Bedoeld is: antroposofie in de media. Maar ook: in de persbak van de wijngaard, met voeten getreden. Want antroposofie verwacht uitgewrongen te worden om tot haar werkelijke vrucht door te dringen. Deze weblog proeft de in de media verschijnende antroposofie op haar, veelal heerlijke, smaak, maar laat problemen en controverses niet onbesproken.

vrijdag 31 december 2010

A-typisch


Waarmee gaan we het jaar uitluiden? Ik moet zeggen dat ik niet zo’n duidelijk beeld heb bij waar dit driehonderddertigste en laatste bericht van 2010 over moet gaan. Een jaaroverzicht met een analyse van de gebeurtenissen leveren, gaat me vast niet lukken. Als ik alleen al alles hier zou moeten teruglezen... Ik ben in ieder geval aardig hoopvol gestemd. Er is een heleboel in gang in de wereld, ook in de antroposofische wereld. De negatieve ervaringen en geluiden mogen dan over het algemeen de boventoon voeren, vooral in de media, maar er is meer en anders. Vandaag nog meldt Volkskrantverslaggever Peter de Graaf Website one11 is journalistiek nieuwjaarscadeau tegen cynisme’. Hij laat daarin initiatiefnemer Bas Mesters, correspondent voor NOS en NRC Handelsblad in Italië, aan het woord:
‘“Dagelijks melden wij journalisten al het leed in de wereld”, aldus Mesters. “Dit keer is de boodschap anders: mensen kunnen iets betekenen, mensen kunnen iets veranderen.” Enkele maanden geleden bedacht hij het plan voor “one11”. Hij benaderde journalisten van diverse Nederlandse media. Tientallen correspondenten, verslaggevers, eindredacteuren, fotografen en opmakers zegden hun medewerking toe. Ook journalisten van de Volkskrant doen mee.

De website www.one11.nl begint met elf verhalen van personen die inspireren. Daarna komt er elke dag een verhaal of filmpje bij. “Geen goednieuwskrant, maar verhalen die schuren als het leven. Het is geen naïeve journalistiek, wel kritisch positief”, aldus Mesters.   Hij doet het omdat journalistiek “naast deprimerend ook inspirerend kan zijn”. Mesters: “2010 was een jaar met veel negatief nieuws. Maar er zijn ook mensen die bouwen.”’
Hugo Verbrugh maakt zich vandaag druk om Frits van Dam. Ik had het op 8 december in ‘Draai’ nog over deze secretaris van de Vereniging tegen de Kwakzalverij. Het thema op de ‘Middernachtszon’ is deze kersttijd de volgens Verbrugh ophanden zijnde ‘metabletische kentering’. Dat is iets waar Verbrugh het altijd graag over heeft: er is een verandering gaande in de wereld van de opvattingen van mensen, van hun bewustzijn, en hij wil daarbij maar wat graag een handje helpen om hen de goede kant op te sturen, maar weet niet goed hoe. Vandaag moet hij echter Frits van Dam in ieder geval gedeeltelijk gelijk geven met diens verontwaardiging over een proefschrift en bijbehorende promotie in het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam. Dat proefschrift gaat over acupunctuur als alternatief voor een bepaalde verloskundige ingreep, terwijl dat alternatief zo ongeloofwaardig is als wat. En dat roept natuurlijk allerlei vragen op, die Van Dam terecht stelt in een opinieartikel in NRC Handelsblad afgelopen woensdag. Het is trouwens niet Van Dam alleen, want hij wordt geflankeerd door Cees Renckens en Lukas Stalpers, zoals de website van de Vereniging tegen de Kwakzalverij al een week eerder meldde in ‘Chinese acupunctuur tegen stuitligging: een schandelijk proefschrift’. Het lijkt me dat je hierover niet veel woorden hoeft vuil te maken.

Ik richt de aandacht liever op een ander mediafeit: ons aller Jan Willem Nienhuys is niet langer hoofdredacteur meer van de website van de Vereniging tegen de Kwakzalverij! Daar hoor je niemand over, maar lijkt mij van belang. Ik zie het aan de pagina met ‘Het bestuur’, met daarop ook de redacteur van het verenigingstijdschrift alsmede de webredactie. Bij deze laatste staat sinds 11 november ‘vacant hoofdredacteur’. Dat is me nou ook wat. Ik zie hem nog komen, onze Jan Willem Nienhuys, en heb dat hier ook meerdere malen gememoreerd. De eerste keer was op 27 september 2008 in ‘Toegevoegde waarde’ (met overigens een belangrijke rol voor Jolande Sap, tegenwoordig de nieuwe voorvrouw van GroenLinks), op 25 oktober van datzelfde jaar haalde ik in ‘Uitgekomen’ voormalig webhoofdredacteur Rob Koene aan, die bewonderend over zijn opvolger Nienhuys schreef:
‘In 1997 publiceerde hij samen met Marcel Hulspas Tussen Waarheid en Waanzin: een Encyclopedie der Pseudo-Wetenschappen. Ik beschouw dit boek als een standaardnaslagwerk dat in compacte, zorgvuldig geformuleerde lemma’s informatie biedt over het hele terrein van de pseudowetenschap, waarbij de pseudowetenschappelijke geneeskunde, dat is de kwakzalverij, ook ruim aan bod komt. In 2002 beleefde het boek zijn vierde, herziene druk. Ik had het vanaf mijn start als hoofdredacteur altijd naast mijn computer liggen om snel iets op te kunnen zoeken en ik werd zelden teleurgesteld. Een juweeltje dus.’
Een jaar later, in ‘Oase’ op 15 september 2009, sprak ik in mijn reactie van 16 september 2009 21:30 zelfs een verwachting ten aanzien van Nienhuys uit. Ik schreef over een voor hun doen behoorlijk genuanceerd artikel op de website van de Vereniging tegen de Kwakzalverij, waarmee
‘een al langer, meer sluipend proces zich nu dan toch als een opvallende trendbreuk begint te tonen. Ik heb eerdere keren daar al aandacht aan besteed. Het is ongetwijfeld de invloed van webhoofdredacteur Jan Willem Nienhuys, die lijkt me hier veel meer oog voor te hebben dan de oude, verstokte garde binnen deze vereniging. Daar kom je niet ver mee, dat wordt steeds duidelijker. Of Nienhuys opteert voor opvolger van voorzitter Renckens weet ik niet. Ik verwacht het niet, als de niet-medicus die hij is. Bovendien plaatste hij laatst wel een ontzettend suf bericht over ‘Elly en Rie’, dat intussen tot een vervolgverhaal is uitgegroeid (zie http://www.kwakzalverij.nl/1155/Een_rasechte_kwakzalver_Antoine_Zuidinga). Dat was zijn statuur onwaardig en heel a-typisch voor zijn gewone manier van doen. Van Nienhuys ben ik gewend dat hij naar veel grotere en belangrijkere dingen kijkt. Ik verwacht dan ook dat hij perspectief wil en vooruit zal willen kijken, naar de overlevingskansen van deze aparte vereniging. En dan is een beleidswijziging (verschuiving kan ik beter zeggen) wel noodzakelijk. Misschien wordt dat het meest opvallende nieuwe feit van hun congres in oktober?’
En dan nu dit: een roemloze aftocht via de achterdeur! Wat is er aan de hand bij de Vereniging tegen de Kwakzalverij? Toch een gesneefde ambitie om de nieuwe voorzitter te worden, die echter wegens verstoktheid niet gehonoreerd werd? Op 5 september 2008 schreef Rob Koene nog over Nienhuys:
‘Ik ben samen met ons Bestuur erg blij dat hij bereid was de taak van hoofdredacteur van onze website op zich te nemen. U hebt op de site intussen al kunnen zien dat hij een vliegende start heeft gemaakt. Ik wens hem veel succes en hoop hem samen met de andere leden van de redactie te kunnen blijven ondersteunen in zijn omvangrijke taak.’
Hij heeft het dus net iets meer dan twee jaar uitgehouden. Opmerkelijk is ook dat de website van deze vereniging inmiddels weer volkomen bloedeloos en voorspelbaar is geworden. En Nienhuys zelf, waar is hij na 11 november gebleven? We vinden hem weer op zijn eigen stek, de ‘Skepsis Blog. Een kritische kijk op buitengewone beweringen’, waar hij zijn eigen berichten en opinies vanaf 16 november in een hoge frequentie lanceert. Dan moet hij zich bij de Vereniging tegen de Kwakzalverij toch heel erg bekneld hebben gevoeld, want nu komt alles eruit. En eerlijk is eerlijk, ik lees zijn bijdragen graag. Hij heeft een eenzijdige blik, maar hij argumenteert en heeft daarmee recht van spreken. Een kritisch geluid hoor ik altijd graag.

Een ander kritisch geluid kwam mij ter ore door een link die Barbara leverde bij ‘Stakeholders’, in haar reactie op 30 december 2010 14:36. Ik was aanvankelijk nogal sceptisch, maar er schijnt toch meer aan de hand te zijn, zoals Michael Eggert vandaag schrijft in ‘Endstation Dornach’ (ik moet zijn nieuwe weblog nu maar eens een plek in mijn blogroll geven, want daar gebeurt het nu, en niet meer zozeer bij zijn oorspronkelijke Egoisten-website):
‘Ja, endlich ist “Endstation Dornach” da – oder vielmehr in Aussicht, das heitere Gemeinschaftsprojekt von Felix Hau, Ansgar Martins, Christoph Kühn und Christian Grauer. In Aussicht deshalb, weil sich erst ein paar Hundert Subskribenten finden müssen, bevor die In-Druck-Legung finanziell möglich ist.

Das Buch beschäftigt sich laut Website damit: “Was kommt heraus, wenn sich vier in ganz unterschiedlicher Weise mit der Anthroposophie verbundene Menschen auf eine Reise begeben, die nur einem Zweck dient: persönlich und gleichermaßen distanziert, so leidenschaftlich wie abgebrüht, aber immer mit großem Spaß und tiefem Ernst über Rudolf Steiner und die von ihm begründete Weltanschauung zu reflektieren und zu streiten?” Da es hier auch eine Leseprobe gibt – zum Thema Klischee vom typisch anthroposophischen Wohnambiente –, kann man einigermaßen abschätzen, was einen erwartet bezüglich des Buches.

Ich finde es witzig, aber nun nicht gerade in der dreckigen englischen Art. Hier herrscht kein anarchischer Monty-Python-Humor, kein Pinscher, der einem ans Bein pinkelt, hier ist der Witz wohl portioniert und meist ein wenig vorhersehbar. Es ist eher so, wie man sich wohl als Sohn milde über sein anthroposophisches Elternhaus mokiert, einschließlich der Schrullen von Mutti. Die Anthroposophie erscheint hier gewissermaßen im Gewande einer neurotischen Anthromutti. Auch die Illustrationen zum Buch sind milde, in sanftem Stil. Vielleicht wird das das eine Problem des Buches sein: Es ist zu brav, um wirklich zu ärgern. Aber erst wenns juckt, kratzt man sich.

Aber warten wirs ab. Es ist ehrenwert, einen ernsthaften Beitrag zum anthroposophischen Humor beigetragen zu haben, denn der ist echt rar gesät. Wir wünschen dem Projekt alles Gute!’
Okee, dan wachten we het af, hoe serieus dit initiatief is. Het lijkt me qua stijl een vervolg, maar dan uitgebreid met enkele mensen, van wat ik op 9 december in ‘Tongue-in-cheek’ weergaf als reportage van Ansgar Martins en Felix Hau op hun tocht door Dornach en omstreken. We zullen er in 2011 ongetwijfeld meer van te weten komen. Dat is óók een vooruitzicht.
.

7 opmerkingen:

Frans Wuijts zei

Beste Michel,

Allereerst wens ik je een heel creatief nieuw blogjaar en verder ook alle goedheden.

Je schrijft:
‘Dat proefschrift gaat over acupunctuur als alternatief voor een bepaalde verloskundige ingreep, terwijl dat alternatief zo ongeloofwaardig is als wat….. Het lijkt me dat je hierover niet veel woorden hoeft vuil te maken’.

Ik vind dit voor jouw doen wat te kort door de bocht. Daarom hier wat extra informatie voor de oordeelsvorming.

Hugo Verbrugh meent dat je op je klompen kunt aanvoelen dat die therapie onzin is. ‘Voor mij is, mede op basis van een co-schap verloskunde in de Rotterdamse vroedvrouwenschool en jarenlang lijken openen in de pathologische anatomie, het idee dat moxa kan werken tegen stuitligging zó onvoorstelbaar dat ik NAVENANT EIGEN EMPIRISCH BEWIJSMATERIAAL wil van iemand die mij wil overtuigen’.

Ik heb hem onder andere het volgende geantwoord: ‘Ook al zou je nog vele extra jaren lang lijken openen, blaas 67 zal je niet vinden. En meridianen waarschijnlijk ook niet’.

Waar gaat het over?

Frans Wuijts zei

Op het Erasmus MC is fysiotherapeut Ineke van den Berg-de Lange onlangs gepromoveerd op een literatuuroverzicht over de Moxa-therapie en stuitligging.
Ik heb begrepen dat het hier om twee zaken gaat: de slechte kwaliteit van het proefschrift en de veronderstelde zin of onzin van die Moxa-therapie.

Ik neem als voorbeeld even één website: http://www.inbeweging298.nl/portal/index.php?option=com_content&task=view&id=60&Itemid=32

Wat is moxa-therapie?

Moxa-therapie is een onderdeel van acupunctuur en de Traditionele Chinese Geneeskunde. Het is een behandeling met een moxastick van een acupunctuurpunt op het lichaam. Een moxastick heeft veel weg van een grote sigaar. Als je hem aansteekt, verspreidt hij over het acupunctuurpunt een intense warmtestraling die erg aangenaam is en absoluut niet pijnlijk.

Het woord ‘moxa’ is afgeleid van het Japanse woord Mo Cu San, wat bijvoetkruid of artemisia vulgaris betekent. Bijvoetkruid is het hoofdbestanddeel van de moxastick.

Moxa-therapie bij stuitliggingen: de Nederlandse feiten
In Nederland worden ongeveer tweehonderdduizend baby’s per jaar geboren. Vlak voor de bevalling liggen zevenduizend baby’s (3,5%) in een stuit. De meeste daarvan worden gehaald met een keizersnede om de risico’s van een natuurlijke stuitbevalling te voorkomen.

De kans dat een baby spontaan draait, met moxa-therapie tijdens de 33ste tot de 36ste week, wordt vergroot van 50% naar 75%. (Studie in JAMA, the Journal of the American Medical Association).

Dat betekent dat er in Nederland jaarlijks 1750 minder baby’s in stuitligging geboren hoeven te worden als de moeders tussen de 33ste en 36ste week moxa-therapie krijgen. Dus 1750 vrouwen meer kunnen een natuurlijke bevalling hebben.

De behandeling:
Zwangere vrouwen met een baby in stuitligging kunnen vanaf de 33ste week beginnen met moxa-therapie. De acupuncturist verwarmt de zijkant van de kleine teen, in acupunctuurtermen Blaas 67, gedurende vijftien minuten met een moxastick. Deze behandeling is zeer eenvoudig en ook thuis uit te voeren met behulp van de partner. Dit, omdat zwangere vrouwen in die periode van de zwangerschap niet zo makkelijk meer bij hun kleine teen kunnen. De moxa-therapie moet gedurende twee weken dagelijks worden herhaald.

Werking:
Volgens de Traditionele Chinese Geneeskunst (TCG) komt er verwarmende energie in het kleine bekken als je Blaas 67 (ofwel Zhi Yin) verwarmt aan de zijkant van de kleine teen. De verwarmende energie in het kleine bekken zorgt voor beweging. Daar ligt ook de baarmoeder. Door de beweging in het kleine bekken wordt de baby ook beweeglijk en gaat hij (of zij) draaien.

Volgens de westerse geneeskunde wordt door moxa-therapie de baarmoeder beter doorbloed. Daardoor rijpt hij beter en is de kans groter dat het kindje spontaan draait. Bovendien stimuleert moxa vermoedelijk de bijnier en de hormonen die de bijnier produceert, beïnvloeden het spierweefsel van de baarmoeder. Daardoor zou het kindje beweeglijker worden en uiteindelijk kunnen draaien.

Voordelen:
- Zeer veilig voor de aanstaande moeder en voor het ongeboren kind. De spontane draaiing wordt uitgelokt; er is geen direct contact met de baby.
- Niet belastend voor de moeder. De uitwendige versie die een gynaecoloog uitvoert in de 36ste week, kan zeer belastend zijn.
- Geen bijwerkingen bekend.
- In 75% van de gevallen draait het ongeboren kind spontaan in de baarmoeder, mits de behandeling tussen de 33ste en de 36ste week van de zwangerschap is uitgevoerd.
- Door moxa-therapie is de kans 75% groter dat de aanstaande moeder op een natuurlijke manier kan bevallen.
- De behandeling kan thuis plaatsvinden doordat hij heel eenvoudig te leren is.
- Kostenbesparend. Als een baby niet draait in de baarmoeder wordt hij (of zij) waarschijnlijk geboren met een keizersnede. Een keizersnede kost ongeveer €6000,-.

Ik zal de fysiotherapeuten van ‘In beweging 298’ eens aanschrijven om van hen een of meer succesvolle ervaringsverhalen te horen en hoe zij deze denken te kunnen verklaren.

Michel Gastkemper zei

Beste Frans,
Hetzelfde wat betreft het nakende jaar voor jou en de jouwen!
En wat betreft het bewuste onderwerp: dank voor je uitgebreide toelichting. Het lijkt nu dat er toch meer woorden aan vuil gemaakt zullen moeten worden. Dat gaat me vanavond waarschijnlijk niet lukken. Maar je maakt het zo wel een stuk interessanter!

AOEA zei

Je hebt (eveneens) heel lief (misschien veel te lief) over deze "Endstation" geschreven
;-)
nu: "Endstationen" kunnen zeer van mekaar verschillen; van "happiness" tot "Irrenhaus"..de hele skala zit erin.
ik ben ook benieuwd hoe het boek overkomt...dus wachten...

Michel Gastkemper zei

Beste Frans,

Zoals altijd ligt er veel meer achter dan op het eerst gezicht lijkt. Ik zal een paar elementen aanstippen.
Als ik even terugga naar het genoemde artikel op de website van de Vereniging tegen de Kwakzalverij, dan lees ik daar de veelbetekenende woorden, na een beschrijving van de moxa-therapie:

‘Er is echter geen enkel biologisch mechanisme denkbaar waarmee je door het opwarmen van de kleine teen een kind in de baarmoeder zou kunnen laten draaien. En acupunctuurpunten, die bestaan natuurlijk niet.’

Frits van Dam in NRC Handelsblad reduceert dit, sprekend over de promovenda, tot het volgende:

‘En ja hoor, zij concludeert dat het werkt’, om er even later zijn eigen conclusie aan toe te voegen: ‘Niet dus. In het proefschrift wordt nergens aannemelijk gemaakt hoe dit draaiwonder zich voltrekt.’

Wie heeft er nu gelijk? Je kunt het proefschrift er bij nemen (evenals het NRC-artikel gelinkt op de website van de Vereniging tegen de Kwakzalverij), en vindt daar zes inhoudelijke hoofdstukken, allemaal onderzoeken met meerdere auteurs geschreven, en gepubliceerd in drie verschillende wetenschappelijke tijdschriften tussen 2003 en 2010, op één na. Deze tijdschriften zijn Acupuncture in Medicine, Mediators of Inflammation en Complementary Therapies in Medicine. Twee gaan dus specifiek over complementaire geneeskunde.

In de Nederlandse samenvatting schrijft de auteur Ineke van den Berg (blz. 203-204):

‘Het is de taak van de wetenschap om in het debat over de complementaire zorg nauwgezet aspecten van de complementaire zorg te bestuderen en de resultaten te publiceren. (...) Met haar belofte van objectiviteit en waarheidsvinding mag de wetenschap in staat worden geacht om orde te brengen in dit debat. Omdat de wetenschap streeft naar objectieve resultaten en zoekt naar de waarheid, zou de wetenschap juist in staat moeten zijn om deze orde te brengen. (...)

Op dit moment blijkt echter dat de wetenschap zich toch niet voldoende actief bezighoudt met deze taak. Een goed voorbeeld is de lauwe ontvangst van het werk van toponderzoekers en wereldberoemde experts op het gebied van acupunctuur, zoals McPherson, Langevin, Pomeranz, Paterson, Hui, Kong en Ahn. Gebaseerd op jaren van evidence-based onderzoek zijn de resultaten van hun studies echte eye-openers om inzicht te verwerven over de werkingsmechanismen van de acupunctuur en mogelijkheden voor het gebruik van acupunctuur en moxa therapie.’

In haar aanbevelingen schrijft zij op blz. 205:

‘De wetenschap heeft hier een opdracht en zou zich mede ten doel moeten stellen al die verschillende opvattingen over en inzichten in de (complementaire) zorgverlenerwereld – na onderzoek – over het voetlicht te brengen. Hierdoor wordt het maatschappelijk debat evenwichtiger.’

Het is wel duidelijk dat de Vereniging tegen de Kwakzalverij dit debat meteen in de kiem wil smoren. Temeer er een artikel uit 2007 van Ineke van den Berg, MSc, BSc, is over hetzelfde onderwerp (‘Acupunctuur kan keizersnee voorkomen. Acumoxatherapie laat baby’s in stuitligging draaien’ in Supplement Plus nr. 50 van juni 2007) waarin het gewraakte deel van het proefschrift op hoofdlijnen al is voorgepubliceerd. Er is dus weinig nieuws onder de zon. Behalve dat het nu officieel door Erasmus MC is geaccepteerd. En dat mag natuurlijk niet.

Daarom ook die dreigende woorden van Frits van Dam op het eind in NRC Handelsblad:

‘Misschien kan de regering geld besparen door het Erasmus MC eens duchtig te saneren.’

Want die heeft toegelaten dat de promovenda volgens hem een doodzonde heeft begaan:

‘Het enige degelijke onderzoek – waar helaas voor haar niets uitkwam – laat ze voor het gemak weg.’

Er wordt dan ook door de Vereniging tegen de Kwakzalverij een krachtig verweer in het vooruitzicht gesteld:

‘Een gedetailleerde weerlegging van de conclusies van de acupuncturiste is in voorbereiding en zal aan een medisch tijdschrift worden aangeboden.’

Michel Gastkemper zei

Beste Aoea,
Ik was er ook behoorlijk sceptisch over, toen ik de website voor het eerst zag. Noemde het een parodie en persiflage. Maar het hoofdstuk dat op internet staat, is toch iets meer dan dat, zoals ik donderdag aan Barbara schreef. De commentaren die nu bij de Egoisten staan, ook die van Michael Eggert zelf, beoordelen het toch vooral als een soort puberachtige verwerking van traumatische ervaringen in de antroposofische opvoeding. Waar nog een kern van waarheid in zou kunnen zitten. Ik snap eerlijk gezegd niet waarom je hier een boek over moet schrijven. Je kunt dat toch gewoon kosteloos op internet zetten? Waarom doen ze dat niet, denken ze dat het meer waard is dan dat? De vraag is wat ze erin hebben willen stoppen of eruit laten komen.

AOEA zei

Beste Michel, ja, kosteloos op internet zetten, ..maar een boek heeft misschien meer "prestige" of is het gewoon de idee dat een geschreven BOEK meer "Gewicht" (letterlijk en figuurlijk) heeft????
;-)
We zullen zien!!
groetjes
AOEA

Labels

Over mij

Mijn foto
(Hilversum, 1960) – – Vanaf 2016 hoofdredacteur van ‘Motief, antroposofie in Nederland’, uitgave van de Antroposofische Vereniging in Nederland (redacteur 1999-2005 en 2014-2015) – – Vanaf 2016 redacteur van Antroposofie Magazine – – Vanaf 2007 redacteur van de Stichting Rudolf Steiner Vertalingen, die de Werken en voordrachten van Rudolf Steiner in het Nederlands uitgeeft – – 2012-2014 bestuurslid van de Antroposofische Vereniging in Nederland – – 2009-2013 redacteur van ‘De Digitale Verbreding’, het door de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders (NVAZ) uitgegeven online tijdschrift – – 2010-2012 lid hoofdredactie van ‘Stroom’, het kwartaaltijdschrift van Antroposana, de landelijke patiëntenvereniging voor antroposofische gezondheidszorg – – 1995-2006 redacteur van het ‘Tijdschrift voor Antroposofische Geneeskunst’ – – 1989-2001 redacteur van ‘de Sampo’, het tijdschrift voor heilpedagogie en sociaaltherapie, uitgegeven door het Heilpedagogisch Verbond

Mijn Facebookpagina

Translate

Volgers

Totaal aantal pageviews vanaf juni 2009

Populairste berichten van de afgelopen maand

Blogarchief

Verwante en aan te raden blogs en websites

Zoeken in deze weblog

Laatste reacties

Get this Recent Comments Widget
End of code

Gezamenlijke antroposofische agenda (in samenwerking met AntroVista)