Bedoeld is: antroposofie in de media. Maar ook: in de persbak van de wijngaard, met voeten getreden. Want antroposofie verwacht uitgewrongen te worden om tot haar werkelijke vrucht door te dringen. Deze weblog proeft de in de media verschijnende antroposofie op haar, veelal heerlijke, smaak, maar laat problemen en controverses niet onbesproken.

zondag 9 januari 2011

Handicap

Het is nog maar een jaar geleden dat Marijke Bijloo overleed. Ik schreef over haar de dag erna, op dinsdag 19 januari 2010 in ‘Jeugdzorg’. En nu staat er onderaan op de website van de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders (NVAZ) onder ‘Nieuws!’:
‘Op onze nieuwspagina leest u uitgebreid over de volgende items:’
Met onder andere:
‘– De NVAZ geeft boekje uit, Karma en handicap >>> lees verder
Daar vinden we dit:
‘NVAZ geeft boekje uit: Karma en handicap, gezichtspunten voor de praktijk
De NVAZ heeft recent een boekje uitgegeven over reïncarnatie en karma, getiteld: Karma en handicap. Gezichtspunten voor de praktijk. De schrijvers zijn Marijke Bijloo († 2010), Pim Blomaard en Roel Munniks. Op de voor- en achterkant en binnenin staan prachtige foto’s van een bewoner van Huize Balthasar op Christophorus (een locatie van Amerpoort), die speciaal voor dit boekje zijn gemaakt.

De schrijvers verkennen – op basis van de denkbeelden van Rudolf Steiner – het veld waarop karma en handicap elkaar raken. De kijkrichtingen die hieruit voortkomen, kunnen helpen om in de concrete situatie, in het concrete leven of werken met mensen met een ontwikkelingsstoornis het gevoel te krijgen dat er zingeving te ontdekken valt. Het gezichtspunt dat het karma een rol speelt in hun leven en ook in het leven van de mensen om hen heen (onder wie ouders, verwanten, mantelzorgers, medewerkers) maakt het mogelijk anders naar dit leven te kijken. Met deze publicatie krijgt het spreken over karmische verbanden wellicht de nodige nuancering en leeft de belangstelling voor het thema opnieuw op. Dit kan behulpzaam zijn voor het begrijpen van en het handelen in de concrete zorgsituatie.

Het boekje is in eerste instantie gericht op medewerkers en verwanten van cliënten in de antroposofische gehandicaptenzorg die enigszins bekend zijn met het antroposofische mensbeeld, maar evengoed een aanbeveling voor medewerkers in andersoortige (antroposofische) zorginstellingen en overige geïnteresseerden. Wilt u het boekje bestellen? Dit kan bij het secretariaat NVAZ; de prijs is € 5,- exclusief verzendkosten. U kunt uw bestelling doorgeven via T 030 – 694 5544 of per mail naar info@nvaz.nl met daarin uw naam en adresgegevens plus het aantal exemplaren dat u wilt bestellen.’
Nu word je natuurlijk nieuwsgierig welke inhoud dit boekje kent. Daar is wel een tipje van de sluier over op te lichten. Op de achterflap staat dit:
‘In deze publicatie verkennen de schrijvers – op basis van de karmawetten die Rudolf Steiner beschrijft – het veld waarop karma en handicap elkaar raken. De kijkrichtingen die hieruit voortkomen kunnen helpen om in de concrete situatie, in het concrete leven of werken met mensen met een ontwikkelingsstoornis het gevoel te krijgen dat er zingeving te ontdekken valt. Het gezichtspunt dat het karma een rol speelt in het leven van deze mensen en ook in het leven van de mensen om hen heen (onder wie ouders, verwanten, mantelzorgers, medewerkers) maakt het mogelijk anders naar dit leven te kijken.’
Hier is de inhoudsopgave:
‘Voorwoord
Inleiding
1 Een antroposofische visie op ontwikkeling, karma en reïncarnatie
1.1 Ontwikkeling, individualiteit en reïncarnatie
1.2 Het leven tussen dood en nieuwe geboorte volgens antroposofische inzichten
1.3 Karmische samenhangen in verleden, heden en toekomst
1.4 Ik-bewustzijn, karma en vrijheid
2 Karma en reïncarnatie in relatie tot ontwikkelingsstoornissen
2.1 Karma en handicap
2.2 Korte ontstaansgeschiedenis van de heilpedagogie in relatie tot karma en reïncarnatie
2.3 Enkele gezichtspunten over karma en reïncarnatie in relatie tot ontwikkelingsstoornissen
3 Karma in de alledaagse zorgpraktijk
3.1 Antroposofisch karmaonderzoek
3.2 Genezend opvoeden
Samenvatting
Bibliografie’
Het voorwoord vermeldt de volgende ontstaansgeschiedenis:
‘De oorsprong van dit boekje ligt in de werkgroep die Marijke Bijloo (†2010) over dit onderwerp in 2001 bijeenriep. Zij deed dit in opdracht van het bestuur van het Heilpedagogisch Verbond, de toenmalige vereniging van antroposofische instellingen in de verstandelijk gehandicaptenzorg, die een publicatie over karma en het leven met een handicap noodzakelijk achtte. De opdracht was om de stand van zaken te inventariseren: wat weten we over dit onderwerp en wat doen we er in de instellingen mee?

De werkgroep kende in het begin nog een wisselende samenstelling, maar vanaf 2002 namen eraan deel: Marijke Bijloo (hoofdbehandelaar van de polikliniek Twee Stromen in Zutphen), Pim Blomaard (bestuurder van de Raphaëlstichting in Schoorl) en Roel Munniks (euritmietherapeut van Christophorus in Bosch en Duin). Er volgden vele middag- en avondgesprekken waarin de antroposofische gezichtspunten rijkelijk werden afgewisseld met praktijkvoorbeelden.

In 2004 werden de eerste pogingen ondernomen om de opbrengst van die gesprekken in een schriftelijke vorm te gieten. De onderwerpen werden onderling verdeeld en ieder schreef een hoofdstuk. Veel tijd werd besteed aan het bespreken van elkaars hoofdstukken, wat leidde tot diverse tekstaanpassingen maar ook tot een dieper inzicht in de materie. De werkgroep bleef echter ontevreden met het resultaat, onder andere vanwege diverse overlappingen en de grote stijlverschillen, en daarop werd besloten externe hulp te vragen. Gelukkig bleek Erik Baars (arts-epidemioloog en lector antroposofische gezondheidszorg aan de Hogeschool Leiden) bereid het geheel grondig te redigeren.

Na een gemeenschappelijke sessie over de gewenste nieuwe opzet kreeg het boekje een geheel nieuwe structuur. Geen enkel hoofdstuk bleef intact, de tekst werd opgeknipt en over drie nieuwe hoofdstukken verdeeld. Dit leidde in 2008 tot een geschikt boekje, dat echter nog wel een uitvoerige tekstredactie behoefde.

Op dat moment werd er bij Marijke Bijloo een ernstige ziekte geconstateerd, en het werk aan dit boekje kwam stil te liggen. Zij stierf in januari 2010, en direct daarna werd besloten het boekje, dat haar zo na aan het hart lag, nog in dat jaar uit te geven, waarbij Roel Munniks de definitieve tekstredactie verzorgde.’
De samenvatting van de inhoud is als volgt:
‘In hoofdstuk 1 worden aspecten van de antroposofische visie op de ontwikkeling van de individuele mens in relatie tot karma en reïncarnatie beschreven. Historisch gezien kunnen we constateren dat de mens in de vorige eeuw losgekomen is uit zijn van oudsher aanwezige inbeddingen, die tot dan toe een groot deel van zijn ontwikkeling bepaalden: familie, cultuur, beroep, etc. Voornamelijk in de westerse wereld ligt de nadruk toenemend op de ontplooiing van het individu.

De vragen die hierbij gesteld kunnen worden zijn: wie ontwikkelt zich eigenlijk; wie plukt de vruchten van deze ontwikkeling? In de antroposofie wordt hierbij uitgegaan van een zogenaamd onvergankelijk ik, dat na het sterven blijft bestaan, dat voor de geboorte reeds bestond, dat in onze aardse biografie (onbewust) mede richtinggevend is (geweest) en dat er vanuit de meest innerlijke behoefte wezenlijk naar streeft om zich als mens te ontwikkelen. Uitgaande van de aanwezigheid van dit onvergankelijke ik met diens ontwikkelingsstreven is de gedachte aan reïncarnatie vanzelfsprekend. Door meerdere aardelevens heen kan de mens dan werken aan zijn verdere verwezenlijking.

Na de dood heeft de mens een existentie waarin enerzijds de aardse belevenissen worden verwerkt en anderzijds een toekomstig leven wordt voorbereid. Aspecten uit vorige levens, maar ook uit toekomstige levens kunnen hun invloed hebben op een incarnatie. Je kunt je karma, de gevolgen van je handelen in het ene leven voor een volgend leven, op drie manieren tegenkomen. Ten eerste in de lichamelijke constitutie, ten tweede in de onbewuste affiniteiten (gevoelens van sympathie en antipathie) en ten slotte in de concrete gebeurtenissen (met name de ontmoetingen met andere mensen).

De relaties tussen de verschillende levens komen niet willekeurig tot stand, maar volgens wetmatigheden. Elk mensenleven is een complex en uniek weefwerk van het lot. Vele verschillende karmische draden samen hebben tot het unieke biografische weefsel geleid.

In het antroposofische karmabegrip spelen begrippen als verevening, ontwikkeling en vrijheid een belangrijke rol. In het leven na de dood beschouwt de mens zijn geleefde aardse biografie objectief. Hieraan ontvonken de impulsen om wat door zijn handelen uit evenwicht is geraakt, wat verstoord is, te verevenen. Karmische verevening is daarmee dus in essentie geen straf of noodlot, maar een eigen impuls vanuit het onvergankelijk ik. Door verevening en door de reïncarnatie in nieuwe culturen is ontwikkeling van nieuwe vermogens mogelijk.

De mens bereidt zijn biografie voorgeboortelijk voor en met de consequenties ervan ten aanzien van zijn constitutie, zijn aangelegde sympathieën en antipathieën en de gebeurtenissen die hij tegenkomt, zal hij moeten leven. Hoe hij dit doet ligt echter in zijn eigen hand. Steiner beschrijft dat in de toekomst het bewustzijn van karmische samenhangen steeds groter zal worden. Dit betreft zowel de relatie met het verleden als met de consequenties voor toekomstige levens.

In hoofdstuk 2 komt de relatie tussen karma, reïncarnatie en het optreden van perinatale ontwikkelingsstoornissen vanuit antroposofisch perspectief aan bod. Het relateren van ontwikkelingsstoornissen aan karma en reïncarnatie leidt nogal eens tot maatschappelijke onrust. Desalniettemin wordt in dit hoofdstuk de antroposofische visie op dit vraagstuk aangesneden.

Allereerst wordt de historische ontwikkeling van Rudolf Steiner’s relatie met mensen met ontwikkelingsstoornissen kort beschreven. Daarna wordt aangegeven hoe Steiner een specifieke cursus, de zogenaamde heilpedagogische cursus, gaf waarin door hem werd ingegaan op ondermeer de concrete karmische achtergronden van de ontwikkelingsstoornissen van verschillende kinderen. Deze cursus is later in het Nederlands verschenen als het boek Genezend opvoeden.

Ten slotte volgen enkele concrete gezichtspunten over karma en reïncarnatie in relatie tot ontwikkelingsstoornissen. Er wordt ingegaan op de rol van de aandacht voor de buitenwereld in het aardse leven als voorwaarde voor het goed kunnen voorbereiden van een gezond organisme in het leven tussen dood en nieuwe geboorte. Daarnaast is er aandacht voor het voorgeboortelijk terugschrikken voor het karma van het komende aardeleven en het daardoor optreden van ontwikkelingsstoornissen, incarnatieproblemen als stoornis van het gedachte- of wilsleven, karmische betrekkingen in de ouder-kind relatie, de gevolgen van het materialistisch denken voor een volgende incarnatie en voor komende generaties, en de karmische gevolgen die ontwikkelingsstoornissen in het ene aardse leven voor toekomstige aardelevens kunnen hebben.

In hoofdstuk 3 wordt een aanzet gegeven hoe de antroposofische kennis over karma en reïncarnatie in het algemeen en in relatie tot het optreden van perinatale ontwikkelingsstoornissen in het bijzonder, concreet bij kan dragen aan het denken, het gevoel en het handelen van medewerkers in de alledaagse zorgpraktijk. Het eerste thema is het karmaonderzoek en de bijbehorende oefeningen, waarop de antroposofische kennis over karma en reïncarnatie is gebaseerd. Duidelijk wordt gemaakt dat het verkrijgen van resultaten van geesteswetenschappelijk karmisch onderzoek zeer moeilijk is. Belangrijker hierbij is echter dat het bezig zijn met de oefeningen en het bestuderen van de resultaten van onderzoek een reëel gevoel voor het karma kan opleveren, wat een hulp kan zijn om in een concrete situatie het werk bewuster te doen, om de juiste invallen te krijgen en de juiste dingen te doen.

Vervolgens wordt ingegaan op de inhoud van het boek Genezend opvoeden. Hierin wordt aangegeven dat in bepaalde situaties het genezend opvoeden beschouwd kan worden als ingrijpen in het karma en het verrichten van het werk van de goddelijke-geestelijke wereld. Tevens wordt inzichtelijk gemaakt hoe genezend opvoeden plaatsvindt volgens de pedagogische wet.

Het laatste onderwerp is het karma van de hulpverlener zelf en het belang om zich in het werk te richten op het toekomstige karma.’

2 opmerkingen:

Frans Wuijts zei

Hallo Michel,

Mooi dat je opnieuw aandacht besteed aan Marijke Bijloo. Ik heb positieve herinneringen aan haar.

Ik herinner mij een voordracht van Bernard Lievegoed in de vergaderzaal van Veldheim, waarin hij sprak over de mogelijkheid van 'tussenincarnaties' waar het gaat om kinderen met ernstige ontwikkelingsstoornissen. 'Tussenincarnatie' in die zin dat deze kinderen in dit leven met hun 'handicap' sterke wilskrachten kunnen ontwikkelen ten dienste van een grote opgave in een volgend leven.

Ik vond en vind dat een aannemelijke gedachte. Ik weet niet of Marijke daar toen bij aanwezig was en ook niet of dit gezichtspunt is meegenomen in dit boek.

R. van Dijk zei

Met name de volgende zinnen vind ik zeer interessant: Je kunt je karma, de gevolgen van je handelen in het ene leven voor een volgend leven, op drie manieren tegenkomen. Ten eerste in de lichamelijke constitutie, ten tweede in de onbewuste affiniteiten (gevoelens van sympathie en antipathie) en ten slotte in de concrete gebeurtenissen (met name de ontmoetingen met andere mensen). Ik heb dit wel vaker gelezen, maar waarom, vraag ik mij af, waarom worden daarbij nooit de talenten van een mens genoemd? Wat voor talenten een mens heeft, bepaalt toch ook in hoge mate zijn karma. En hoe komt een mens aan zijn talenten? Dat zijn dingen die ik mij vaak afvraag. Ik bedoel nu niet alleen de talenten van grote denkers, maar bijvoorbeeld ook een voetballer of een komiek. Waar komen die talenten vandaan?

Labels

Over mij

Mijn foto
(Hilversum, 1960) – – Vanaf 2016 hoofdredacteur van ‘Motief, antroposofie in Nederland’, uitgave van de Antroposofische Vereniging in Nederland (redacteur 1999-2005 en 2014-2015) – – Vanaf 2016 redacteur van Antroposofie Magazine – – Vanaf 2007 redacteur van de Stichting Rudolf Steiner Vertalingen, die de Werken en voordrachten van Rudolf Steiner in het Nederlands uitgeeft – – 2012-2014 bestuurslid van de Antroposofische Vereniging in Nederland – – 2009-2013 redacteur van ‘De Digitale Verbreding’, het door de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders (NVAZ) uitgegeven online tijdschrift – – 2010-2012 lid hoofdredactie van ‘Stroom’, het kwartaaltijdschrift van Antroposana, de landelijke patiëntenvereniging voor antroposofische gezondheidszorg – – 1995-2006 redacteur van het ‘Tijdschrift voor Antroposofische Geneeskunst’ – – 1989-2001 redacteur van ‘de Sampo’, het tijdschrift voor heilpedagogie en sociaaltherapie, uitgegeven door het Heilpedagogisch Verbond

Mijn Facebookpagina

Translate

Volgers

Totaal aantal pageviews vanaf juni 2009

Populairste berichten van de afgelopen maand

Blogarchief

Verwante en aan te raden blogs en websites

Zoeken in deze weblog

Laatste reacties

Get this Recent Comments Widget
End of code

Gezamenlijke antroposofische agenda (in samenwerking met AntroVista)