Bedoeld is: antroposofie in de media. Maar ook: in de persbak van de wijngaard, met voeten getreden. Want antroposofie verwacht uitgewrongen te worden om tot haar werkelijke vrucht door te dringen. Deze weblog proeft de in de media verschijnende antroposofie op haar, veelal heerlijke, smaak, maar laat problemen en controverses niet onbesproken.

vrijdag 20 februari 2009

Mixture

Tsjongejonge, wat een nieuws allemaal om over te berichten vandaag. Ik weet gewoon niet waar ik moet beginnen. Op de Iocob-website vond ik twee memorabele berichten, evenzeer twee beschouwingen bij het internettijdschrift ‘Mens en wereld’ van Ton Jansen, de website van de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Artsen springt zowaar ook in op het nieuws met een informatiefolder over HPV vaccinatie, en dan hebben we ook nog nieuws over Robert Gorter bij de Vereniging tegen de Kwakzalverij. Laat ik maar met dit laatste beginnen.

Robert Gorter is hier al verschillende keren aan bod gekomen. Zoals op op 10 juli 2008 in ‘Tegenaanval‘, waarin ik beschreef hoe hij door de Vereniging tegen de Kwakzalverij op de korrel werd genomen. Drie dagen later, op 13 juli 2008, volgde ‘Het eigen ware verhaal‘, met daarin een interview uit 2003 met hem door Petra Weeda, uit Jonas. Op 5 augustus 2008 kwam in ‘Uitgewoed‘ Kees Braam, webmaster van kanker-actueel, aan het woord. Deze schreef over het in diskrediet brengen van Gorter en anderen door de Vereniging tegen de Kwakzalverij:

‘Gelukkig is hun dat niet gelukt. In tegendeel de Belgische zusterorganisatie Skepp ligt nog steeds een grote schadeclaim te wachten van dr. Robert Gorter. Tot nu toe heeft Skepp alle rechtzaken daarover verloren.’

Op 6 januari schreef Jan Willem Nienhuys op de website van de Vereniging tegen Kwakzalverij over deze rechtszaak, in een nieuwsbericht met de titel ‘Gorter contra de Vlaamse sceptici. Ex-professor eist 25.000 euro’:

‘Op 9 januari komt in Antwerpen het proces voor van Robert Gorter tegen SKEPP, prof. Wim Betz van SKEPP en Luc Bonneux. Gorter vindt dat SKEPP hem onterecht een kwakzalver noemt en hij eist dat SKEPP een stuk over hem verwijdert, en hij wil ook nog eens 25.000 euro schadevergoeding.

In een ‘Naschrift’, gedateerd 9 januari 2009, staat echter:

‘De rechtszitting heeft plaatsgevonden, de uitspraak is over circa een maand. Gorter heeft de eis van 25.000 euro laten vallen, maar wil wel proceskosten terug als hij wint.’

Het artikel zelf bevat genoeg interessante elementen en interessante links – want dat doet hij goed, onze Jan Willem Nienhuys – om hier in zijn geheel weer te geven (ik neem tenminste aan dat de Vereniging tegen de Kwakzalverij daar geen bezwaar tegen heeft). De toon is, zoals we dat van de scribenten binnen deze vereniging gewend zijn, uitermate sceptisch, om niet te zeggen cynisch:

‘Het gewraakte artikel staat al sinds mei 2004 op de website van SKEPP met een toevoeging waarin een brief uit september 2005 wordt geciteerd, die er op neer komt dat Gorter in de zomer van 2005 uit een samenwerkingsverband werd gezet. In de zomer van 2006 volgde een aanklacht van Gorter tegen SKEPP. Gorter wil een schadevergoeding hebben van 25.000 euro van SKEPP, van prof. Wim Betz (voorzitter van SKEPP) en van de epidemioloog dr. Luc Bonneux die samen met Betz het artikel schreef. Het AD besteedde op 3 oktober 2006 ook aandacht aan Gorter. Het bedrag van 25 mille is nogal wat voor een kleine organisatie als SKEPP, maar voor Gorter is het minder dan wat hij met zijn charmes van een enkele wanhopige patiënt(e) kan aftroggelen.

Inmiddels is er weer het een en ander gebeurd. Gorter heeft enkele ruimtes gehuurd in het Keulse Eduardus-Krankenhaus met steun van de zakenman-farmacoloog Kees Kleinbloesem van het omstreden stamcelbedrijf Cells4Health (voor stamceltherapie zie elders op deze site).

Vervolgens heeft Gorter ruzie (over geld, natuurlijk) met Kleinbloesem gekregen, en ook met een andere geldschieter, Jan Bons. Bons beschuldigt Gorter ervan dat hij de patiënten contant liet betalen (kennelijk zonder kwitantie en in elk geval zonder het te boeken) en daarna die patiënten nog een rekening stuurde; wie de gepeperde rekeningen van Gorter niet betaalt, krijgt vervolgens met een incassobureau te maken.

Inmiddels heeft een Duitse rechtbank uitgesproken dat Gorter zich geen professor meer mag noemen. Zoals bekend kan in Nederland elke semi-alfabete waarzegger zich professor noemen (Professor Banjian voor al uw liefdesproblemen en hulp bij zakelijke transacties), maar bij onze oosterburen zijn ze daar wat preciezer mee.

Gorter past onbewezen therapieën toe, waarvan hyperthermie en dendritische celtherapie de meest spectaculaire zijn. Hyperthermische therapie klinkt eenvoudig, maar is in feite heel moeilijk en kan alleen worden toegepast in gespecialiseerde centra, meestal in combinatie met andere therapie. Er wordt heel veel onderzoek naar gedaan.


Bij therapie met dendritische cellen – een onderdeel van het immuunsysteem – gaat het er niet alleen om dat zulke cellen van de patiënt worden opgekweekt (wat Gorter doet) maar dat die cellen ook geleerd moet worden “de vijand”, bijvoorbeeld een tumor-antigen, te herkennen (wat Gorter niet doet). Ook hier wordt veel onderzoek naar gedaan, maar alleen in enkele gevallen, vooral huidkanker, is enig resultaat geboekt. Het probleem is dat niemand echt weet hoe dat “aanleren” moet gebeuren. Een doorbraak op dit gebied zou een Nobelprijs waard zijn.


SKEPP zal op 9 januari goed beslagen ten ijs komen, met brieven van hoogleraren-diensthoofden van vier universitaire kankercentra, die de behandelingen van Gorter (waaronder ook die met Iscador) afwijzen. Het is te hopen dat de rechtbank in Antwerpen deze getuigenissen op waarde zal beoordelen. Het is natuurlijk altijd mogelijk dat de rechter zal vinden dat SKEPP maar moet bewijzen dat de behandelingen van Gorter níét werken, en dat een paar getuigenissen van tevreden patiënten de doorslag zullen geven, ook als er geen causaal verband gelegd kan worden tussen de behandeling en de veronderstelde genezing. Tegen Gorter pleit natuurlijk dat hij geen gebruik heeft gemaakt van het aanbod om op de website van SKEPP uit te leggen waarom het wel zinnig is wat hij doet.


In een lang artikel in het onlangs verschenen winternummer 2008 van Wonder en is gheen wonder, het blad van SKEPP, spreken Betz en Bonneux de hoop uit dat de Europese richtlijn 2005/29/EG in alle lidstaten toegepast gaat worden.


Die richtlijn is heel streng jegens misleidende handelspraktijken. In artikel 12 staat dat de overheid kan eisen dat iemand bewijzen aandraagt voor beweringen over zijn handelspraktijk, en dat als die bewijzen niet geleverd kunnen worden ze dan als onjuist beschouwd mogen worden – en dus verboden volgens artikel 6. Nummer 17 van de 31 oneerlijke praktijken in de Bijlage I luidt: “Bedrieglijk beweren dat een product ziekten, gebreken of misvormingen kan genezen.” Bovendien moet volgens artikel 5, lid 3, bij praktijken gericht op “consumenten die wegens een mentale of lichamelijke handicap, hun leeftijd of goedgelovigheid” de bedrieglijkheid worden beoordeeld vanuit juist die groep.


Wie dus therapieën aanbiedt aan wanhopige kankerpatiënten, zit al fout (volgens deze richtlijn) wanneer hij op verzoek van een rechterlijke of administratieve instantie, de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) bijvoorbeeld, onvoldoende bewijs kan leveren voor de gedane beweringen. Daarbij mag IGZ uitgaan van de interpretatie die de doodzieke en wanhopige patiënt aan die beweringen geeft.’

Tot zover het nieuwsbericht van 6 januari. Vandaag meldt de vereniging op haar website, onder de titel ‘Gorter verliest proces tegen SKEPP’:

De Antwerpse rechtbank van eerste aanleg heeft de schade-eis afgewezen die de omstreden alternatieve kankerbehandelaar Robert Gorter had ingespannen tegen de vzw SKEPP en twee van zijn leden, de artsen Wim Betz en Luc Bonneux.’
In het licht van het voorgaande is het afwijzen van die schade-eis een beetje vreemd, omdat Gorter die juist had laten vallen. Maar goed, misschien is schade-eis in overdrachtelijke, en niet in financiële zin bedoeld? Hoe dan ook, de webredactie plaatst hierbij het volgende persbericht:

‘De Nederlandse arts Robert Gorter baat een “kankerkliniek” uit in Keulen waar hij kankerpatiënten behandelt met behulp van allerlei alternatieve therapieën, zoals homeopathie, vitaminekuren en behandeling met maretakextract. Betz en Bonneux wezen er in een artikel op de website van SKEPP op dat die methoden onzinnig zijn en dat Gorter de kwalificaties van kankerspecialist mist. Ze vonden zijn behandelingen, die patiënt gemakkelijk tienduizenden euro’s kosten, een duidelijk voorbeeld van kwakzalverij.

Gorter stapte naar de rechtbank omdat hij door die publicatie schade zou hebben opgelopen. Hij eiste dat SKEPP het artikel van zijn website zou halen. Bovendien eiste hij van beide auteurs en van de vereniging 25.000 euro schadevergoeding.

De rechtbank wijst die eisen nu af vanwege het recht op vrije meningsuiting (vonnis van 6/2/2009). Het gewraakte artikel is volgens de rechters “een bijdrage van twee dokters die zich kunnen beroepen op enige faam in de medische wereld. Zij beroepen zich op hun onderzoek ter zake en op de gefundeerdheid van hun uitlatingen en kritiek.” Het gaat dus niet om “lichtzinnige ideeën” en Gorter heeft niet kunnen aantonen dat men enkel de bedoeling had hem kwaadwillig te schaden. De rechtbank spreekt zich niet uit over de behandeling van Gorter, maar merkt op: “Wie zich als dokter in de medische wereld inlaat met experimentele therapieën stelt zich bloot aan kritiek op deze therapieën en op zijn handelswijzen.” Door bovendien publiciteit te geven aan zijn behandeling, stelt Gorter zich bloot aan kritiek, aldus de magistraten. Zijn eis wordt verworpen en hij moet onze gerechtskosten vergoeden. Het bewuste artikel is nooit van de website weggeweest.

SKEPP is uiteraard verheugd dat een rechtbank uitdrukkelijk het recht op vrije meningsuiting erkent als er gefundeerde kritiek wordt geleverd op omstreden therapieën. Dat klinkt vanzelfsprekend voor een vrij land, maar toch werd eerder in Nederland de Vereniging tegen de Kwakzalverij veroordeeld werd omdat ze een andere omstreden therapeut een “kwakzalver” had genoemd. Betz en Bonneux hebben niet geaarzeld die term te gebruiken, maar duidelijk uitgelegd wat ze ermee bedoelden: “het regelmatig verkopen of aanbevelen van behandelingen of producten waarvan de werking niet bewezen is.”

SKEPP levert alleen kritiek op omstreden praktijken en theorieën als die gebaseerd is op ernstig onderzoek en kennis van zaken. De rechtbank heeft dat ook voor dit geval erkend. Dat is een goede zaak in de strijd tegen flauwe kul en charlatanisme.

Naschrift webredactie: De VtdK feliciteert SKEPP en in het bijzonder Wim Betz en Luc Bonneux.’

Goed, dit was dus het eerste nieuwsbericht van vandaag. Eens kijken of ik de overige wat korter kan brengen. De informatiefolder over HPV vaccinatie van de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Artsen. Op de ‘Actueel’-pagina van haar website staat bovenaan het volgende bericht:

‘Voorlichting HPV vaccin.
Binnenkort wordt er gestart met de voorlichting over en de daadwerkelijke vaccinatie met het HPV-vaccin. Over dit vaccin is in de media en onder artsen veel te doen. Ook binnen de antroposofische geneeskunde is er een visie op vaccineren in het algemeen en dit vaccin in het bijzonder. Onze Duitse collega kinderartsen maakten daar een voorlichtingsfolder over, welke we nu voor u vertaald hebben. U vindt deze hier.’

Prima! We willen graag weten wat antroposofische medici en therapeuten hiervan vinden. In de folder wordt eerst uitgelegd wat ‘Humane Papilloma Virussen’ eigenlijk zijn. Vervolgens gaat het over ontstaan en herkenning van baarmoederhalskanker in een vroeg stadium en in hoeverre HPV-vaccinatie daartegen zinvol is. Tot slot worden tien overwegingen genoemd die helpen om in elke individueel geval een goed besluit te kunnen nemen. Resumerend wordt gesteld:

‘De genoemde overwegingen, als ook de nog onbeantwoorde vragen laten zien, dat een gefundeerde beslissing eerst na zorgvuldige afweging genomen kan worden. In dit informatieblad wordt uitgelegd dat het mogelijk is van de vaccinatie af te zien, zonder een onverantwoord risico te nemen. Het risico is mede afhankelijk van de eigen levensstijl en van de manier van omgaan met seksualiteit.

Naast de medische aspecten zijn er bij het besluit al of niet te vaccineren dus ook pedagogische aspecten. Welke boodschappen mogen ouders (en artsen) hun kinderen meegeven? Een boodschap zou kunnen luiden: “we beschermen je tegen een seksueel overdraagbare ziekte met eventuele zwaarwegende gevolgen, zodat je geen angst voor een infectie hoeft te hebben.”

Daar tegenover zou een andere boodschap kunnen zijn: “we proberen je een levensstijl mee te geven, die je gezondheid bevordert. We vertrouwen dat je in toenemende mate zelf verantwoordelijkheid kan dragen voor je gezondheid en je leven.”

Tegen deze achtergrond wordt duidelijk, dat de oordeelsvorming over de HPV-vaccinatie een medische en pedagogische opgave is. Zoekt U hiervoor zonodig het gesprek met Uw huisarts, kinderarts of gynaecoloog op.’

Voor de tekst tekenen:

‘Met toestemming van de Gesellschaft Anthroposophischer Ärzte Duitsland:
Dr. med. Angela Kuck, gynaecologe, Richterswill, Zwitserland
Dr. med. Bart Maris, gynaecoloog, Krefeld
Georg Soldner, kinderarts, München
Bewerkt voor Nederland door Barbera Bischot en Madeleen Winkler, december 2008.’

Dan wil ik graag de twee nieuwste bijdragen noemen die Ton Jansen publiceerde in zijn internettijdschrift ‘Mens en wereld. Tijdschrift voor antroposofie en sociale driegeleding.’ De artikelen zelf zijn hier te vinden. De voorlaatste stond in nr. 56 van de eerste jaargang, die van zaterdag 14 februari 2009, en had als titel ‘Buitenspel II’ (de tweede aflevering dus met dit onderwerp). Die ging over de aanschaf van de Joint Strike Fighter (JSF) en hoeverre deze aanschaf wordt bepaald door oneigenlijke argumenten, zoals nauwe politieke en financiële banden met de Verenigde Staten. Ton Jansen maakt daarbij dankbaar gebruik van het proefschrift van defensiespecialist Bert Kreemers, ‘Hete hangijzers’. Daarin wordt de vijftigjarige geschiedenis geschetst van de aanschaf van Amerikaanse toestellen voor de Nederlandse luchtmacht: de Starfighter van Lockheed, de Northrop NF-5, de huidige F 16, en dan nu dus de JSF. Ton Jansen schrijft naar aanleiding hiervan:

‘De politieke keuzes die Nederland maakt blijken dus een economische achtergrond te hebben. Vandaar ook de consequente keuze voor een Amerikaans toestel, want de Verenigde Staten hebben ons natuurlijk economisch veel meer te bieden dan bijvoorbeeld Frankrijk, Italië of Zweden. Bovendien zijn er door het bestaan van enkele grote multinationals, zoals Shell en Unilever, die hun wortels zowel in Nederland als in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten hebben, sterke economische banden tussen deze landen. Het is dus de vervlechting tussen het economische en het politieke leven (rechtsleven), die de afhankelijkheid van onze regering jegens de Verenigde Staten verklaart. Zou deze vervlechting er niet zijn, dan zou de regering bij dergelijke keuzes de handen vrij hebben en niet onder druk van het bedrijfsleven staan, om de simpele reden dat zij dan geen economische verantwoordelijkheden zou hebben en in dit opzicht dus niet chantabel zou zijn. Zodat van een eerlijke vergelijking tussen de verschillende mogelijkheden sprake zou zijn, in plaats van de bevooroordeelde keuzes die nu steeds worden gemaakt.

Behalve de vervlechting tussen het economische en politieke leven is er nog een tweede reden waarom Nederland in veel gevallen wel gedwongen is om de Verenigde Staten te volgen. Deze reden is gelegen in de “voor wat, hoort wat”-politiek, waar dit land zich standaard van bedient. “Met deze politiek”, zo schrijft Marcel van Dam, “wordt de [politieke en economische] macht van Amerika omgezet in Amerikaans voordeel”. Want “als een land dat lid is van de Veiligheidsraad Amerikaanse steun ontvangt en een stem uitbrengt tegen de Amerikaanse belangen, kan het die steun voorlopig wel vergeten”. Omgekeerd worden de landen die de Amerikaanse politiek braaf volgen, wel met politieke of economische steun beloond, zoals bijvoorbeeld Georgië dat direct na de oorlog met Rusland vorig jaar voor een miljard dollar aan hulp van de VS ontving. Een mengeling van omkoping en chantage, zo zouden we de Amerikaanse “voor wat, hoort wat”-politiek kunnen noemen. Door Bush werd deze politiek na de gebeurtenissen van “11/9” op de spits gedreven, toen hij verklaarde: “wie niet voor ons is, is tegen ons”.

Ook benoemingen op hoge politieke posten nemen in deze “voor wat, hoort wat”-politiek een belangrijke plaats in. Het is niet ondenkbaar dat in dit geval de benoeming van Jaap de Hoop Scheffer tot secretaris-generaal van de NAVO een rol heeft gespeeld bij het besluit van het kabinet om aan de oorlog in Irak deel te nemen. Zo bezien kan – zoals Marcel van Dam scherp opmerkt – Jaap de Hoop Scheffers benoeming tot secretaris-generaal van de NAVO als een soort “beloning” worden gezien voor zijn inschikkelijkheid als minister van Buitenlandse Zaken. Te bewijzen valt dit uiteraard niet, want koehandel als deze wordt natuurlijk niet openlijk bedreven, maar onwaarschijnlijk lijkt het niet. Ook een parlementair onderzoek naar de rol van het kabinet omtrent deelname aan de oorlog in Irak kan dit allemaal niet boven tafel brengen. Het zal dus weinig nieuws opleveren en is in die zin overbodig.’

Hiermee wordt door Ton Jansen de insteek van de sociale driegeleding duidelijk gemaakt aan de hand van actuele politieke vraagstukken. Dit gebeurt ook in zijn laatste bijdrage, van gisteren 19 februari, getiteld ‘Koffiedik kijken’. Die gaat over de kredietcrisis en de uiterst sombere voorspellingen van het Centraal Planbureau (CPB). Maar ook over de reactie van de politiek hierop. Nu blijken niet alleen de voorspellingen, maar ook de politieke en economische reacties die ten beste worden gegeven bijzonder wisselvallig en wispelturig, zoals Ton Jansen goed gedocumenteerd laat zien. Hij schrijft hierover:

‘Wat zegt ons dit allemaal? Hebben we hier met louter charlatans te doen, beunhazen in hun vak? Of is er soms meer aan de hand? Waar de onzekerheid zo groot is en het herzien van uitspraken en voorspellingen geen regel maar uitzondering, kan dat natuurlijk niet meer aan het falen van individuen worden geweten. Bovendien hebben we bij mensen als Barro en Krugman te maken met de meest vooraanstaande wetenschappers op het gebied van de economie. De echte oorzaak is dat de economische wetenschap in feite geen wetenschap is. En ook nooit zal kunnen zijn, zolang ze haar doelen en methoden niet aanpast. Minstens twee uitgangspunten van de economie zijn namelijk aantoonbaar onjuist, en wel in de eerste plaats de veronderstelling dat het om een soort kennis gaat die vergelijkbaar is met de natuurwetenschap. En in de tweede plaats de veronderstelling dat de economie vanuit een centraal punt te sturen (lees: beheersen) zou zijn.

Beide uitgangspunten zijn aantoonbaar onjuist. De economie is namelijk geen anorganische wetenschap, maar een sociale wetenschap die op het gedrag van mensen betrekking heeft. En mensen zijn nu eenmaal geen levenloze voorwerpen, die naar believen gemanipuleerd kunnen worden, maar levende wezens die met een eigen wil zijn bezield en naar eigen inzicht handelen. Voor zover de economie een wetenschap kan en wil zijn, zal zij zich dus in de eerste plaats moeten realiseren dat kennis, in de zin zoals de natuurwetenschap die kent, en dus ook voorspellingen niet mogelijk zijn. En dat zij rekening moet houden met de eigen wil van de mens.

Iemand die dit terdege beseft heeft en tegelijk de aanzet heeft gegeven tot de vernieuwing van de economie is Rudolf Steiner. Het belangrijkste gezichtspunt dat hij in dit opzicht aandraagt, is dat de enkeling het geheel van het economische leven nooit en te nimmer in zijn eentje zal kunnen overzien. Daarvoor is het economische leven simpelweg te complex. Het reguliere streven om een alomvattende economische wetenschap te grondvesten, die alles overziet en samenvat, is dus simpelweg onhaalbaar. In plaats daarvan zouden er volgens Rudolf Steiner zogeheten associaties moeten komen, waarin mensen die bij een bepaald gebied van het economische leven betrokken zijn, samenkomen en hun ervaringen uitwisselen. Bijvoorbeeld alle producenten van een bepaald product uit een bepaalde regio. Of simpelweg alle producenten uit een bepaalde regio. Of juist producenten en consumenten (en ook de handelaren) uit een bepaalde bedrijfstak. Enzovoorts. We kunnen hierbij bijvoorbeeld denken aan de OPEC, de organisatie van olieproducerende landen. Deze associaties, zo legt Rudolf Steiner uit, zijn in feite de ogen en de oren van het economische leven. Hierin worden de afzonderlijke ervaringen van de diverse deelnemers tot een geheel samen gevoegd. Alleen zo kan werkelijk overzicht en inzicht ontstaan, dat vervolgens als basis voor het handelen kan dienen. Heel wat anders dan de huidige economische wetenschap, die enerzijds vooral abstracte theorieën kent, waarvan het raakvlak met de realiteit twijfelachtig is; en anderzijds vooral op de ervaring uit het verleden berust, al dan niet in statistieken weergegeven. Met als manco dat deze ervaring geen uitsluitsel biedt in individuele gevallen en weinig tot niets kan zeggen over de toekomst. Inzicht en handelen zijn in deze wetenschap ook twee verschillende zaken, terwijl deze in de associaties waar Rudolf Steiner over spreekt hand in hand gaan: de mensen die daar gezamenlijk tot inzicht komen, zijn ook degenen die daadwerkelijk handelend in het economische leven staan, zodat van een kloof tussen theorie en praktijk geen sprake kan zijn. Het inzicht dat ontstaat en de afspraken die worden gemaakt, worden direct in daden omgezet. Waarvan vervolgens het effect moet worden bekeken en zonodig bijgesteld. En dit op vele plaatsen.

Een voorbeeld van zulke concrete maatregelen is het verkleinen of vergroten van de olieproductie door de OPEC, wanneer de prijs van een vat olie te laag of te hoog is. Dit is een reële handeling, die zijn effect in het economische leven niet kan missen, dit in tegenstelling tot de abstracte maatregelen van overheden en centrale banken, zoals het verlagen of verhogen van de rente, waarvan het effect maar afgewacht moet worden. Zoals nu ook het effect van Obama’s stimuleringsplan afgewacht moet worden, terwijl voor- en tegenstanders elkaar ondertussen in de haren vliegen over de vraag, wat of nu effectiever is: directe investeringen van de overheid om de economische productie aan te jagen dan wel lagere belastingen ter vergroting van de koopkracht? In plaats van de centraal gestuurde economie, waarbij een paar beleidsmakers vanuit hun gerieflijke kantoren de economie proberen te beïnvloeden, zien we dus overal door het land associaties ontstaan, die elk op hun plaats, vanuit hun situatie regulerend op het economische leven inwerken.’

En dan nu nog twee berichten van de website van Iocob, de stichting voor Innovatief Onderzoek en Onderwijs van Complementaire Behandelwijzen. Ze spreken eigenlijk voor zichzelf, zodat ik niet veel meer hoef te doen dan ze hier te laten volgen. De eerste is getiteld Wikipedia partijdig en vol sloopwerk’ en begint zo:

‘Er komen steeds meer signalen binnen bij IOCOB dat alle hoofdstukken op Wikipedia die iets te maken hebben met alternatieve geneeskunde, of andere aanverwante onderwerpen, in de handen zijn van de editors van de Vereniging tegen de kwakzalverij. Diverse van onze medewerkers, die hebben geprobeerd met duidelijke referenties stukken te herschrijven of aan te vullen, hebben gemerkt dat de nieuwe tekst binnen een mum van tijd verwijderd is. De teneur van de stukken is uiterst cynisch en draagt overal het stempel van de Vereniging tegen de kwakzalverij en Skepter.’

Een van degenen die bijdragen maakt en hierdoor getroffen wordt, is Bert. Hij schrijft:

‘Mensen die wèrkelijk in inhoud en nieuwe, baanbrekende ontwikkelingen geïnteresseerd zijn, kunnen voortaan beter hier, hier of hier terecht. Mijn Myspace-pagina of mijn eigen domein mag natuurlijk ook. (...) De bijdragen die ik de afgelopen twee jaar heb geleverd zijn hier terug te vinden.’

Het is maar dat u het weet, als u weer eens de Wikipedia raadpleegt. Het tweede nieuwsbericht dat ik wil noemen, heet ‘Goede artsen...’:

‘In het boek van Prof. dr. Hans Achterberg over de moderne gezondheidszorg staan een aantal passages die zeer verhelderend zijn. Hier citeren we een klein fragment over de goede artsen... Hij verwijst daarbij naar de afscheidsrede van een van onze adviseurs, Prof. Dr. H. Rasker, reumatoloog. Dat kennis tot bescheidenheid leidt.’

Als bron wordt vermeld: ‘De gezondheidsutopie – prof. dr. Hans Achterhuis – G-lezing 2004’:

‘Goede artsen zijn zich over het algemeen zeer bewust van de beperktheid van hun medische kennis. De wereldberoemde Utrechtse hoogleraar interne geneeskunde Heijmans van den Bergh slaakte begin vorige eeuw in zijn colleges vaak de verzuchting: “Van alles wat ik u ga vertellen is de helft niet waar, en wist ik nu maar welke helft.”

De situatie lijkt sindsdien nauwelijks veranderd. Rasker geeft een lange opsomming van ziektes en diagnoses die eens gangbaar waren maar langzaam gewoon verdwenen. In dat verband pleit hij er voor om op zijn eigen vakgebied de diagnose fybromyalgie niet te stellen, omdat hij geconstateerd heeft hoezeer deze ziekte het gedrag van patiënten kan bevestigen en verergeren.

Dat betekent niet dat patiënten geen reële klachten hebben, maar daar dient men op een andere manier mee om te gaan dan door het opplakken van het ziekte-etiket. Niet alleen ziekten en diagnoses blijken een soms korte halfwaardetijd te hebben. Rasker laat zien dat dit ook geldt voor veel medicijnen en voor benaderingen in de gezondheidsvoorlichting. In de epidemiologie, zo liet ik al zien, is de halfwaardetijd vaak extreem kort.

De waarheid van vandaag is soms de leugen van morgen. Meestal wordt dit alles door de goede beroepsbeoefenaren en de wetenschappers terdege beseft. Ze laten echter te gemakkelijk toe, ja ze stimuleren zelfs dat hun kennis naar buiten toe voor utopische beloften wordt gebruikt en de hierbij passende verwachtingen van een maakbare gezondheid en een maakbaar lichaam oproept. Bescheidenheid dus als professionele grondhouding.’

6 opmerkingen:

Anoniem zei

ohh, eine Ente am Wasser!

Anoniem zei

Weer een weblog met veel nieuwswaarde. Kan natuurlijk niet op ieder blogbericht reageren. Hou het nu ook kort.

Bij uitstek leent de Wikipedia formule zich tot instrument voor propagandisten. Er staan ook echt hele goede en nuttige artikelen op Wikipedia, maar om die op te merken heb je dikwijls een (fijner) ontwikkelde neus, onderscheidingszin nodig. Zelf zal ik niet zo gauw iets plaatsen op dat medium, heb er geen zin in om steeds maar weer te moeten nakijken of andere auteurs er iets aan versleuteld hebben en dan vervolgens een soort van ‘battle‘ over de eindtekst aan te moeten gaan… Spare me! Hou wel van een robbertje knokken als het ergens om gaat, maar dan wel met eerlijke middelen. En dan graag ook openlijk, niet 'behind the scenes' en anoniem. De andere onderwerpen die je in dit blogbericht aansnijdt zijn ook belangrijk en zal ik de komende dagen, tussen bedrijven door, tot me nemen.

Leuk die 'lelijke eend' op die foto, je zou hem zo in de plomp rijden; hoe lelijk echt lelijk kan zijn… Grappig dat er ook een echte rondzwemt in het water, Foersterliesel. (Te zien als je de foto vergroot. Links.) Al te vaak schijnt Rotterdam mij een bouwkeet toe. Dat Centraal Station bijvoorbeeld. Vreselijk! Ach ja, de tand des tijds hé en er komt misschien iets mooiers voor terug. Op zich heb ik het oude station nooit zo bijzonder gevonden. Opvallend is vaak het mooie en sprekende blauw op veel van je foto’s Michel.

Anoniem zei

ja, wunderbares blau, wohl ein Enterich

Michel Gastkemper zei

Et demain un autre Citroën, une DS véritable!
Bien à vous,
Michel Gastkemper

Anoniem zei

oh wer kann denn hier französisch? aber es stimmt schon, die 2cv haben seltenheitswert, ich habe schon ewigkeiten keinen mehr gesehen und michel, beneidenswert; du weisst ob der fülle nicht, was du berichten sollst, und mir fehlen eigentlich griffige ideen, die nicht in arbeit ausarten;-)
aber da kämpfe ich mit meinem anspruch;-)
herzlich
barbara

Michel Gastkemper zei

Liebe Barbara,
Aoea natürlich! Who else?
(Sie ist nur noch nicht hier gewesen, aber das kann noch geschehen. Dies war schon im voraus.)
Herzlich,
Michel Gastkemper

Labels

Over mij

Mijn foto
(Hilversum, 1960) – – Vanaf 2016 hoofdredacteur van ‘Motief, antroposofie in Nederland’, uitgave van de Antroposofische Vereniging in Nederland (redacteur 1999-2005 en 2014-2015) – – Vanaf 2016 redacteur van Antroposofie Magazine – – Vanaf 2007 redacteur van de Stichting Rudolf Steiner Vertalingen, die de Werken en voordrachten van Rudolf Steiner in het Nederlands uitgeeft – – 2012-2014 bestuurslid van de Antroposofische Vereniging in Nederland – – 2009-2013 redacteur van ‘De Digitale Verbreding’, het door de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders (NVAZ) uitgegeven online tijdschrift – – 2010-2012 lid hoofdredactie van ‘Stroom’, het kwartaaltijdschrift van Antroposana, de landelijke patiëntenvereniging voor antroposofische gezondheidszorg – – 1995-2006 redacteur van het ‘Tijdschrift voor Antroposofische Geneeskunst’ – – 1989-2001 redacteur van ‘de Sampo’, het tijdschrift voor heilpedagogie en sociaaltherapie, uitgegeven door het Heilpedagogisch Verbond

Mijn Facebookpagina

Translate

Volgers

Totaal aantal pageviews vanaf juni 2009

Populairste berichten van de afgelopen maand

Blogarchief

Verwante en aan te raden blogs en websites

Zoeken in deze weblog

Laatste reacties

Get this Recent Comments Widget
End of code

Gezamenlijke antroposofische agenda (in samenwerking met AntroVista)