Op de website van Amerpoort, een grote zorgorganisatie in het midden van het land, vond ik een al wat ouder persbericht, van 8 juli 2008 namelijk. Het heeft de titel: ‘Mogelijke samenwerking Christophorus en Amerpoort’:
‘Dit najaar verkennen Stichting Camphill Gemeenschap Christophorus en Amerpoort de mogelijkheden tot samenwerking. (...)
Het initiatief voor deze verkenning komt van Christophorus. De kwetsbaarheid van een kleine zelfstandige organisatie komt steeds duidelijker aan het licht. Christophorus kiest voor samenwerking om zo de cliënten een toekomst bij Christophorus te kunnen waarborgen. (...)
Voor Christophorus is op korte termijn de samenwerking in de ondersteunende diensten van belang. Haar eigenheid en antroposofische identiteit blijft behouden. Denk bijvoorbeeld aan het primaire proces, de inhoudelijke invulling van de zorg, de behandeling en begeleiding, de jaarfeesten en andere culturele uitingen.’
Terwijl ik op 24 juli 2008 nog had geschreven in ‘Zogenaamde Lievegoedimpuls’ over het jaarverslag 2007 van Zonnehuizen in Zeist, waarin geheimzinnig melding werd gemaakt van
‘een ingekomen brief van de Raad van Bestuur van Stichting Christophorus te Bosch en Duin aan Zonnehuizen Kind en Jeugd inzake de situatie van Christophorus en de toekomstige ontwikkelingsrichting’.
Ik kon dit destijds alleen maar aanhalen en in spanning toekomstig nieuws afwachten. Daarbij had ik in gedachten de uitspraak van de directeur van Christophorus in De Verbinding nr. 81 van oktober 2004, met het thema ‘Camphill’. Op blz. 2 gaf hij een interview onder de titel ‘Christophorus na een woelige periode weer op de rails’. Hij zei daar op het eind:
‘Lange tijd zong het feit rond dat Christophorus zou fuseren met Zonnehuizen Veldheim Stenia. “Daar is geen sprake meer van. Christophorus blijft een zelfstandige organisatie.” Benschop durft vooruit te kijken. Hij verwacht dat Christophorus over vijf jaar nog een zelfstandige organisatie is en dat de samenwerking met reguliere en antroposofische instellingen verder toeneemt. “De salarisadministratie ligt al buitenshuis en de warme maaltijd wordt bij Zonnehuizen Stenia Veldheim bereid. Waar je niet goed in bent of wat te veel kosten met zich meebrengt moet je niet zelf blijven doen.”’
Hij vertelde ook over een nieuw initiatief: met de komst van Vathorst konden (jong)volwassen na Christophorus in de Amersfoortse nieuwbouwwijk terecht. De verwachting was dat er in 2012 ongeveer 24 mensen vanuit Bosch en Duin zijn doorgestroomd.
Op 29 maart 2005 werd melding gemaakt van een portaal met drie zorgaanbieders bij De Stuifberg, bestaande uit een zorgboerderij, vijf zorgunits, een boerenwoning en zeventien huurwoningen:
‘De Stuifberg is in 1999 in samenwerking met drie zorgpartijen uit de regio Amersfoort opgezet: Amerpoort en Christophorus (voor mensen met een verstandelijke beperking) en verpleeghuis Birkhoven. Ook de Vereniging Gehandicaptenzorg Utrecht is betrokken bij het intensieve overleg van de partijen. Al hun wensen worden in kaart gebracht en vervolgens praktisch ingevuld. Uitgangspunt is verstandelijk gehandicapten en dementerende ouderen zoveel mogelijk laten deelnemen aan het “gewone” leven. Dus de instellingen in de bossen uit en de wijken in.’
In het nieuwsarchief van Christophorus is het artikel Doorgroeien in Amersfoort - Christophorus in Vathorst uit 2004 te vinden waarin dit zo werd beschreven:
‘In vroeger tijden stond op deze plek een boerderij. In het land achter de boerderij was een verhoging waar niets wilde groeien, de Stuifberg noemde de boer dat. En zo kwam deze plek aan zijn naam. In dit voormalig agrarisch gebied rondom Hooglanderveen is nu de vinexwijk Vathorst gepland. De uitvoering is in volle gang en gaat nog door tot 2012. Dan zullen er zo’n 11.000 woningen zijn opgeleverd.
Op de Stuifberg gaan in totaal 25 gehandicapten en 6 ouderen wonen. Het is een samenwerkingsverband tussen verschillende gehandicaptenorganisaties en een ouderenorganisatie. Naast “wonen” biedt de Stuifberg ook plek aan 26 plaatsen “dagbesteding”. Zoals het er nu uitziet is de jongste bewoner 16 en de oudste 99. In de eerste week van juni zijn de eerste zeven bewoners van Christophorus in Bosch en Duin naar Christophorus in Amersfoort verhuisd.
Als je voor de Stuifberg staat zie je een hofje, rechts en links staan gewone huurwoningen (17). Aan de achterzijde zijn drie zorgwoningen van de Amerpoort asvz. Het oude woonhuis (vijftiger jaren) is blijven staan. Daar woont de huisverantwoordelijke van de Christophorusgroep. De oude deel is platgegooid en vervolgens herbouwd. Binnen de deel is op de begane grond woonruimte voor zes dementerende bejaarden en hun huiskamer aan de linkerkant van het gebouw. De huiskamer van Christophorus en een appartement voor een rolstoelafhankelijke bewoner van Christophorus zit aan de rechterkant. Achter het Christophorusdeel is een kantine van de dagbesteding. Op de eerste verdieping zijn aan de voorzijde zes zit-slaapkamers voor mobiele Christophorus bewoners. Aan de achterzijde is een grote ruimte door de dagbesteding. Op de zolder is een ruimte voor de wakkere nachtdienst die luistert in bij alle bewoners, behalve die van Christophorus. Wij hebben onze eigen (slapende) nachtwacht. Daarnaast is er een appartement om verwanten de mogelijkheid te bieden te blijven overnachten.’
Dan is het niet zo gek dat de Amerpoort in haar persbericht van juli schrijft:
‘Amerpoort is geïnteresseerd in een samenwerking met Christophorus, omdat het een waardevolle uitbreiding betekent van haar kleurrijke palet aan dienstverlening. Met name op het gebied van kind en jeugd, wat een concreet aandachtspunt vormt voor de komende jaren.
Het lijkt misschien een wat opmerkelijke stap, omdat het gaat om een samenwerking tussen een reguliere en een antroposofische organisatie. Het is echter een stap die past in de Camphill traditie en aansluit bij de visie van Amerpoort.
Het was de grondlegger van Camphill, Karl König, die zijn gemeenschap van mensen mét en zonder verstandelijke beperking in de bestaande maatschappij een plek wilde geven. Nooit was het zijn streven een eiland van antroposofische kennis te zijn. Het ging hem om de uitwisseling van kennis en methoden, de kans benutten van elkaar te leren en je gelijkwaardig aan elkaar te ontwikkelen.’
Wat Amerpoort precies is, staat op hun website:
‘Amerpoort verleent in de provincie Utrecht en ’t Gooi diensten aan mensen met een beperking: wonen, logeren, dagbesteding, vorming en training, vrijetijdsbesteding, thuiszorg, advies en ondersteuning.’
Het heeft tegen de achttienhonderd cliënten en even zovele medewerkers. Tweehonderd woonhuizen, bijna negentig dagbestedingsgroepen, en vestigingen in Achterveld, Amersfoort, Baarn, Bussum, Hilversum, Maarssen, Vleuten/De Meern, Nijkerk (Gld), Soest, Utrecht, Vinkeveen, Woerden en Zeist. Het maakt deel uit van een nóg grotere organisatie: de Carante Groep.
‘Carante Groep is een samenwerkingsverband van tien zelfstandige zorgaanbieders. De aangesloten organisaties zijn regionaal actief, verspreid over Nederland. Carante Groep biedt met 15.000 medewerkers zorg, begeleiding en ondersteuning op maat aan 17.000 cliënten. Carante Groep is actief in de zorg en dienstverlening aan mensen met een lichamelijke en verstandelijke beperking, de psychiatrie, ouderenzorg, welzijn en jeugdhulpverlening, met andere woorden carebreed.’
Zou Christophorus hiertussen passen? In het themanummer van de Verbinding uit 2004 beschrijft Hannelore Speelman in haar artikel ‘Camphill, een oefening in gemeenschapsvorming’ op enthousiaste wijze het principe van Camphill:
‘Camphill is een internationale beweging voor sociale vernieuwing en zorgverlening. Christophorus, Het Maartenhuis, Orion, de Noorderhoeve en het Huys, zijn de vijf Camphill-initiatieven in ons land. Camphill-plaatsen en antroposofische instelling staan beide voor kwalitatief goede antroposofische zorgverlening. Toch bespeurt iedere bezoeker in Camphill iets bijzonders.
Meer nog dan in andere heilpedagogische en sociaaltherapeutische instellingen is in de Camphillgemeenschappen extra aandacht voor dat specifieke stukje antroposofie dat zichtbaar wordt in de uitgangspunten van gemeenschapsvorming. Dit bijzondere willen we graag zichtbaar maken.
Camphill boogt op een lange historie. In 1939 vluchtte de joodse arts Karl König naar Schotland. Uitgangspunt voor König was het dienstbaar zijn aan de noden van de tijd. Hij wilde in dit licht de antroposofie in de toenmalige duistere tijden behoeden en praktisch verder ontwikkelen. Met medevluchtelingen kreeg hij de zorg voor enkele kinderen met een verstandelijke handicap toegewezen op het landgoed Camphill. Zij wilden deze zorg op een bijzondere manier vormgeven.
König vormde een leefgemeenschap waarbinnen ieder zijn leven zo normaal mogelijk met de kinderen deelde. Het gezonde van ieder kind stond centraal. De zorg kreeg gestalte door het samenleven, de gemeenschapsvorming centraal te stellen.
Kenmerken
De christelijke idealen vanuit de antroposofie waren hierin heel belangrijk. Mede daardoor had het samenleven kenmerken van een modern kloosterleven. Door op deze manier te werken ontstond er een bijzondere vorm van zorgverlening die berustte op drie pijlers:– Het waarnemen werd geoefend door het centraal stellen van het kind in de College Meeting, een beeldvormend gesprek.
– In de collegiale samenwerkingsvorm stond broederschap centraal en was de sociale hoofdwet en de sociologische basiswet inspiratiebron en uitgangspunt. Praktisch gezien vond dit zijn uitwerking in het Sociale Fonds. Medewerkers ontvingen geen salaris maar deelden broederlijk met elkaar de financiële middelen die nodig waren voor een sober levensonderhoud.
– De wekelijkse bijbelavond, als centraal punt, had zowel studie- als ontmoetingskarakter.König startte als eerste ook leefwerkgemeenschappen voor volwassen mensen met een verstandelijke handicap en werkte het idee uit dat iedereen ondanks zijn beperking zijn levenslot realiseert door het doen van zinvol werk. Het concept van het eerste Camphilldorp Botton werd dan ook een voorbeeld voor de wereldwijde ontwikkeling van de sociaaltherapie.
Bij de start van diverse Nederlandse antroposofische instellingen (zoals Bronlaak en Scorlewald) is er intensief contact geweest met de internationale Camphill-beweging en nam men er aspecten van in zijn organisatie over.
Professionaliseren
De tijd heeft niet stil gestaan en ook binnen de Camphill-plaatsen is de zorgverlening sterk geprofessionaliseerd. Veel medewerkers hebben op dit moment gewoon een baan binnen de Camphill-gemeenschappen. Zoals vroeger wonen ze niet meer overal onder één dak met de kinderen en de bewoners. Medewerkers ontvangen een salaris en hebben een dienstverband volgens het huidige CAO.De manier waarop er gewerkt wordt onderscheidt zich van andere antroposofische instellingen. Speerpunt is nog steeds gemeenschapsvorming en het werk in Camphill kan meer zijn dan het vervullen van een functie. De ontmoeting, het wederzijds werken aan de biografie en het samen vorm geven van het dagelijks leven vanuit de gelijkwaardigheid is voor bewoners en medewerkers een blijvende uitdaging.
Juist in deze tijd van verzakelijking is hier een sterke behoefte aan. Dit gebeurt niet alleen in de Camphill-beweging. Maatschappelijk is er een groeiende belangstelling voor de betekenis van de ontmoeting en een hernieuwde visie op de professionele houding van de zorgverlener.
De Camphill-beweging kan in de dialoog met andere zorgverleners en instellingen uit haar ervaring tot uitwisseling komen. Zo kunnen we uit interesse voor elkaar verder bouwen aan de biografie van de antroposofische zorgverlening.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten