Terwijl de stemming op de Volkskrant-weblogs dalende is, wegens de aangekondigde opheffing op 1 maart aanstaande (zie ‘Politie’ op 7 januari, en bijvoorbeeld juist vandaag de Middernachtszon van Hugo Verbrugh, notabene over ‘DW 4: Vk-blog Quo Vadis (7): de tijdgeest vraagt om Kairos k&r en krijgt “online vriendschap”’, tussen dikke aanhalingstekens dus), is er nog wel een weblogmogelijkheid bij een krantenwebsite, maar dan veel onbekender en verborgener, namelijk bij dagblad Trouw. Vandaag put ik daaruit, en sluit daarbij tegelijk aan bij mijn bericht ‘Geschiedenis’ op 26 december 2009. Destijds ging het over het thema van het kerstkind in antroposofisch opzicht, zoals dat onder anderen door Robert Jan Kelder uitvoerig werd belicht. Het is vandaag 23 januari, maar ik mag hopelijk nog wel een maandje terug in de tijd gaan, om het laatst geplaatste ‘Willehalm’-bericht hier aan te voeren. Dat wil zeggen: van de ‘Boekrecensies’ en niet de ‘Blogs’ op de ‘Trouw Schrijf!’ sub-website; daarnaast is er ook nog, om het extra ingewikkeld te maken, een ‘Willehalm’-weblog op de ‘Religie & Filosofie’ sub-website van Trouw, maar die komt straks als vanzelf naar voren.
Dat bedoelde Willehalm-bericht is van 25 december 2010, Eerste Kerstdag dus, en heeft als titel ‘Het geheim van de twee Jezuskinderen – Het raadsel van de jeugd van Jezus ontsluierd (Hans Stolp)’. Dit gaat over een boek dat hier al ter sprake kwam, op 30 november 2010 in ‘Fair’ (waarin overigens toen al de eerste van drie nieuwe Steiner-biografieën, die de afgelopen week hier veelvuldig aan bod zijn gekomen, namelijk die van vrijeschool-kenner Heiner Ullrich, werd besproken – maar dat ter zijde). Wat schreef Robert Jan Kelder vorige maand over dat kerstthema?
‘Een blik in het media-aanbod van artikelen en films in deze witte Kersttijd 2010 toont aan hoe het over ’t algemeen met de opvattingen over de geboorte van Jezus zo’n tweeduizend jaar geleden gesteld is. Zo vraagt zich bijvoorbeeld Jeroen Thijsen in zijn culinair artikel “Stal? Welke stal?” in de Kerstgids van Trouw van 24 december af: “Wat aten ze eigenlijk in de kerststal?” Hij besloot daarvoor: “Eerst de bron maar eens lezen.” Daar wacht hem echter een verrassing: “Alleen Lucas vermeldt de overvolle herberg en de kribbe, slechts Matteüs spreekt over het onderdak en levert meteen een daverende verrassing; hij laat de wijzen uit het oosten geen stal, maar een huis binnengaan. Een huis! Geen stal, geen os, geen ezel.”
En in de VPRO kerstfilmgids wordt over de “The Nativity Story”, een film die gisteren (24 december) op Nederland 2 door de EO werd vertoond, het volgende vermeld: “Het verhaal van Jozef en Maria, de (pleeg)ouders van Jezus. Er is weinig over ze bekend, slechts twee van de vier evangeliën maken melding van de geboorte, en die spreken elkaar ook nog tegen. Niettemin probeerde regisseur Hardwicke een historisch zo correct mogelijk beeld van de personen en hun omgeving te geven.” Deze tegenstrijdigheden bij de geboorteverhalen van Jezus bij Lucas en Matteüs, dat wil zeggen verschillende stambomen, verschillende woonplaatsen, verschillende geboortetijden, worden dan in de film omzeild door de twee versies in elkaar over te laten lopen en als één verhaal te vertonen.
Deze twee voorbeelden mogen voldoen om aan te duiden dat het eeuwenoude raadsel van de twee zich totaal tegensprekende geboorteverhalen nog steeds voor de nodige verrassingen en moeilijkheden zorgt, en dat dus de verbluffende oplossing van dit geheim door Rudolf Steiner (1861-1925) al bijna honderd jaar geleden in zijn voordrachten over “Het Vijfde Evangelie” nog steeds niet in het bewustzijn van de openbaarheid is doorgedrongen. (Even dacht ik dat het artikel van Désanne van Brederode “Dat het helder stralen, lich-ten! mag” in Letter&Geest, ook van Trouw van 24 december, met een beschrijving van haar jarenlang bezoek aan de door Rudolf Steiner geïnspireerde Christengemeenschap en het aldaar jaarlijks opgevoerde Oberufer Paradijs- en Kerstspel, een kleine verandering in deze bewustzijnslacune zou kunnen brengen, maar op het geheim van de twee Jezuskinderen wordt niet ingegaan.)
In ’t kort gezegd luidt dit Vijfde Evangelie dat er vlak voor het begin van onze jaartelling werkelijk twee Jezuskinderen in Palestina werden geboren van verschillende ouders die beiden Jozef en Maria heetten, de enen woonachtig in Bethlehem en de anderen in Nazareth, dat dan het Ik van de Matteüs-Jezus zich met de 12-jarige Lucas-Jezus bij diens presentatie tijdens het Paasfeest in de tempel van Jeruzalem vereenzelvigde en dat vervolgens deze Jezus van Nazareth zo opgroeide dat hij op 30-jarige leeftijd het aardse werktuig kon worden voor het ontvangen van de Zoon van God, de Logos, de kosmische Christus bij de doop door Johannes in de rivier de Jordaan. Dit laatste was niet de geboorte van Christus in Jezus, maar Zijn verwekking. (Bij Lukas 3: 21,22 lezen wij in de vertaling van H.A.P.J. Ogilvie, wijlen geestelijke in de Christengemeenschap: “Toen het gehele volk de doop ontving, heeft ook Jezus zich laten dopen. En onder zijn gebed opende zich de hemel en de heilige Geest daalde in een gestalte als van een duif op hem neer; en een stem uit de hemel sprak: Mijn Zoon zijt gij, ik heb u heden verwekt.”) Zijn eigenlijke geboorte als geest van de aarde, de kiem voor een nieuwe zon, vindt dan, na een embryonale periode van drie en een kwart jaar van Zijn leven op aarde, pas plaats na Zijn dood en opstanding en op Pinksteren als geest van de in alle talen sprekende kosmische liefde.
Maar dat er een toenemende belangstelling voor deze “ongelooflijke” openbaringen van het nieuwe of esoterische christendom bestaat, bewijst de presentatie van het nieuwe boek van pastor Hans Stolp door hemzelf en de antroposoof en hoofdredacteur van het tijdschrift BRES, John van Schaik, op de namiddag van 21 november jongstleden in de volle schouwburg van Apeldoorn, een presentatie die eindigde met een interview van Hans Stolp door tv-presentatrice Annemiek Schrijver. (Het voor het boek gebruikte omslagbeeld, de Madonna Terranuova van Rafaël, kon ik technisch gezien hier niet plaatsen.)
In de inleiding van zijn boek herinnert de schrijver aan de hand van onder anderen Leonardo da Vinci eraan dat het geheim van de twee Jezuskinderen “een oud en bijna vergeten geheim” is dat “een noodzakelijke bouwsteen van een nieuw, spiritueel christendom” kan worden. In deel I volgen dan drie hoofdstukken van herinneringen, “van Jozef, de koningszoon uit het huis van David, naar het evangelie van Matteüs; van Jozef, de timmerman uit Nazareth, naar het evangelie van Lucas, en van Johannes, de Evangelist, toen hij op Patmos gevangen zat.”
Als iemand die al langere tijd met deze toch vrij gecompliceerde materie enigszins vertrouwd is c.q. daarmee worstelt, moet ik zeggen dat mij door deze meer gevoelsmatige vertellingen de betrokken familieleden in de twee geboorteverhalen en de dwarsverbindingen een stuk dichter bij en overzichtelijker zijn geworden. Daarom vind ik dit boekdeel het meest waardevol en in staat een groter publiek aan te spreken dan slechts, op zich waardevolle, intellectuele aanwijzingen. Ja, in de richting van deze vertellingen zou er een film, of meerdere zelfs over “Het Vijfde Evangelie” kunnen worden gemaakt. Jammer dat Paul Verhoeven zijn plannen voor een Jezusfilm ad acta heeft gelegd, maar wie weet?
Deel II bestaat uit een toelichting met hoofdstukken over “de onoverbrugbare verschillen tussen Matteüs en Lukas”, “De twee Messiassen” (dat wil zeggen de koninklijke en de priesterlijke die in de geschriften van de vroege christenen werden verwacht) en “Leonardo da Vinci, Rafaël en het geheim van de twee Jezuskinderen”, waarin aan de hand van acht religieuze schilderijen in kleur wordt gesteld dat de schilders dit geheim in hun doeken al dan niet expliciet hebben weergegeven.
In de boekpresentatie van 21 november kwam hier een verschil van interpretatie tussen de schrijver en John van Schaik te voorschijn. De laatste stelde, ietwat ongemakkelijk en bijna verontschuldigend voor zijn afbraak van het zojuist door Hans Stolp mooi opgebouwde – hij eindigde zijn bijdrage dan ook door te zeggen dat hij “aan het einde van Latijn was gekomen” – dat de twee jonge kinderen, afgebeeld in bijvoorbeeld het schilderij van Maria en Elizabeth van de Meister van Nürnberg, in plaats van menskinderen, vanwege hun aura’s of elders hun vleugels, net zo goed engelen zouden kunnen zijn. Deze engelachtige uitbeelding van de Jezuskinderen, en zeker die van het Lukas-kind, hoeft echter niets af te doen van Hans Stolps uitleg van dit geboorteverhaal. In het kader van het Vijfde Evangelie wordt immers verteld dat het unieke, van menselijk karma onberoerd en daarom volledig onschuldig wezen dat, na een soort incorporatie als Krisna, voor het allereerst zich als mens in de Lukas-Jezus incarneerde, als engelwezen al driemaal, door Christus bezield, zegenrijk in de ontwikkeling van de mensheid op aarde had ingegrepen.
Het sluitstuk van dit deel en het boek zelf vormt het hoofdstuk “Het geheim van de twee Maria’s”. Dit geheim wordt beschreven als “de eenwording van ons lagere ik en ons hoger zelf”, en wel op grond van de eenwording van de stiefmoeder van Jezus van Nazareth (waarin het lagere ik van Eva was geïncarneerd), na een indringend gesprek met haar stiefzoon vlak voor diens doop in de Jordaan, met de al gestorven eigenlijke moeder van de Lucas-Jezus (de Maria-Sophia, waarin het hogere ik van Eva was geïncarneerd). Volgens Hans Stolp is het vooral deze, als het ware nu menselijk volmaakte Maria, die samen met Johannes de Evangelist, waarmee zij langere tijd in Efeze verbleef, het nieuwe esoterische christendom kan inspireren.
Aan het einde van het boek bevinden zich 131 voetnoten, waar in verband met een nog niet bereikte overeenstemming tussen theologen en zelfs onder antroposofen over het exacte tijdsverschil tussen de twee geboortes in voetnootnr. 114 op blz. 166 als volgt naar het dagblad Trouw wordt verwezen: “Zie Dagblad Trouw, d.d. 20/01/2010: DE ANNO VERO – Afl. 4: Over o.m. het Ik-geboorte in het jaar 33.” Deze verwijzing is niet helemaal juist; het gaat hier om mijn blog “De Vero Anno – Over het geboortejaar van Jezus Christus” [die link werkt overigens niet, u moet deze link hebben, MG] die ik als een lopende vertaling van het derde boek van Werner Greubs trilogie over de graalgeschiedenis van de mensheid van Zarathustra tot Rudolf Steiner op de Religie&Filosofie-website van Trouw op 25 december ben begonnen [Robert Jan Kelder vergist zich hier, de juiste datum is 24 december, bovendien van het jaar 2009 en niet 2010, MG] en waarvan inmiddels 13 afleveringen van het eerste hoofdstuk zijn geplaatst. Deze gaan juist over de vraag wat het verschil is tussen de leeftijden van de beide Jezuskinderen, waarbij het betwiste tijdstip van de dood van Herodes een centrale rol speelt, omdat de Matteüs-Jezus tijdens en de Lucas-Jezus pas na diens dood geboren is. In zijn boek vermeldt Hans Stolp dat deze kwestie nog niet opgelost is, hoewel hij vaak de opvatting van de Britse priester van de Christengemeenschap Ormond Edwards en anderen huldigt dat het verschil slechts een paar maanden, of iets minder dan een jaar is. Hierop verder in te gaan overstijgt het bestek van deze bespreking; ik verwijs belangstellenden naar de blog die ik binnenkort weer hoop aan te vullen met het begin van het tweede hoofdstuk “De duur van de Christusincarnatie”. Hierin wordt gesteld dat Edwards, ondanks zijn beroep op de Christologie van Rudolf Steiner, diens werk met betrekking tot onder meer de chronologie van de twee Jezuskinderen ondermijnt. Het tijdsverschil tussen de beide geboortes zou niet enkele maanden of iets minder dan een jaar bedragen, maar volgens Greub 5¼ jaar.
Rest mij nog om bij deze Hans Stolp te danken voor het schrijven van zijn boek en de wens te uiten dat het vele lezers moge vinden die hunkeren naar een bewuste vernieuwing van het christendom.
Het boek “Het geheim van de twee Jezuskinderen” van Hans Stolp is verschenen bij Ankh-Hermes in Deventer.’
2 opmerkingen:
Ja Robert Jan Kelder heeft regelmatig een interessante en opmerkelijk inbreng. Was ook actief op het opgeheven AViN discussieplein.
Nog even wat anders, vooral bestemd voor Rotterdammers, buurt- en regiogenoten, morgenavond 24-1-2011, vindt er op de verenigingsavond van AViN Rotterdam een voorlichtingsronde en gesprek plaats over Sekem (mede bij monde van mensen verbonden aan die organisatie), extra stoelen kunnen zo worden bijgeschoven. Ook geïnteresseerden zijn (natuurlijk) welkom. Locatie: Huize Thomas, Grieksestraat 18, aanvang 20:15 uur, ontvangst vanaf 19:45 uur.
En tenslotte wijs ik bij deze nog even op een nabericht in de reactieruimte onder mijn blogbericht Pauselijk bannen – Pro-actief 'herderschap'.
Intussen zijn alle vier hoofdstukken over het geheim van de twee Jezuskinderen van het boek van Werner Greub vertaald en op het aangegeven Willehalm blog geplaatst.
Een reactie posten