Bedoeld is: antroposofie in de media. Maar ook: in de persbak van de wijngaard, met voeten getreden. Want antroposofie verwacht uitgewrongen te worden om tot haar werkelijke vrucht door te dringen. Deze weblog proeft de in de media verschijnende antroposofie op haar, veelal heerlijke, smaak, maar laat problemen en controverses niet onbesproken.

donderdag 12 februari 2009

Een Groot Idee

Het was al lang en breed aangekondigd, maar eergisteren was het dan zover. In het hoofdgebouw van Triodos Bank in Zeist vond een masterclass plaats met Michael Pollan, in een volle zaal met circa 90 prominente vertegenwoordigers van bedrijven en organisaties uit de landbouw- en voedingssector. Gisteren volgde een publieksavond in het John Adams Institute, een onafhankelijk centrum voor Amerikaanse cultuur in Amsterdam. Trouwens, de masterclass werd georganiseerd door Biologica en IUCN, de International Union for the Conservation of Nature (IUCN), waarvan het Nederlandse comité wordt gevormd door de Staat der Nederlanden en 33 organisaties en instellingen. Beide avonden waren lang van tevoren uitverkocht.

Wie is Michael Pollan? In Vruchtbare Aarde nr. 4 van 1999 schreef hoofdredacteur Bart Hommersen over hem:

‘Wie een beter voorstel heeft mag het zeggen. Maar wat VA betreft mag de prijs voor het beste artikel over moderne bio-technologie voorlopig naar New-York-Times-journalist Michael Pollan, voor zijn prachtige artikel God spelen in de tuin. Journalistiek een verademing: toegankelijk, evenwichtig en diepgravend. Pollan koopt een zak transgene aardappelen van Monsanto, met een ingebouwd gif tegen insecten. Hij poot deze aardappelen vervolgens in zijn tuin. Als de aardappelen opkomen, komen ook de eerste vragen op, waarvoor hij aanklopt bij ministeries, wetenschappers en agro-industrie.’

In het nummer daarop volgde deel twee:

‘De Amerikanen hebben weer eens het voortouw genomen – dit maal wat het eten van transgeen voedsel betreft. Volgens de Amerikaanse Consumentenbond is slechts een derde van de Amerikanen zich hiervan bewust. Op elke Amerikaanse verpakking staat weliswaar het miniemste spoortje koper vermeld, maar over “ingebouwde” insectengiffen wordt in alle talen gezwegen. New-York-Times-journalist Michael Pollan vervolgt zijn reis langs ministeries, laboratoria en boeren – en bespeurt twee totaal verschillende visies op de relatie mens-natuur. Van zijn eerste transgene aardappelen uit eigen tuin maakt hij een aardappelsalade. Journalistiek een verademing: toegankelijk, evenwichtig en diepgravend.’

Maar ook elders in de bd-beweging bleef hij niet onopgemerkt. Zo ging Ton Baars (we kennen hem tegenwoordig als bd-professor in Duitsland, zie ook Meer bd’ van 18 augustus 2008) in het blad van de Vereniging voor Biologisch-Dynamische Landbouw en Voeding uitgebreid op hem in. Hij haalt in een betoog over de identiteit van de landbouw in ‘Dynamisch Perspectief’ nr. 5 van 2001 (vanaf blz. 14) de analyse van Michael Pollan in diens artikel op 13 mei 2001 (er staat niet bij waar gepubliceerd; ik mag aannemen in de New York Times) verschillende keren instemmend aan.

Het is nu acht jaar verder. Meer recent heb ik niet kunnen vinden dat er nog ergens een relatie wordt gelegd tussen Pollan en de biologisch-dynamische landbouw. Maar des te meer met de rest van de biologische sector. Op 5 februari publiceerde Biologica een intrigerend persbericht, waarin de actualiteit van Pollans opvatting scherp naar voren kwam:

‘Volgende week komt Michael Pollan op uitnodiging van Biologica en de Arbeiderspers naar Nederland. Pollan, bekend door zijn bestsellers “The Omnivore’s Dilemma” en “In defence of food” (vertaald als “Een pleidooi voor echt eten”), komt twee dagen naar Nederland en zal hier een lezing en een masterclass verzorgen. Zijn komst is politiek extra interessant omdat hij kort voor de verkiezingen in de VS een open brief aan de aanstaande president schreef onder de titel “Farmer in Chief” (vertaling te vinden op website Biologica). Sindsdien heeft Obama enkele uitspraken gedaan die opvallend goed aansluiten op de analyse van Pollan en waaruit blijkt dat President Obama net als Pollan een duidelijke rol ziet voor de landbouw bij het oplossen van de gezondheidscrisis en de energiecrisis.

Obama: “Ons landbouwsysteem creëert monoculturen die ons kwetsbaar maken”. In een interview met Time Magazine op 23 oktober 2008, tien dagen na de publicatie van de brief van Pollan, zei Obama o.a.: “Ons hele landbouwsysteem is opgebouwd met goedkope olie. Als gevolg daarvan produceert de agrarische sector meer broeikasgas dan de transportsector. En tegelijkertijd creëert zij monoculturen die ons kwetsbaar maken voor nationale bedreigingen, en die op dit moment samengaan met torenhoge voedselprijzen of het ineenstorten van voedselprijzen – de grote golfbewegingen in prijzen van bulkgoederen. Monoculturen die mede verantwoordelijk zijn voor de explosie van kosten in de gezondheidszorg, omdat ze bijdragen aan diabetes type 2, hart- en vaatziekten, vetzucht, al die zaken die de kosten van gezondheidszorg zo enorm opstuwen.”’

De dag tevoren al had Biologica deze ‘Brief van Pollan aan Obama’ op haar website geplaatst:

‘Onlangs publiceerde de Volkskrant een deel van een brief van Michael Pollan aan Obama. Hierin analyseert Pollan de voedselcrisis waar de VS mee te kampen heeft, en stelt een plan op voor een uitweg. In de Volkskrant werd slechts een klein deel afgedrukt. Het is de moeite waard om de rest te lezen, want de kracht van het verhaal zit in de compleetheid ervan. Biologica levert een volledige vertaling – met voetnoten. De complete vertaling van de brief kunt u hier als PDF-file downloaden

In zijn brief legt Pollan de oorzaken bloot van de huidige voedselcrisis en werkt een gedetailleerd beleidsplan uit voor een grondige hervorming van de Amerikaanse voedselvoorziening. Ofschoon het plan vele aspecten kent, is de basisidee eenvoudig: we moeten de voedselvoorziening losweken van haar loodzware 20e-eeuwse aardoliedieet, en haar terugzetten op een modern dieet van zonlicht.

Het plan kent drie hoofdpunten:
1 zet de boerderij terug in de zon
2 regionaliseer de voedselvoorziening
3 bouw de eetcultuur opnieuw op

Hierbij biedt Pollan een groot aantal beleidssuggesties, gebaseerd op oplossingen die veelal reeds in de praktijk zijn getest. Veel van Pollans ideeën zijn te vertalen naar de West-Europese situatie.’

Er kwam hier uiteraard ook kritiek op. In haar column in NRC Handelsblad, onder de titel ‘Een misleidende, sympathieke goeroe’, liet Louise Fresco al op 3 februari weten:

‘Pollans verdienste is dat hij voedsel als onderwerp op de politieke en sociale agenda heeft gezet. Zeker in de VS, land van te dikke pizza’s en te zoete milkshakes, kan dat niet genoeg gedaan worden. Zijn ideeën zijn goed bedoeld; de meeste zijn niet nieuw, een klein aantal ervan is verstandig, maar een groot deel is wetenschappelijke onzin. Het resultaat is een aantrekkelijk, maar misleidend mengsel met hier en daar een vleugje demagogie. (...)

Wetenschappelijke onzin is het om te suggereren dat we terug moeten naar gemengde bedrijven zonder kunstmest waar dieren weer het land bewerken. En dat zonlicht de basis van de voedselketen moet worden, of zoals het heet sun based agriculture. Dat is natuurlijk al zo sinds het ontstaan van het leven op aarde. Wat hij bedoelt, is dat voedselproductie minder afhankelijk moet worden van fossiele brandstoffen. Dat is een open deur, en niettemin blijven wij het komende decennium sterk afhankelijk van olie, gas en kolen (en dat laatste zeker in China). Het tegenover elkaar stellen van “zonne-landbouw” en conventionele landbouw gaat ook voorbij aan alle reeds bestaande inspanningen in het energie- en materialenzuiniger maken van de voedselproductie. Dergelijke generalisaties brengen ons niets verder.

Dat geldt ook voor zijn pleidooi om alleen lokaal voedsel te eten. Dat is onmogelijk, omdat je daarmee geen grote steden kunt voeden en miljoenen boeren de kans ontneemt om voedsel te exporteren. Strikt genomen moet je dan ook bananen uit Europa verbannen. Nog zorgwekkender is het om te stellen dat we terug moeten naar het voedsel van vroeger, voordat de voedingswetenschap ons allemaal ziek zou hebben gemaakt. Wat we vroeger aten was “echt”, wat we nu eten is kunstmatig. Die suggestieve formulering ontkent de geweldige vooruitgang op gebied van hygiëne en voedselsamenstelling.’

In de masterclass eergisteren werd Pollan naar aanleiding van deze column naar zijn goeroeschap gevraagd. Hij antwoordde, zoals blijkt uit het eerste deel van het verslag dat Biologica gisteren op haar website zette:

‘Het label “goeroe” past niet bij mij. Ik ben een journalist, een schrijver. Doordat ik voor de New York Times werk, kan ik met veel mensen praten, mensen in bedrijven, boeren. Ik heb inderdaad meer vragen dan antwoorden. Ik heb als journalist de vrijheid om mijn ideeën niet helemaal naar de politieke realiteit te hoeven dragen. Het is niet mijn inzet om mensen te vertellen wat ze moeten doen. Ik wil ze aan het denken zetten. En wat betreft het sympathieke en misleidende, dat mogen jullie zelf bepalen.’

Louise Fresco schreef ook:

‘In allerlei landen is Pollan populair, ook in Nederland is hij eerder opgetreden bij Tegenlicht [zie de uitzending “De toekomst van ons voedsel: landbouw of laboratorium?” van maandag 28 januari, MG]. Hij bezet niet toevallig de leerstoel voor journalistiek in Berkeley. Die universiteit is immers de bakermat van de tegenbeweging uit de jaren zestig, waar de collectieve volkstuin als daad van verzet ontstond en men experimenteerde met spannende combinaties als boeddhisme en brood bakken. Meer dan enige andere staat beschouwt Californië zich als de leider van het nieuwe, groene leven.’

Maar Pollan zelf ziet ook dit anders. Hij zei tegen zijn publiek in Zeist:

‘Ik ben nu 5 jaar professor in Californië aan de universiteit van Berkeley. Het is een nieuwe leerstoel: schrijven over eten. Voedseljournalistiek gaat niet alleen over recepten en kooktrends, maar ook over politieke en beleidsmatige aspecten van voedsel. (...)

Ik schrijf al 10 jaar over eten. Het is leuk dat IUCN dit mede organiseert, IUCN gaf me indertijd een prijs voor het eerste artikel over eten dat ik schreef. Voor dat artikel kweekte ik een GMO-aardappel in de tuin. Ik ben dus niet bio, sorry. Ik doe detectivewerk op het gebied van voedsel. In essentie volg ik het verhaal achter ons eten, van ons bord naar waar het begint. Dat is meestal ergens onder de zon, in een veld. Zo raakte ik geïnteresseerd. Ik ben een schrijver, en een eter – die kwalificatie deel ik met jullie allemaal. Ik ben geen deskundige. Al mijn kennis komt van mensen zoals jullie. Het grappige is dat ik als schrijver al die info bij jullie kan verzamelen – en vervolgens wordt ik door de mensen uitgenodigd om het aan hen terug te vertellen.’

Vervolgens beschreef hij in concreto zijn ervaringen die ook de grondslag vormden voor zijn brief aan Barack Obama. Wie dat verhaal niet kent, zal verbijsterd zijn:

‘Monsanto vroeg me indertijd om een van hun klanten (een boer) te bezoeken, om te schrijven over een genetisch veranderde aardappel die insecten doodt. Ik stelde me de vraag: “Is dit goed of slecht voor het milieu?” Ik ging naar Idaho. Daar worden in de VS alle aardappels gekweekt. Het is een soort woestijn, verbazingwekkend groot en droog. Ik was geschokt door wat ik zag. De boer had 40.000 acres (circa 17.000 hectare), die verdeeld waren in cropcircles van 70 hectare. Elke cropcircle werd door een enkel irrigatiesysteem bediend; daaruit regende het water, insecticide en kunstmest. Als het systeem enkele dagen zou uitvallen, waren de planten dood. De boer kon dat in een kleine bunker controleren met een druk op de knop en zo bepalen om meer water, pesticide of kunstmest te druppelen. Verbazingwekkend. Hij kweekte 1 aardappelras; een langwerpige aardappel, de Russet Burbank. McDonalds wil alleen die aardappel, omdat daar een mooi boeketje lange friet uit komt. Maar die aardappel is kwetsbaar voor “netnecrosis”. Dat is een schimmel die bruine adertjes veroorzaakt; je proeft het niet, het is een cosmetische afwijking. Maar McDonalds wil dat niet. Daarvoor gebruiken ze een zeer sterke fungicide; dat is zo’n sterk neurotoxine dat de boer 5 dagen na het sprayen niet het veld in mag. Zelfs al de irrigatie kapot gaat, kan hij het veld niet op. Die boer kweekte bij zijn eigen huis bio aardappelen, voor zijn eigen gezin.

De aardappelen voor de verkoop waren pas 6 weken na het oogsten eetbaar. Tijdens de kweek namen ze zoveel pesticiden op, dat je ze niet kon eten. Ze moesten eerste 6 opgeslagen liggen [wordt hier bedoeld: de eerste zes weken opgeslagen liggen?, MG] om alle chemicaliën uit te gassen. Zoals je een nieuw tapijt in je kantoor ook eerst moet laten uitwasemen. Ik had daarvan allemaal van te voren geen idee. Ik dacht: vergeet GMO. De manier waarop het normaal gebeurt, is al schokkend.

Een jaar later kwam een tweede moment. Ik woonde toen nog in New England. Ik reed over een Californische landweg, blauwe lucht, prachtig gouden landschap. Plotseling rook ik een verschrikkelijke lucht, zoals ik nog nooit had geroken. Ik keek rond. Alles zag er nog prachtig uit. Maar na 2 km was het landschap ineens zwart. Een zwart landschap met 75.000 koeien, die in hun eigen mest stonden. Het was een feedlot, een afmesterij. Een stad van vee. Overal lagen enorme piramides van mest en van mais. En de koeien hadden de functie om de ene piramide om te zetten in de andere piramide. Ik had nog nooit zoiets gezien. Het was echt een visioen van de hel. En daar had ik het bij elkaar: de hamburgers en de Franse frietjes. Toen besloot ik meer onderzoek te gaan doen. De manier waarop eten wordt verkocht, wijkt zo af van hoe het wordt geproduceerd. Je ziet plaatjes van cowboys op je vlees, niet van feedlots. Ik vond niet per se dat het verkeerd was, zoals het gebeurde; maar het was in ieder geval anders. Toen besloot ik een serie te schrijven, om het eten terug te volgen naar de oorsprong.’

Hij stelde zichzelf ook de vraag hoe dit ontstaan is. Daarbij brengt hij interessante gegevens aan het licht. Daarover zei hij tijdens de masterclass:

‘De ontwikkeling van hybride maïs bleek stap 1. Daarmee konden kwekers hun investering beschermen. Een tweede stap was het beschikbaar komen van nitraat als kunstmest. Die is in 1911 uitgevonden. Het maken is een proces van hoge energie, op basis van diesel of gas. De hybride maïs is erop gekweekt om van kunstmest te groeien. Maar kunstmest is pas na WOII echt groot geworden. De overheid stimuleerde toen dat bommenproductie zou worden omgezet in kunstmest, want ze gebruiken hetzelfde uitgangsmateriaal. Dat geldt ook voor pesticiden: die komen uit zenuwgas. Iemand zei eens: feitelijk eten we nog steeds de restjes van WOII.

Subsidie is een ander aspect. Sommige boeren kunnen nu 200 tot 300 bushels maïs van een acre afhalen. Dat kan omdat er in de VS maar vijf soorten gewas gesubsidieerd worden waaronder mais, soja, tarwe en aardappels. Vroeger had een boer 40 dieren. Hij had granen, kippen, 14 verschillende producten. In de loop der jaren liep dat terug. Nu teelt een boer maar 2 producten: maïs en soja. Als je nu naar het Mid-Westen van de VS kijkt, zie je het meest doorontwikkelde landschap ter wereld. 98 % is mensgemaakt: maïs, maïs, maïs, zover als je kunt zien. Het resultaat is een enorme overproductie.’

In zijn brief aan Obama beargumenteert hij nader wat er aan de hand is en wat eraan gedaan kan worden:

‘We moeten onder ogen zien dat de huidige voedselvoorziening – gekarakteriseerd door monoculturen van maïs en soja op het veld en goedkope calorieën aan vet, suiker en “feedlot” vlees op tafel – niet zomaar een gevolg is van de vrije markteconomie. Het is veeleer het resultaat van een specifieke serie overheidsmaatregelen, die op de boerderij een verschuiving hebben gefinancierd en gefaciliteerd, van zonne-energie (en menselijke energie) naar energie uit fossiele brandstoffen. (...)

Dit is geen willekeurige ontwikkeling geweest. Na de Tweede Wereldoorlog heeft de overheid de ammunitie-industrie aangemoedigd om over te stappen op de productie van meststoffen – want ammoniumnitraat is het hoofdingrediënt van zowel bommen als kunstmest. De overheid stimuleerde tevens de toepassing van zenuwgasonderzoek in de vorm van pesticiden. Daarnaast begon de overheid met het subsidiëren van bulkgewassen, waarbij de boeren per volume werden betaald voor alle maïs, sojabonen, graan en rijst die ze konden produceren. De ene na de andere minister van landbouw drong aan tot aanplanten “van hek tot hek” en tot “opschalen of uitstappen”. (...)

Het tijdperk van goedkoop, op olie gebaseerd voedsel nadert nu zijn einde, wat we er ook aantrekkelijk aan vonden. Zelfs als we bereid zijn om de prijs te blijven betalen op het gebied van milieu en gezondheidszorg, dan nog zullen we niet genoeg goedkope energie hebben (en water) om het systeem in stand te houden, laat staan om de productie uit te breiden. Maar, zoals vaak, sluit een crisis de mogelijkheid tot hervorming in zich, en de huidige voedselcrisis biedt kansen die we moeten grijpen.

Bij het opstellen van deze voorstellen heb ik me gehouden aan een paar eenvoudige randvoorwaarden waar een 21e-eeuwse voedselvoorziening aan moet voldoen. In de eerste plaats moet het voedselbeleid tijdens uw regeerperiode ernaar streven om de hele bevolking te voorzien van gezonde voeding; dat betekent een focus op de kwaliteit en diversiteit (en niet alleen de kwantiteit) van de calorieën die de Amerikaanse landbouw produceert en die Amerikaanse consumenten eten. In de tweede plaats zou uw beleid erop moeten mikken om de veerkracht, veiligheid en betrouwbaarheid van onze voedselvoorziening te verbeteren. Dit betekent onder andere het stimuleren van regionale voedselproductie, zowel in Amerika als wereldwijd. Tot slot is het van groot belang dat uw beleid op een nieuwe manier naar landbouw gaat kijken, namelijk als een onderdeel van de oplossing voor milieuproblemen zoals klimaatverandering.

Deze doelstellingen, toegegeven, zijn ambitieus, maar het is niet moeilijk om ze op te lijnen en binnen bereik te brengen, zolang we maar Een Groot Idee in gedachten houden: de meeste problemen van onze huidige voedselvoorziening worden veroorzaakt door haar afhankelijkheid van fossiele brandstof. Naarmate ons beleid er beter in slaagt de olie uit het systeem te wringen en te vervangen door energie afkomstig van de zon, zal dat beleid zorgen voor simultane verbeteringen op het gebied van onze gezondheid, ons leefmilieu, en onze veiligheid.’

1 opmerking:

Anoniem zei

Ook dit artikel is weer goed gedocumenteerd Michel; handzame snelkoppelingen voor verdere bestudering van hoofd- en subonderwerpen. Ook goed dat wordt verwezen naar eerdere blogberichten. Leuke foto trouwens.

Er staat heel veel te gebeuren in de 21e eeuw, die zal op talloze gebieden qua evolutie en revolutie, inclusief degeneratieprocessen en anachronistische verschijnselen, bepaald niet onderdoen voor de afgelopen 20e eeuw is mijn stellige overtuiging. Dat besef je des te meer, wanneer je tot een generatie behoort die de afgelopen eeuwwisseling bewust mee- en doormaakte.

Labels

Over mij

Mijn foto
(Hilversum, 1960) – – Vanaf 2016 hoofdredacteur van ‘Motief, antroposofie in Nederland’, uitgave van de Antroposofische Vereniging in Nederland (redacteur 1999-2005 en 2014-2015) – – Vanaf 2016 redacteur van Antroposofie Magazine – – Vanaf 2007 redacteur van de Stichting Rudolf Steiner Vertalingen, die de Werken en voordrachten van Rudolf Steiner in het Nederlands uitgeeft – – 2012-2014 bestuurslid van de Antroposofische Vereniging in Nederland – – 2009-2013 redacteur van ‘De Digitale Verbreding’, het door de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders (NVAZ) uitgegeven online tijdschrift – – 2010-2012 lid hoofdredactie van ‘Stroom’, het kwartaaltijdschrift van Antroposana, de landelijke patiëntenvereniging voor antroposofische gezondheidszorg – – 1995-2006 redacteur van het ‘Tijdschrift voor Antroposofische Geneeskunst’ – – 1989-2001 redacteur van ‘de Sampo’, het tijdschrift voor heilpedagogie en sociaaltherapie, uitgegeven door het Heilpedagogisch Verbond

Mijn Facebookpagina

Translate

Volgers

Totaal aantal pageviews vanaf juni 2009

Populairste berichten van de afgelopen maand

Blogarchief

Verwante en aan te raden blogs en websites

Zoeken in deze weblog

Laatste reacties

Get this Recent Comments Widget
End of code

Gezamenlijke antroposofische agenda (in samenwerking met AntroVista)