‘“Inzicht in het mysterie van Golgotha, dat is nogal wat”, zei de schilder Benno Sloots over deze titel, op het moment dat ik zijn vijf ontwerpen voor de buitenkant van het boek mocht zien. In deze Nieuwsbrief zijn de vijf ontwerpen afgebeeld, waaruit er één gekozen is voor de omslag van het boek. Om zich goed te kunnen inleven heeft Benno zich de vertaalde voordrachten per e-mail laten toezenden. “Je moet kunnen aanvoelen waar je ontwerp over gaat”, voegde hij eraan toe.
Vanaf het begin van de Rudolf Steiner Vertalingen haalde Benno daaruit inspiratie voor zijn werk. Antroposofie is voor hem een levend fluïdum, een opstandingsmysterie dat overal te vinden is. Kleur wordt geboren uit het licht, maar niet minder uit het donker. Dit alles speelt mee in zijn ontwerpen voor de omslag van dit nieuwste deel, waarbij opnieuw de vraag is in hoeverre de kleur haar straling behoudt in de doodsprocessen van digitalisering en drukwerk. Toegegeven, door dit soort doodsprocessen wordt ons hele leven aangetast. Geschilderd mist de kleur de straling van het visioen waaruit zij geboren is. Op een instrument gespeeld klinkt een toon altijd minder zuiver dan zij innerlijk gehoord werd. Een goedbedoelde bijdrage aan een gesprek kan verkeerd vallen, waardoor iemand zich gekwetst voelt. Dromen worden dood geredeneerd. Telkens is er weer de dood, die ons in ons hele leven aantast.
Opstandingskrachten, waar zijn die nog te vinden? Met het licht van jouw ogen ... zegen mij, was het antwoord van Jan van Kilsdonk, de bekende studentenpastor. Hij wilde daarmee verwijzen naar het wonderlijke gegeven dat het goddelijke niet zozeer boven de mens of in de mens – transcendent of immanent – gegeven is, maar dat het tussen mensen tot leven kan komen. Als je de glans in de ogen van een ander ziet; of als je een hartelijk woord opvangt. Wij hebben hier op aarde niet zo veel tijd met elkaar; niet zo heel veel tijd om in het tijdelijke gebeuren de glans van het eeuwige op te vangen.
Zelf besef ik misschien te weinig de eindigheid van ons bestaan, waardoor ik er soms langs heen leef. Dat besefte ik bij mijn bezoek aan Benno. Ik weet dat hij bestralingen heeft moeten ondergaan maar wat ik aantrof was iets anders. Een mens die sterke genezende krachten en warme interesse uitstraalt; hij vroeg naar mij, naar onze kinderen, hij toonde zich diep dankbaar voor alle hulp bij de ontruiming van zijn atelier. Zijn kinderen hebben zijn tuinhuisje geïsoleerd en omgetoverd tot een klein atelier voor schilderen op glas, als spel van licht en kleur.
Hij vertelt over zijn betrokkenheid bij de mensen in zijn omgeving; onder andere over de activiteiten van de Limburgse Kunstkring, die hij heeft weten te interesseren voor het thema Metamorfose, met het oog op een gezamenlijke tentoonstelling. Indrukwekkend, hoe deze kunstenaar blijk geeft te leven vanuit dit werkthema. De mysterieuze titel van bovengenoemd boek metamorfoseert zich bij hem tot gezondmakende kracht in de diepste zin, warme woorden, lichtende ogen, een levenscheppende werking, gewoon heel praktisch: opstandingskrachten.
Ik wens u toe dat de omslagontwerpen van Benno u kunnen inspireren, en dat u de dode tekst van het boek al lezende tot leven kunt wekken, ondanks de drukte van alledag. Moge dit in het licht van uw ogen en de warmte van uw woord worden waargenomen.
Namens het bestuur, Michiel ter Horst, voorzitter’
Van Benno Sloots verscheen bij Uitgeverij Christofoor in 2002, ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag, het boek ‘Voorbij het woord’. Over de kunstenaar wordt vermeld:
‘Benno Sloots werd, als zesde kind van in totaal acht kinderen, geboren op 4 oktober 1932 in Etten-Leur. Benno heeft een religieuze achtergrond. Hij wilde aanvankelijk priester worden, maar zijn lot voerde hem naar de ambachtsschool, waar hij het vak van huisschilder leerde. Via de studie lagere acte tekenen werd hem de mogelijkheid geboden om over te stappen op de Kunstacademie Sint Joost in Breda, waar hij in 1955 zijn diploma behaalde. Hij was ongeveer tien jaar werkzaam als graficus in de reclamesector in Amsterdam. In 1971 maakte hij de overstap naar het onderwijs, gaf teken- en schilderlessen, eerst op een mavo, daarna aan de bovenbouw van een Vrije School, de Amsterdamse Geert Groote School. Intussen volgde hij zelf lessen bij onder andere Margaretha Hauschka, Beppe Assenza en Gerard Wendland. In 1972 hield hij een eerste tentoonstelling van zijn eigen werk in Amsterdam. In 1981 verhuisde hij naar Driebergen, waar hij volwassenencursussen gaf en tot 1997 werkzaam was bij de Werkgroep Kunsten. Hij sloot zich in 1982 aan bij de musische kunstenaarsgroep Elckerlyc en werkte mee aan hun jaarlijkse theaterproducties, telkens rond een ander thema. Momenteel is hij werkzaam als uitvoerend kunstenaar. Regelmatig houdt hij overal in het land tentoonstellingen, soms ook in het buitenland.’
En over het boek zelf, met als ondertitel ‘In de kleurenwereld van Benno Sloots’:
‘Dit boek over het werk van beeldend kunstenaar Benno Sloots verschijnt in een gelimiteerde oplage ter gelegenheid van de 70e verjaardag van de kunstenaar en geeft met ruim 160 schitterende reproducties een overzicht van de thema's die hem in de loop der jaren hebben beziggehouden, zoals Parsifal, de Apocalyps, Novalis en Vondels Lucifer. Een collega-kunstenaar zei over hem: “Karakteristiek is dat hij onderzoekt, probeert, experimenteert, maar nooit in een gevonden spoor verzandt. Bij al dat zoeken en proberen en experimenteren in het hanteren van de beeldentaal en in het omgaan met werkprocessen is er een duidelijk streven zichtbaar. Het streven naar het verkennen van het zielegebied in zijn directe omgeving en in de wereld. Facetten van wat zich hierin afspeelt, voltrekt, plaatsvindt, tracht hij te verbeelden.”’
Dit boek is ook direct in te zien dankzij Google Books. – Van 28 augustus tot en met 11 oktober 2009 hield Benno Sloots een expositie in de Dorpskerk van Voorschoten, met de titel ‘De kern zit in de kleur’:
‘De schilderijen die Benno Sloots uitkoos voor deze tentoonstelling (vooral het drieluik en de aquarellen) zijn impressies van de schilder bij het beluisteren van Requiems van beroemde componisten. Aangegrepen door de monumentale muziek van deze dodenmissen heeft hij geprobeerd dit in zijn eigen beeldtaal te verwerken.
Het verschil tussen muziek en schilderkunst ziet Benno Sloots als volgt: “Ofschoon men in de beeldende kunst sinds Kandinsky spreekt over muzikale elementen in kleuren en vormentaal – soms ook aangeduid met muziektermen – is er een wereld van verschil tussen muziek en schilderkunst.
We kunnen de eerste ‘tijdkunst’ noemen en de tweede ‘ruimtekunst’. Het één is immaterieel, het ander materieel. De oorsprong van beide kunststromen is wezenlijk verschillend. Ook de beleving heeft met totaal andere zintuigen te maken: met het oor of met het oog. Vraagt men nu aan de beeldende kunstenaar om datgene wat via het oor binnenkomt in kleur en vorm weer te geven, dan is dat een heel speciale uitdaging.”
Scheppend bezig zijn betekent voor Benno Sloots dat hij zich verbindt met het wezenlijke van de kleur, en de krachten uit de kleurenwereld laat werken. Hij raakte vertrouwd met de kleurklank van de genoemde muziek, die hij in kleurstemmingen probeerde weer te geven.
Hij zegt hierover: “Doordat de composities en de componisten zo verschillend waren, werden de impressies juist door hun verschil extra duidelijk. Het is voor mij een totaal andere gevoelswereld of ik mij met een Requiem of met een Resurrectionem verbonden voel. Als de muziek dit in mij oproept, verschijnt er als vanzelf een bijbehorende kleurstemming”.’
De achterkant van de folder vertelt zijn biografie zoals ook op de website van Christofoor. Alleen is dit toegevoegd:
‘Hij is woonachtig in Voerendaal/Ubachsberg. Hij is lid van de Limburgse Kunstenaars Kring (LKK). Regelmatig houdt hij tentoonstellingen, overal in het land en ook in het buitenland. In 2008 was er een grote tentoonstelling van zijn werk in het Goetheanum in Dornach (Zwitserland).’
De website van Benno Sloots toont een groot aantal van zijn werken. Als voorbeeld daarvan zijn ‘Glaskunst’, met als eerste ‘Glasramen in de Vrije School te Driebergen’:
‘Ter gelegenheid van het 25 jarig bestaan van deze school had men als kunstwerk gekozen, de ramen van de grote hal van kleur te voorzien. Ik zocht naar een, voor deze school passend pedagogisch thema. Deze zocht ik in de kleurenwereld. Het werd “het Zonnelied van Franciscus”. Het totale formaat is: hoogte 1.70 m, breedte 3,50 m.’
Er zijn op de website in totaal veertien foto’s van glaskunst. Ook deze, als tweede:
‘Glasschilderen: “de zon maakt er een symfonie van”
De kleurreflecties in de Kathedraal van Chartres – gecreëerd door de gekleurde ramen en de zon – inspireerden mij om met glas verven op glas te gaan werken. Eerste kleine proeven in 1998 en verder ontwikkeld tot professionele ramen. Zie voor uitvoeriger beschrijving het boek Voorbij het woord (blz 111).’
Maar Benno Sloots maakte ook muurschilderingen, zoals in opdracht van Zonnehuizen. De arts Martin Niemeijer schreef hierover een column in ‘De Verbinding’ nr. 111 van juni 2007, op bladzijde 2, met als titel ‘De Rafaëlimpuls in de heilpedagogie’:
‘Donderdag 24 mei werden in Zonnehuizen Kind en Jeugd twee series van elk vier schilderijen gepresenteerd: een serie over de vier bij de jaargetijden horende aartsengelen Gabriël, Rafaël, Uriël en Michaël, bestemd voor de Rafaëlzaal in Stenia en een serie over Parcival bestemd voor de Parcivalzaal in Veldheim; voor ieder seizoen een schilderij. De schilderijen zijn gemaakt door Benno Sloots.
Zowel de Rafaël- als de Parcivalzaal bieden kinderen en volwassenen geborgenheid bij het ochtendlied en de zondaghandeling. Ieder seizoen zal nu worden geaccentueerd door het bijpassende schilderij. In het huidige jaargetijde zijn dit de broederschap van de aartsengel Rafaël en de ontwikkelingsweg die Parcival gaat. De kinderen en volwassenen kunnen daar naar kijken tijdens het ochtendlied en bij de handeling.
Door het jaar heen worden in deze ruimten de spelen opgevoerd, bijvoorbeeld het Tobiasspel waarin de aartsengel Rafaël (als Azarias) Tobias op zijn missie begeleidt en een helende werking heeft. Als volwassene mee oefenend en spelend heb ik gemerkt hoe dit een oefening is voor de eigen zielenontwikkeling. De betrokkenheid en het enthousiasme van de volwassene voor deze beelden weerspiegelen zich in het kind, ongeacht of het hieraan actief deelneemt of dit dromend ondergaat. Zo bieden de Parcival- en Rafaëlzaal voor de kinderen religieuze en kunstzinnige inspiratie.
Deze inspiratie is niet alleen werkzaam in de kunst maar ook in de natuur en in elk kind: in de lichamelijke architectuur en plastiek, in de kleur en klank die in lichaam en ziel op een individuele wijze verschijnt; en in het gebaar en het woord waarmee een kind zich uitspreekt en als individualiteit verschijnt.
Kinderen met ontwikkelingsstoornissen hebben goede zorg en behandeling nodig om de ernst en gevolgen van hun ontwikkelingsstoornis te beperken. Deze stoornissen zijn net als een ziekte een bedreiging voor de ontwikkeling, waarmee ze zich uiteen moeten zetten. Naast deze zorg en behandeling hebben de kinderen dan ook hulp nodig om op hun vaak zware ontwikkelingsweg tot een zekere harmonie en heelheid te komen.
Als bronnen voor deze hulp zijn er in de heilpedagogie religie en kunst, waar ik als arts mede uit put wanneer ik een therapie voorschrijf. De uitwendige therapie en ritmische massage kunnen helpen het lichaam zo te doorvormen dat het de ziel van het kind kan huisvesten. Schilderen en muziektherapie helpen de ziel een eigen kleur en klank tot harmonie te brengen. En de euritmie- en spraaktherapie richten zich tot het ik van het kind, zodat het in woord en gebaar zijn geestelijke herkomst tot uiting kan brengen.
In de therapie wordt het kind uit zijn – dreigende – eenzijdigheid bevrijd. Voor de afzonderlijke therapieën is het accent verschillend maar elke therapie spreekt het kind in zijn geheel aan, naar lichaam, ziel en geest. Het is een ideaal om elke ontmoeting met een kind zodanig in te richten dat in de zorg en behandeling, in de klank en de kleur van de stem en in de gebaren iets van de kunstzinnige en religieuze inspiratie tot uiting komt. Dat zou je de Rafaëlimpuls in de heilpedagogie kunnen noemen. Daarbij helpt de aanwezigheid van beelden zoals in deze schilderijen van Benno Sloots.’
Wat Benno Sloots maakte, was vaak duidelijk meer dan alleen schilderkunst.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten