‘Enschede, 19 December 2009 /EZPress/ – Menzis maakt therapeutische zorg voor meer mensen toegankelijk. Tegelijk worden de administratieve lasten voor zowel therapeut als voor Menzis verlaagd. Op dit moment kunnen Menzis-klanten al terecht bij eerstelijnscentra op antroposofische basis (therapeutica) in Groningen, Doetinchem en Zutphen. Dit aantal wordt de komende tijd verder uitgebreid.
Bas Leerink, lid van de Raad van Bestuur van Menzis, maakte dit bekend tijdens het symposium Lectoraat Antroposofische Gezondheidszorg aan de Hogeschool Leiden op 18 december 2009.
Maatwerk
Therapievormen die de therapeutica aanbieden zijn bijvoorbeeld euritmietherapie, kunstzinnige therapie en psychosociale hulp. Menzis heeft afspraken gemaakt met verschillende therapeutica. De centra ontvangen per ingeschreven Menzis-verzekerde een op maat gesneden en vast bedrag. De aanvullende verzekering van Menzis vergoedt alle therapeutische zorg van deze zorgverleners.
Voordelig voor patiënt én therapeut
Deze samenwerking tussen Menzis en therapeutica stelt niet alleen het welzijn van de klant centraal, maar geeft tegelijk ook therapeuten meer zekerheid. Zo staat het belang van de patiënt voorop. Bovendien neemt de administratieve last voor de therapeut en de patiënt af omdat deze geen facturen meer hoeft in te dienen.
Welzijn patiënt centraal
Menzis maakt kwalitatief goede zorg beschikbaar en bevordert zo het welzijn van zijn klanten. Deze vraaggerichte benadering heeft volgens Menzis de toekomst. Het welzijn en daarmee het belang van de patiënt staan in de filosofie van Menzis centraal. Menzis gelooft in integrale zorg die zich richt op onder meer welzijn en het voorkomen en genezen van ziekte.’
Maar er is ook vrees. Zo staat in het nieuwste nummer van De Digitale Verbreding van de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders (NVAZ), nummer 13 van 16 december, onder de rubriek ‘Antroposofische en complementaire zorg’, het volgende met de veelzeggende titel ‘Zorg om de Lievegoed Zorggroep (LZG)’:
‘De Lievegoed Zorggroep (psychiatrie, verslavingszorg, gehandicaptenzorg) verkeert in zwaar weer. Er was al sprake van oplopende tekorten, die gestopt moeten worden via meerdere herstelplannen. De bestuurder werd medio 2009 ziek. Sedert september is als interim-bestuurder de heer Mark A. Reitsma werkzaam, die het herstel vaart heeft kunnen geven, ondanks nieuwe tegenvallers. Het ziet ernaar uit dat de LZG met de ingezette maatregelen en werkwijzen scoort.’
Het was op 12 juni van dit jaar, in ‘Zorgelijk’, dat ik het ‘Jaarverslag Lievegoed Zorggroep 2008’ (nu te vinden op de website van de Lievegoed Zorggroep) nader bekeek:
‘Over het “Financieel beleid” wordt op bladzijde 16 en 17 het volgende bericht:
“Financiële doelstelling voor 2008 was het behalen van winst om daarmee het vermogen te versterken. Dit bleek te ambitieus. Met name de problemen binnen de divisie verstandelijk gehandicaptenzorg en in mindere mate ook de nazorgafdelingen binnen de verslavingszorg bleken van dien aard dat uiteindelijk 2008 met een verlies moest worden afgesloten. De kracht van onze antroposofische zorgverlening vormt tegelijkertijd een lastig thema in bedrijfsmatig opzicht. Kleinschalige voorzieningen, langere behandeltermijnen, andere vormen van therapieën etc. geven een opwaartse druk op de kosten, maar zorgen wel voor meer kwaliteit van leven en zorg en behandeling met duurzame resultaten. De externe financiering is hierop echter niet ingericht, zodat een balans moet worden gevonden tussen deze zorginhoudelijke aspecten en de betaalbaarheid.
De financiële problemen binnen de divisie VG [verstandelijk gehandicaptenzorg, MG] dateren al van vóór de fusie in 2007, en zijn al vanaf 2003 aan de orde. In 2008 is begonnen orde op zaken te stellen, waarbij een aantal posities in het management van de divisie zijn vervangen, een plan van aanpak is opgesteld en een nieuwe werkorganisatie is ontworpen. In het najaar 2008 is begonnen met de uitvoering van dat plan van aanpak, waarbij cliëntenraden en ouders intensief bij betrokken zijn.
In juni 2008 is een herziene begroting 2008 opgesteld, waarbij kosten en opbrengsten integraal zijn verwerkt voor elke locatie of afdeling. Hierdoor kan door het middenmanagement beter gestuurd worden op resultaat, en kan op termijn de stap gemaakt worden naar echte resultaatverantwoordelijke eenheden. Deze operatie heeft er toe geleid dat beter inzichtelijk is gemaakt waar zich structureel tekorten voordoen, hetgeen vervolgens weer de input is geweest voor het plan van aanpak binnen de divisie VG. (...)
In 2008 is, als gevolg van investeringen in bouw en DBC-voorfinanciering [Diagnose Behandel Combinatie, MG], de liquiditeitspositie teruggelopen. Mede door de kredietcrisis zijn banken terughoudend geworden waar het gaat om financiering en blijkt het lastig bouwkredieten te consolideren en DBC-voorfinanciering op het gewenste niveau te krijgen. Het verlies over 2008 en onze zwakke solvabiliteitspositie is hierbij een extra complicerende factor.
Niettemin zijn juist investeringen nodig, en ook uitgevoerd in 2008, om de noodzakelijke verbeteringen in de bedrijfsvoering te kunnen doorvoeren. Dit betreft investeringen ten aanzien van huisvesting, informatievoorziening en ICT-infrastructuur.
Momenteel zijn gesprekken gaande met banken om in de financieringsbehoefte te voorzien. Tevens is de facturering van DBC’s versneld en wordt optimaal gebruik gemaakt van bevoorschotting door verzekeraars.
Daarnaast wordt overwogen onroerend goed af te stoten en terug te huren, bijvoorbeeld via een regionale woningbouwvereniging.
Over voorgaande jaren staat nog een vordering open op het zorgkantoor van ca. € 1,4 miljoen. Afwikkeling hiervan levert een belangrijke bijdrage een verbetering van de liquiditeitspositie.
Tenslotte is nog van belang te vermelden dat de LZG opbouwer is in de nieuwe systematiek van zorgzwaarte bekostiging en tevens in 2009 uitbreiding is gevraagd met 16 SGLVG [sterk gedragsgestoord/licht verstandelijk gehandicapt, MG] plaatsen en omzetting van 28 plaatsen VG van licht naar zwaar, hetgeen substantieel extra budget zal opleveren.’
Mijn commentaar op 12 juni naar aanleiding van dit jaarverslag was:
‘De bedragen worden hier niet gespecificeerd. Maar uiteraard wel in de jaarrekening 2008. Die is niet zo eenvoudig te lezen. Maar een blik op bladzijde 24, met een “Overzicht langlopende schulden ultimo 2008”, is wel sprekend. Tot medio 2007 was, over een periode van dertien jaar, in totaal ruim 10,5 miljoen euro geleend. Dit zijn leningen met een looptijd van tussen de 18 en 40 jaar. Oktober 2008 is er echter een lening afgesloten van 2,7 miljoen euro, met een looptijd van 2 jaar. Dat geeft wel een grote urgentie aan, die ook in het jaardocument wordt uitgesproken. Zorgelijk dus.’
Dat wordt nu dan bevestigd in De Digitale Verbreding nr. 13. Overigens wordt verderop, in de rubriek ‘Instellingen’ onder de titel ‘Problematische samenloop van omstandigheden’, de situatie als volgt geschilderd:
‘Op ’t ogenblik vindt er een samenloop van omstandigheden plaats, waardoor veel instellingen in soms grote moeilijkheden komen. Niet alleen vanwege de kredietcrisis, maar ook doordat de ongebreideld stijgende kosten afgeremd worden. Daarom is de rijksoverheid bezig aan bezuinigingsrondes, die “verkocht” worden als innovatie (voorbeeld: ketenzorg).
De overheid vraagt de instellingen op twee gedachten te hinken: enerzijds moeten zij zich op een zogenaamd “vrije” markt begeven, wat ook geldt voor de zorgverzekeraars en de banken. Anderzijds zijn deze alle geledingen binnen een collectief systeem en worden door de overheid strak aan de teugel gereden. De zorgverzekeraars worden onderworpen aan hogere comptabiliteitseisen, en worden zenuwachtig gemaakt door eigen vermeende tekorten. Dit heeft tot gevolg dat deze plotseling allerlei verleende voorschotten aan de instellingen gaan terugeisen. Zodra de banken van deze ogenblikkelijk invorderbare voorschotten lucht krijgen, dreigen zij de op hun beurt soms te royaal verleende kredieten terug te eisen. Is er geen geld, dan dreigt men de stekker eruit te trekken. Meer dan ooit wordt van het instellingsmanagement stuurmanskunst gevraagd: het varen tussen de Scylla en de Charibdis. Voor antroposofische zorginstellingen is dit des te moeilijker, aangezien zij, om te overleven, hun oren (net zoals op het schip van Odysseus) met was moeten instoppen, om geen gehoor te geven aan de roep om de eigen identiteit, gekoppeld aan extra mens-uren en dus extra geld. Ook daar is het de kunst, een “innovatie” te leveren waarbij met minder middelen méér gedaan wordt, zonder terug te keren naar het pioniersstadium, waar iedereen alles om niets deed. Zoiets kan het management alleen voor elkaar krijgen als er bij de meeste medewerkers de bereidheid aangewakkerd wordt om te overleven, met als gevolg: extra inzet, en slimme constructies om de kwaliteit niet te zeer onder druk te laten komen. Niet iedereen zal deze “struggle for life” overleven, en dat is precies waar de overheid op uit is: sanering van de murale en wellicht ook de “complementaire” gezondheidszorg. Er zijn al deconfitures in het vooruitzicht gesteld. Iedere dag komt er een nieuw drama in de pers.’
Direct daaronder wordt de ‘Visie van de banken: maximaal 3 maanden voorfinancieren’ beschreven:
‘Banken (NVB) vinden dat bancair gefinancierd werkkapitaal beperkt moet worden tot maximaal drie maanden. In de GGZ [geestelijke gezondheidszorg, MG] is die termijn nu acht maanden, waardoor instellingen “onnodig veel rentekosten betalen aan banken, terwijl de middelen bij zorgverzekeraars beschikbaar zijn”. Zo verlegt men de zwarte piet naar de zorgkantoren.
Dezelfde problemen ontstaan in de AWBZ [Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, MG] als daar per 2010 de zzp’s [zorgzwaartepakketten, MG] worden ingevoerd en de bevoorschotting door zorgkantoren wegvalt. De NVB schat de behoefte aan werkkapitaal daar op drie à vier miljard euro. NVB: “Die enorme kredietbehoefte is onverantwoord als tegelijkertijd de financiële risico’s groot zijn en geld schaars is. Straks worden zorginstellingen vermorzeld tussen banken die niet willen financieren en zorgverzekeraars die niet willen bevoorschotten.”
Zorginstellingen hoeven zich geen zorgen te maken over hun bestaande financieringslijnen, tenzij ze verlies gaan draaien, stelt de NVB. “De schoen gaat wringen als zorgorganisaties nieuwe financiering nodig hebben voor bouw of bevoorschotting van zzp’s en daar geen onderbouwd verhaal bij hebben.”’
Naast de hoop, dus ook vrees, ja, grote vreze. En dat zo vlak voor Kerstmis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten