecentrum van Zonnehuizen. “De buitenwereld heeft geen idee wat we precies doen”, zegt hij. “Doodzonde.” De intensieve persoonlijke aandacht voor cliënten, de grote betrokkenheid van medewerkers, de bijzondere therapieën: allemaal zaken die Zonnehuizen een bijzondere plek geven in de wereld van de GGZ en de gehandicaptenzorg. Hoekman: “Onze zorg is uniek, maar er is niets geheimzinnigs aan.” Hij wijst naar de woning tegenover zijn werkkamer. “Daar wonen zeven ernstig gedragsgestoorde jongeren, die overal zijn mislukt. Hier mogen ze zichzelf zijn. Onze benadering werkt, ik zie ze gewoon opbloeien. Maar wat precies de kantelfactor is waardoor het hier wel goed met ze gaat, weten we niet. Dat moeten we veel beter in kaart brengen.”

Deuren open

Het hocus pocus imago dat nog steeds kleeft aan antroposofisch geïnspireerde zorg moet de wereld uit, vindt Hoekman. Daarom stimuleert hij medewerkers van Zonnehuizen veel meer onderzoek te doen naar het effect van behandelingen. Zodat ze hun werkwijze wetenschappelijk kunnen onderbouwen en behandelingen kunnen verbeteren. Dat is niet het enige. De deuren van Zonnehuizen moeten wagenwijd open. Artsen, gedragskundigen en therapeuten moeten de boer op om resultaten die al wel bekend zijn te presenteren. Niet alleen aan vakgenoten die het antroposofische gedachtegoed aanhangen, maar juist ook aan de rest van de wereld. “We moeten laten zien dat ons werk de toets van de wetenschappelijke kritiek kan doorstaan”, zegt Hoekman.

Daarom gaan artsen en gedragskundigen van Zonnehuizen steeds vaker naar wetenschappelijke congressen. Vaak vinden die plaats in het buitenland. Behandelaren uit andere instellingen kunnen volgens Hoekman veel leren van Zonnehuizen. Hoekman:”Er komt steeds meer aandacht voor de wisselwerking tussen lichaam en geest. Wij hebben een lange traditie om die twee te integreren in behandelingen. Bovendien opereren we onder meer op het snijvlak van psychiatrie en verstandelijk gehandicaptenzorg. Er is grote behoefte aan expertise op dat terrein.”

Vruchtbare samenwerking

Wat kost zo’n reisje naar het buitenland eigenlijk? Hoekman: “Een bezoek aan een congres kost gemiddeld € 2.000, inclusief reis en overnachtingen. Meestal vragen we daarvoor extern subsidie aan.” Snoepreisjes naar het buitenland? Daar wil hij niets van weten. “Deelnemen aan een congres en presentaties geven is hard werken, vaak ook in het weekend. Het uiteindelijke doel van iedere reis is dat de kwaliteit van onze zorg verbetert. De praktijk leert: als je kennis aanbiedt, krijg je er ook kennis voor terug.” Dat gebeurt op allerlei manieren, vertelt hij.

“Vakgenoten stellen kritische vragen, die je onderzoek verder helpen. Of je ontmoet mensen die met hetzelfde onderwerp bezig zijn. Daar kan vruchtbare samenwerking uit ontstaan.” Een enkele keer zelfs heel dicht bij huis. Hoekman ontdekte ooit op een buitenlands congres dat een pedagoog uit Eindhoven precies hetzelfde onderzoek deed als hij. “Uiteindelijk is dat een succesvol gezamenlijk project geworden. Raar natuurlijk dat je daar in het buitenland achterkomt. Helaas is kennis uitwisselen nog lang niet vanzelfsprekend in de Nederlandse psychiatrie en gehandicaptenzorg.”

Congressen als kennisbeurzen

Martin Niemeijer, arts (AVG) bij Zonnehuizen Kind en Jeugd, bezocht vorig jaar het wereldcongres voor zorg aan mensen met een verstandelijke beperking in Kaapstad, Zuid-Afrika. Niemeijer: “Ik heb een vragenlijst gepresenteerd om de gezondheid van kinderen met ontwikkelingsproblemen en -stoornissen te meten. Mijn vragenlijst is erop gebaseerd ontwikkelingsproblemen en stoornissen te zien als verstoring van het evenwicht en meet niet alleen de lichamelijke gezondheid maar ook het psychische welbevinden. De lijst maakt deel uit van het instrumentarium voor effectmeting van de behandeling in Zonnehuizen. Zo’n brede benadering van gezondheid is typisch voor de antroposofische zorg. Binnen de reguliere zorg krijgt die benadering ook steeds meer aanhang, maar er zijn nog weinig instrumenten voor diagnostiek en om het effect van behandeling te meten. Zeker niet als het gaat om kinderen met ontwikkelingsstoornissen al dan niet met een verstandelijke beperking. Of ik zelf ook nog iets aan het congres gehad heb? Jazeker: ik heb inspirerende mensen ontmoet en kreeg zinnige vragen over mijn vragenlijst. Die stimuleren me om mijn onderzoek aan te scherpen.”

Dr. Liesbeth Sjoukes, arts (AVG) bij Aventurijn, ging naar hetzelfde congres in Kaapstad. “Ik heb een rondetafelconferentie georganiseerd over slechtziendheid bij verstandelijk gehandicapten. Op dat onderwerp ben ik onlangs gepromoveerd. Ook presenteerde ik een onderzoek naar het effect van de psychiatrische behandeling. We gebruikten daarvoor een vragenlijst om psychische klachten te meten bij verstandelijk gehandicapten. Zo’n vragenlijst is hard nodig: psychiatrische problemen zijn bij verstandelijk gehandicapten moeilijk te herkennen. Vaak kunnen ze niet praten, dus je moet aan het gedrag zien wat er aan de hand is. Ze reageren ook anders: iemand die manisch-depressief is, gaat bijvoorbeeld plotseling gevaarlijk gedrag vertonen. Er was veel belangstelling voor beide onderzoeken: er is heel weinig geld voor onderzoek naar verstandelijk gehandicapten, dus artsen willen heel graag kennis uitwisselen. Zelf heb ik ook veel opgestoken. Ik heb artsen ontmoet van wie ik regelmatig artikelen lees in de vakbladen. Op zo’n congres lopen alle grootheden rond. Nu is het veel makkelijker om ze te bellen of te mailen als ik iets wil vragen.”

Gedragstherapeuten drs. Leony Coppens, GZ-psycholoog en drs. Carina van Kregten, GZ-psycholoog gaan dit najaar naar een conferentie van een toonaangevend instituut voor onderzoek naar vroegkinderlijke trauma’s in de Verenigde Staten.
Leony Coppens: “Bij Zonnehuizen hebben we veel ervaring met het behandelen van kinderen die op jonge leeftijd getraumatiseerd zijn. Naast reguliere behandelvormen gebruiken we ook antroposofische therapieën als ritmische massage, euritmietherapie en speltherapie. Onze ervaring is dat die therapieën een belangrijke meerwaarde hebben. Dat sluit nauw aan bij de theorie van Bruce Perry, een beroemde kinderpsychiater in de Verenigde Staten. Op het congres worden we aan hem voorgesteld. Wij willen wetenschappelijk onderzoek gaan doen naar onze behandelmethode en daarom is het heel nuttig met hem en andere experts op het gebied van vroegkinderlijke traumatisering in contact te komen. Bruce Perry heeft ons al laten weten dat hij geïnteresseerd is in onze plannen.”’

Vroeger ging je naar conferenties in Dornach, in het Goetheanum, het internationaal centrum van de antroposofische beweging in Zwitserland. Maar je kunt natuurlijk ook naar andere congressen gaan.

Nog één ding vandaag, een niet onbelangrijk ding, dat een beetje in het verlengde van het voorgaande ligt. Vandaag kwam ik in het bezit van de ‘Nieuwsbrief Stichting Behandelcentrum (Polikliniek) voor Integratieve Geneeskunde, No 4’, gedateerd ‘Driebergen, 26 november 2009’ en ondertekend door ‘Max Rutgers van Rozenburg, bestuurder’. Op deze weblog heb ik eerder nieuwsbrieven van Max Rutgers gepresenteerd, maar die waren in het kader van het Lievegoedfonds. Bijvoorbeeld op 30 september in ‘Netwerkuniversiteit’ (overigens zijn alle nieuwsbrieven betreffende deze netwerkuniversiteit inmiddels op de website van het Lievegoedfonds geplaatst). Rutgers van Rozenburg had er geen probleem mee dat ik dat deed. En hetzelfde geldt nu ook voor deze nieuwsbrief van een heel andere organisatie. Hij is daarvoor niet genoeg te prijzen, wat ik bij deze graag doe. Aangezien er belangwekkend nieuws in de nieuwsbrief staat, laat ik deze hier integraal volgen:

‘Graag houd ik u met deze periodieke Nieuwbrief op de hoogte van de ontwikkelingen van het Behandelcentrum voor Integratieve Geneeskunde.

Het algemene beeld van het initiatief is dat het gestaag vordert. Tevoren wisten wij dat er heel wat hobbels genomen moesten worden en dat de totstandkoming geruime tijd in beslag zou nemen. Maar omdat er met deskundige mensen – in een goede en zakelijke sfeer, met een vaste wil en met een gemeenschappelijk ideaal voor ogen – aan de totstandkoming wordt gewerkt, denken wij dat wij het voor elkaar zullen krijgen.
Hieronder vertel ik u wat meer, gerubriceerd in een paar hoofdstukjes.

1. Behandelprogramma’s, zorgverzekeraars en de pilot

Kort vóór de periode dat onze vorige Nieuwsbrief verscheen, medio juli, had zich de dragende groep artsen* definitief gevormd, een essentieel moment voor de fase waarin het initiatief toen verkeerde. Deze groep van vier heeft in de zomermaanden op voortvarende wijze en in goed overleg met een drietal collega-artsen** voor de gekozen doelgroepen behandelprogramma’s ontwikkeld. Dus: voor patiënten met 1) chronische buikklachten, 2) patiënten met chronische klachten aan het bewegingsapparaat en, in een latere fase, ook voor 3) kankerpatiënten. De behandelprogramma’s zijn vervolgens doorgerekend in de begrotingen van de beoogde pilot en voor de aansluitende situatie wanneer het behandelcentrum – na positieve uitkomsten van de pilot – definitief zal zijn opgericht.

In de afgelopen maanden is het, zoals te verwachten viel, lastig gebleken om de plannen d.m.v. de DBC-standaards van de zorgverzekeraars gefinancierd te krijgen. Dit speelt temeer waar wij vanzelfsprekend nog niet op concrete behandelingsresultaten kunnen bogen. Omdat in dit taaie proces nu toch schot lijkt te komen wordt momenteel nog steeds gerekend met een start van de pilot per 1 mei 2010.

2. Organisatie en samenwerking

Het is goed om nog eens de formele positie van het behandelcentrum te beschrijven. Het inititatief om tot een polikliniek voor integratieve geneeskunde te komen is voortgekomen uit gesprekken van het bestuur van de Lievegoed Zorggroep met Karel Jan Tusenius. Max Rutgers werd in 2008 door Hanno Niemeijer gevraagd om op basis van het eerder opgestelde businessplan leiding te geven aan het proces van totstandkoming.

Het zou een zelfstandige polikliniek moeten worden en andere zorgaanbieders of belanghebbenden zouden uitdrukkelijk worden uitgenodigd tezijnertijd financieel deel te nemen in de instelling. Sinds 2008 is de financiering van de initiële fase met royale hulp van een viertal fondsen rondgekomen, is kort daarna (maart 2009) de “Stichting Behandelcentrum voor Integratieve Geneeskunde opgericht” en werd in juli 2009 cf. de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi) “toelating” van WVS verkregen.

3. Samenwerking

Zonder samenwerking en actieve hulp van “derden” is het oprichten van een instelling die complementaire vormen van zorg aanbiedt lastig. Bij initiatiefnemer Lievegoed Zorggroep bestaat de mogelijkheid gebruik te maken van bestaande ruimtes en van de goede relatie die met de zorgverzekeraar is opgebouwd. Daarnaast wordt – met behoud van eigen identiteit en aanbod – momenteel ook de samenwerking onderzocht met een bestaand gezondheidscentrum in de regio. Als uit dit onderzoek blijkt dat de twee visies en missies goed op elkaar aansluiten, de behandelingen “logistiek” gunstig te combineren zijn en elkaar goed aanvullen, en er in zakelijk opzicht een win-win-situatie ontstaat, dan geeft dit een push in de goede richting. Dan komt de laatste fase voor de start in zicht: de praktische uitwerking, het bekendmaken van de plannen en het in contact treden met “de markt”.

* Internist Karel Jan Tusenius, reumatoloog Johan Ehrlich, de consultatief artsen Corinne Merkens en René Slot. De laatste is directeur van de Praktijk voor Antroposofische, Complementaire en Preventieve geneeskunde te Deventer.

** De drie andere artsen zijn Eef Jansen, antroposofisch arts-acupuncturist, Marieke Krans, arts, en Louise Roosch, psychiater. Beide laatsten zijn werkzaam bij de Lievegoed Zorggroep.’

Geen opmerkingen:

Labels

Over mij

Mijn foto
(Hilversum, 1960) – – Vanaf 2016 hoofdredacteur van ‘Motief, antroposofie in Nederland’, uitgave van de Antroposofische Vereniging in Nederland (redacteur 1999-2005 en 2014-2015) – – Vanaf 2016 redacteur van Antroposofie Magazine – – Vanaf 2007 redacteur van de Stichting Rudolf Steiner Vertalingen, die de Werken en voordrachten van Rudolf Steiner in het Nederlands uitgeeft – – 2012-2014 bestuurslid van de Antroposofische Vereniging in Nederland – – 2009-2013 redacteur van ‘De Digitale Verbreding’, het door de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders (NVAZ) uitgegeven online tijdschrift – – 2010-2012 lid hoofdredactie van ‘Stroom’, het kwartaaltijdschrift van Antroposana, de landelijke patiëntenvereniging voor antroposofische gezondheidszorg – – 1995-2006 redacteur van het ‘Tijdschrift voor Antroposofische Geneeskunst’ – – 1989-2001 redacteur van ‘de Sampo’, het tijdschrift voor heilpedagogie en sociaaltherapie, uitgegeven door het Heilpedagogisch Verbond

Mijn Facebookpagina

Translate

Volgers

Totaal aantal pageviews vanaf juni 2009

Populairste berichten van de afgelopen maand

Blogarchief

Verwante en aan te raden blogs en websites

Zoeken in deze weblog

Laatste reacties

Get this Recent Comments Widget
End of code

Gezamenlijke antroposofische agenda (in samenwerking met AntroVista)