Het duurt niet lang meer, en dan loopt de ambtstermijn van George W. Bush ten einde. Hij was degene die de Verenigde Staten een oorlog in Irak liet beginnen, die nog altijd niet volledig afgerond is. De redenen die hij opgaf voor deze oorlog zijn intussen vrijwel allemaal waardeloos gebleken. Jaren zijn voorbijgegaan. Roemloos gaat hij nu ten onder, de betrokkenen verbijsterd achterlatend.
Het is een associatie die mij zomaar inviel, niet bedoeld om een analogie te schetsen. Maar wel naar aanleiding van de reacties gisteren en vandaag op de weblog van Aertjan Grotenhuis. Ik schreef gisteren in ‘Gehoor’ over Grotenhuis’ nieuwste bijdrage, over, hoe kan het ook anders, de voorgenomen btw-heffing op complementaire behandelvormen. De reacties zoomen in op het voor mij nieuwe gegeven dat Grotenhuis meldde, namelijk dat minister Klink een uitgesproken mening heeft:
‘Hij moet niets hebben van niet wetenschappelijk erkende geneeswijzen. Hij wil geen kwaliteitsstempel zetten op wetenschappelijk gezien onzinnige behandelingen. Sterker nog, hij zou homeopathische en andere alternatieve artsen het liefst uit het artsenregister schrappen.’
Hoe komt minister Klink daaraan? Welke ervaringen hebben hem dit ingegeven? Een van de reacties, van een zekere Michael, bevestigt in ieder geval deze bewering van Grotenhuis. Je weet natuurlijk nooit of zo’n min of meer anonieme reactie waar is. Maar opmerkelijk is hij wel. Staatssecretaris Jan Kees de Jager wordt er een aparte rol in toebedeeld:
‘Dat de staatssecretaris van Financiën hier als kop van jut fungeert ten dienste van, ja zelfs in de rol van lakei figureert voor de minister van VWS, is staatsrechtelijk zeer opmerkelijk. De staatssecretaris wilde de Tweede Kamer namelijk, in lijn met de motie-Vendrik uit 2007, in het belastingplan 2009 alsnog tegemoet komen door voor complementaire artsen de BTW-vrijstelling te handhaven. Dat voornemen is echter door de minister van VWS gesaboteerd doordat deze bewindsman, opererend achter de coulissen, de rol vervult als de regisseur van het plan om de hele complementaire geneeskunde op termijn om zeep te helpen, en waarvan zijn obstructie tegen handhaving van de BTW-vrijstelling slechts de eerste stap is. Om dit doel te bereiken, bedient de minister van VWS zich van de zogeheten “grote leugen”: iets met voorgewende stelligheid beweren dat hij graag voor waarheid gehouden wil zien, terwijl deze bewindsman weet of kan weten dat hij een doelgericht onjuiste voorstelling van zaken aan het parlement geeft. De waarheid is namelijk dat tussen het wetenschappelijke bewijs inzake de effectiviteit van de reguliere geneeskunde versus die der complementaire geneeskunde geen enkele principieel verschil maar hoogstens een gradueel verschil bestaat. Het merendeel der reguliere geneeskundige handelingen is namelijk – anders dan de minister van VWS ons en onze volksvertegenwoordigers wil doen geloven – helemaal niet wetenschappelijk aangetoond, zoals ook David in zijn reactie nummer 4 terecht constateert en hetgeen ook de ondubbelzinnige visie is van de directeur beleid van de KNMG, de organisatie van circa 60.000 artsen die voor het overgrote deel regulier werken.
De “grote leugen” van onze minister van VWS, zonder het verkondigen waarvan zijn afkeer van complementaire geneeskunde als een plumpudding in elkaar zakt, dient door onze volksvertegenwoordigers tot de fundamenteel “ware” proporties te worden teruggebracht. De reguliere geneeskunde moet dan ook, anders dan de heer Ab Klink voor ogen staat, worden verrijkt met de integratie van bewezen complementaire behandelwijzen daarin.’
De David uit reactie 4 is ongetwijfeld David Kopsky, de secretaris van Iocob, die een uur voor deze reactie van Michael had geschreven:
‘Het argument van Ab Klink, de minister van VWS, dat reguliere geneeskunde evidence based is en alternatieve geneeskunde niet-evidence based is, is geheel ongefundeerd. Het verschil tussen alternatief en regulier is nagenoeg niet te maken. Namelijk wat bewijsvoering betreft, zegt Lode Wigersma, directeur Beleid van de KNMG in Nummer 40, najaar 2008, van Het Weleda Artsen Forum: “Ja, van alle dingen die je als arts doet is hoogstens 30 procent evidence-based. Als je je daar toe zou beperken, zou je de patiënt tekort doen. In ons standpunt over professionaliteit staat dan ook dat je primair het belang van de patiënt voor ogen moet houden. Ook als je daarvoor af moet wijken van EBM.” (Zie http://www.iocob.nl.)
Wat betreft Evidence based behandelingen op het gebied van complementaire en alternatieve behandelwijzen (CAM), zijn er vele studies en meta-analyses gepubliceerd die ondubbelzinnig aantonen dat vele vormen van deze therapieën effectief zijn, kostenbesparend werken en veilig zijn. De heer Klink zou de IOCOB site eens moeten lezen om tot dit inzicht te komen, of wetenschappijke journals die duidelijk aangeven hoe de stand van zaken is op het gebied van CAM (eCAM van Oxford Journals). Een paar kostenbesparende studies kan hij vinden op http://www.iocob.nl/kosteneffectief/index.php. En over bewijsvoering, bekijk de rest van de site.’
Het meeste wat hij schrijft is op deze weblog van mij al aan bod gekomen. Over dat interview met Lode Wigersma schreef ik bijvoorbeeld een kleine vier weken geleden (mocht u dat ontgaan zijn, ik noem het maar even) op 23 september 2008 in ‘Het zaad van de haat’. Grote woorden, dat wel, maar niet helemaal onterecht dunkt me. De Bush-associatie komt onmiddellijk weer bovendrijven. – Goed, in ieder geval kwamen er nog meer reacties binnen. Die na die van Michael was van een A. ’t Zelfde, wat niets anders dan een pseudoniem kan zijn. Ook die laat ik weer in zijn geheel volgen. Bijster origineel ben ik op deze manier niet. Maar daar gaat het hier ondertussen ook niet meer om. Het is immers een gevecht van erop of eronder, zoals Aertjan Grotenhuis gisteren al schreef.
‘Om vooraf ieder misverstand te vermijden; ik neem de reguliere geneeskunde bijzonder serieus en vind het ongelooflijk wat deze allemaal heeft bereikt en presteert. In de hele discussie over reguliere en alternatieve geneeskunde wordt echter volgens mij veel te weinig rekening gehouden met het algemeen bekende feit dat in veel gevallen ziekten en kwalen kunnen worden genezen door het lichaam/de geest de goede impulsen te geven om tot “zelf” genezing te komen (terrein van de bijv. de homeopathie en antroposofische geneeskunde; ook echte aandacht en goede zorg vallen hieronder) c.q. belemmeringen weg te nemen (bijv. acupunctuur, al honderden jaren tot op heden de officiële geneeskunde in China).
Vaak is het nodig om de kwaal/ziekte direct te bestrijden. (bijv. bij een gebroken been, hardnekkige eczemen of veel ernstige, al dan niet levensbedreigende situaties c.q. ziekten). Voor de laatste categorie moeten we ons gelukkig prijzen dat de reguliere geneeskunde ons hierbij ten dienste staat. Dat hiervoor de strenge dubbelblind methode voor medicijnen en behandelmethoden als maatgevend wordt beschouwd, is misschien wat “over de top”, maar geeft natuurlijk wel een hoge mate van zekerheid. Dat de dubbelblind methode onverkort als eis wordt gesteld voor medicijnen en behandelmethoden die het lichaam stimuleren tot genezing is een methodologische misser, en het is ondanks alle pretenties allesbehalve wetenschappelijk en het miskent zelfs het algemeen bekende feit dat er middelen en methoden zijn die genezing stimuleren i.p.v. de kwaal/ziekte rechtstreeks bestrijden. Ik denk dat het hard nodig is dat ten principale onderkend wordt dat genezing op verschillende wijze mogelijk is en dat een goede testmethode wordt ontwikkeld – anders dan de dubbelblind methode – om de werkzaamheid van de zg. alternatieven medicijnen en methoden te toetsen. Dit helpt ook ter bestrijding van allerlei echte onzinmedicijnen, -therapieën en kwakzalvers.
Naar mijn mening zit de oorzaak van het probleem dat in deze discussie naar voren komt bij degenen die – begrijpelijk – kwakzalverij bestrijden, maar vervolgens vervallen in wetenschappelijk dogmatisme, niet openstaan voor nieuwe gezichtspunten en zelfs zover gaan dat zij de praktijk negeren en zelfs bestrijden omdat zij dat niet kunnen rijmen met hun zogenaamde wetenschappelijke inzichten (grote aantallen evaringsdeskundigen worden niet serieus genomen of zelfs voor gek versleten; volgens de NRC werd recent de direkteur van de medische faculteit van de VU zelf nagedragen dat hij een “duistere kant” heeft omdat hij wetenschappelijk onderzoek heeft toegestaan naar de werking van alternatieve medicijnen). Vooralsnog ben ik al tientallen jaren zeer tevreden met een erkende, afgestudeerd reguliere arts – die mij goed werkende en goedkope antroposofische c.q. homeopathische middelen voorschrijft als dit nodig is en niet aarzelt om reguliere middelen voor te schrijven als dit nodig is. Ik ben uiteraard niet tevreden met het feit dat de goedkope en goedwerkende alternatieve middelen niet worden vergoed, terwijl ik wel mijn volledige ziekteverzekering betaal; waarin begrepen de kosten voor vergoeding voor de duurdere reguliere middelen die ik niet gebruik. Voorts blijf ik mij verzetten tegen politici en zg. wetenschappers en deskundigen en die mij het onmogelijke proberen wijs te maken, namelijk dat iets op wetenschappelijke gronden niet kan werken, terwijl tien- c.q. honderdduizenden mensen waaronder bekenden, mijn gezinsleden en ikzelf, bij herhaling hebben ervaren dat het wel werkt.’
Je mag je gelukkig prijzen als je op je weblog zulke reacties krijgt. Meteen wordt duidelijk wat voor belangrijke functie zo’n soort weblog kan hebben. Maar hiermee is het nog niet gedaan – nog lang niet waarschijnlijk. Vandaag kwam een nieuwe reactie binnen, de eerste van deze zondag, een uiterst relevante ook, ondertekend door ‘Sonny’:
‘De minister van VWS slaat de plank helemaal mis wat betreft het door hem veronderstelde wetenschappelijke bewijs van de reguliere geneeskunde (EBM). Zijn standpunt wordt eveneens afgewezen door de directeur Beleid van de KNMG.
Als de minister van VWS het Position Paper van de CAM-ARTSEN zou hebben geraadpleegd, zou hij daarin hebben kunnen lezen dat volgens een recente publicatie in de British Medical Journal bij 2500 reguliere behandelingen is onderzocht wat daarvan de (bewezen) effectiviteit is. Het resultaat van dat onderzoek moet voor de minister van VWS bijzonder onthutsend zijn. Slechts 13% van de toegepaste behandelingen werd heilzaam bevonden, slechts 23% vermoedelijk heilzaam, 8 % schommelde tussen heilzaam en schadelijk, 6 % was vermoedelijk niet heilzaam, 4% waarschijnlijk niet werkzaam of zelfs schadelijk, en van maar liefst 46 %, het grootste percentage, was de effectiviteit geheel onbekend. De conclusie uit dat breed opgezette onderzoek is dan ook dat het merendeel van de reguliere geneeskunde geen wetenschappelijke basis heeft, en dus niet EBM is, zodat de minister van VWS in dit opzicht een volstrekt valse tegenstelling suggereert tussen reguliere en complementaire behandelwijzen.
Het lijkt er dan ook sterk op dat de minister van VWS zich hier heeft laten blinddoeken door de hijgerige standpunten van de Vereniging tegen de Kwakzalverij die al jaren doende is om aan de Nederlandse bevolking een totalitaire geneeskunde op te dringen. Zo ver mag het echter nooit komen. Als de patiënt volledig overgeleverd dreigt te worden aan een nog goeddeels onbewezen strikt reguliere geneeskunde, is dat een nachtmerrie voor iedereen voor wie het zelfbeschikkingsrecht over zijn eigen gezondheid een onvervreemdbaar goed is. En bedenk daarbij wel, regeringen komen en gaan, ministers van VWS komen en gaan, maar het grondrecht om in volle omvang over het eigen lijf te beschikken, dient uitsluitend aan de burger te blijven toekomen, en behoort niet te worden ontfutseld door een minister van VWS die zich hier op wankele gronden het aureool van onfeilbaarheid heeft aangemeten.’
Een klein half uur later was er alweer een volgende reactie, dit keer wel volledig ondertekend, namelijk door Arnold Deckers, iemand die binnen een gezondheidscentrum met reguliere huisartsen heeft gewerkt:
‘Door de BTW maatregel en de halsstarrige houding van VWS wordt CAM geneeskunde gediscrimineerd t.o.v. de reguliere geneeskunde. Dit terwijl er in verschillende praktijken al een goede samenwerking is ontstaan tussen de reguliere huisartsen en CAM artsen. Deze maatschappelijke ontwikkeling wordt nu door VWS belemmerd in plaats van bevorderd.
Met drie artsen voor homeopathie en een arts voor acupunctuur hebben wij 10 jaar lang gefunctioneerd binnen een gezondheidscentrum met reguliere huisartsen. De samenwerking was prima, en de CAM geneeskunde was een aanvulling op reguliere geneeskunde. Uitgangspunt voor de samenwerking was het vooropstellen van de centrale functie van de huisarts binnen de gezondheidszorg. De functie van deze medisch deskundige gezondheidscoach is in de huidige geneeskunde onontbeerlijk. Mijns inziens wordt de functie en de kwaliteit van de huisartsgeneeskunde in Nederland nog steeds, ook door VWS, fors ondergewaardeerd. Het idee dat CAM en reguliere geneeskunde tegenover elkaar staan wordt door de houding van VWS bevorderd, terwijl er in het veld bij de CAM artsen een hoge waardering is voor de huisartsgeneeskunde. De minister kan hiervoor de gedragscodes van de verschillende CAM artsenverenigingen raadplegen.Met de centrale positie van de huisarts als uitgangspunt hadden wij een aantal afspraken gemaakt, bijvoorbeeld dat de CAM artsen zelf geen reguliere medicatie zouden voorschrijven, dat ze de patiënt niet zelf zouden doorverwijzen naar de specialist, etc. Deze afspraken werden in onderling overleg vastgesteld. De samenwerking verliep op deze wijze uitstekend en zo nodig was er overleg. Een overleg waarin het van twee kanten mogelijk was ook ieders [!] beperkingen in therapeutische mogelijkheden te bespreken. Respect voor elkaar en communicatie [hoor ik Balkenende ?] waren voldoende om een ‘anti-vóór’ situatie om te zetten in een synergetische win-win-win situatie, waarbij het meeste gewin de patiënten ten deel viel.
In de moderne huisartsgeneeskunde heeft de huisarts de regie, maar werkt hij niet solitair. Hij werkt samen met gespecialiseerde verpleegkundigen, GZ psycholoog, fysiotherapie etc. Binnen dit veld kan de CAM geneeskunde als complementaire geneeskunde een waardevolle en extra aanvulling zijn op de reguliere geneeskunde. In verschillende CAM praktijken bestaat er al een uitstekende samenwerking met de huisartsen. Deze ontwikkelingen in het veld worden nu door de overheid niet gesteund maar juist belemmerd. VWS verschanst zich achter oude stellingen in plaats van de ontwikkelingen in het veld te volgen en te reguleren, in het belang van een gezonde gezondheidszorg. VWS lijkt in deze ontwikkeling te fungeren als een “Klink” in de kabel. De eenzijdige stellingname van VWS werkt polariserend en de tegenstelling tussen vóór- en tegenstanders van CAM geneeskunde wordt erdoor aangewakkerd. Een regulerende overheid die verantwoorde samenwerking tussen CAM geneeskunde en reguliere geneeskunde bevordert, zou mijns inziens te prefereren zijn boven een polariserende overheid.’
Kan het duidelijker? Laten de Tweede Kamerleden dit alles tot zich doordringen, dan is het toch duidelijk welke kant het opmoet. Zou Minister Klink zich tot negatief populisme verlagen, in het kielzog van het ongenuanceerde gebrul van de Vereniging tegen de Kwakzalverij? Je kunt het je eigenlijk niet voorstellen. Nou ja, George Bush is ook maar liefst acht jaar aan het bewind geweest...
3 opmerkingen:
Sorry Michel, maar het plaatsen van dit citaat is toch echt wel een enorme misser hoor:
"Dat de dubbelblind methode onverkort als eis wordt gesteld voor medicijnen en behandelmethoden die het lichaam stimuleren tot genezing is een methodologische misser, en het is ondanks alle pretenties allesbehalve wetenschappelijk en het miskent zelfs het algemeen bekende feit dat er middelen en methoden zijn die genezing stimuleren i.p.v. de kwaal/ziekte rechtstreeks bestrijden. Ik denk dat het hard nodig is dat ten principale onderkend wordt dat genezing op verschillende wijze mogelijk is en dat een goede testmethode wordt ontwikkeld – anders dan de dubbelblind methode – om de werkzaamheid van de zg. alternatieven medicijnen en methoden te toetsen."
Ten eerste is het iedereen in de reguliere gezondheidszorg allang duidelijk dat genezing op verschillende manieren mogelijk is.
Maar waar het me vooral om gaat:
Waarom zouden medicijnen die 'het lichaam stimuleren tot genezing' niet via de placebogecontroleerde dubbelblinde onderzoeksmethode kunnen (en moeten) worden aangetoond?
@Jan Cornelissen:
In mijn ervaring is het in de reguliere zorg nog veel te weinig mensen (en vooral artsen) duidelijk dat genezing op vele manieren mogelijk is. Dus is hier wel degelijk een strijd te voeren...
Al was het maar om het algemeen bewustzijn te verbreden!
Alles waar voldoende wetenschappelijk bewijs voor geleverd kan worden komt in aanmerking om te worden opgenomen binnen de reguliere geneeskunde. De gebruikte methode, mits veilig genoeg, is daarbij is volstrekt irrelevant.
Een reactie posten